23 Een andere mogelijkheid is, dat de bijdrage van de gemeente van 65.000.- wordt omgezet in een lening aan deze stichting. Plaatsvervangende overheidszorg dient ook zorgvuldig te worden toegepast daar waar het gaat om de financiën. De heer VM DER TELDEN meent dat hier het volgende by kan worden opgemerkt. In zijn algemeenheid kent men de algemene begraafplaatsen. Hier is^het dan zo dat een stichting de vervangende overheidszorg overneemt en dat daar ae nodige kosoen aan zijn verbonden. Zyn collega van financiën zal daar dadelijk ook nog wel wat over zeggen, maar het is zo. dat deze stichting daar zelf het nodige aan betaalt.Hij wil verder opmerken, dat het voor de capaciteit van de begraafplaats toch wel noodzakelijk is, dat er een -uitbreiding wordt gepleegd mede met het oog op de lange termijn. Dat is dan met name duidelijk geworden uit een zeer recent onderzoek wat de dienst gemeentewerken onlangs heeft gepleegd m.b.t. de onderhavige proolematiek. De heer STUART meent, dat het dan kennelijk om de vraag gaat, of het verzoek van de stichting, althans naar de mening van de PvdA-fractie, wei deugdelijk is onder bouwd. De stichting is van mening, dat aanwending van een hoger bedrag van de be schikbare reserves niet verantwoord geacht moet worden omdat daardoor de uitvoering van het groot onderhoud en overigens ook klein onderhoud in gevaar kan komen. Daarover kan men dan van mening verschillen, denkt hij, Het college van B.& heeft gemeend om die visie van het stichtingsbestuur te moe ten onderschrijven en derhalve akkoord te gaan met een eigen financiering door de stichting van 120.000.- en het restant voor rekening van de gemeente te nemen. Hy denkt overigens dat het weinig zinvol is om te discussiëren over de vraag of die stichting nu maar had moeten vinden dat men er zelf wat meer in had moeten investeren. De heer BAKX is natuurlijk niet helemaal tevreden met deze antwoorden. Wat de opmerking van de heer van der Yelden betreft, spreker heeft dat stuk van gemeentewerken niet bij de stukken gezien. Als men echter-een accountantsrapport ziet en daarin wordt dat dan geconstateerd, wordt dat toch ook voor waarheid aan genomen, meent hij. Wat de financiën verder betreft, als men ruim 6 ton in reserve heeft, onderver deeld in een aantal posten en dan onder andere ruim 2 ton vrij te besteden, dan denkt hii dat deze stichting dat geheel zelf wel had kunnen dragen. Het college constateert dan anders en meent met dit voorstel bij de raad te moeten komen. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 17. Voorstel tot vaststelling van het programma van sociaal kulturele activiteiten voor het jaar 1983. "(Verzameling 1983 nr. AZ/68). Mevrouw NOORMAN zegt dat over de bezuinigingsmethodiek voor het sociaal kul tureel •programma in de vorm van een ongenuanceerd toepassen van de Q% korting m genuaxi door haar fractie al duidelijk de nodige bedenkingen zijn uitgesproken. De inspraaK- procedure die is gevolgd bood voor instellingen en verenigingen geen enkele soulaas en bleek een farce te zijn. Zij is er van overtuigd, dat de gevolgen van de econo mische crisis een zware wissel gaan trekken op de welzijnssector. Zij zullen met alleen de materiële gevolgen moeten dragen, maar ook en vooralde immateriële maatschappelijke gevolgen komen op de schouders van de eerste-lijns-zorg te liggen en zijn bij lange na nog niet te overzien. Zij is van mening dat de gemeente duidelijke keuzes zal moeten maken en dat men de eigen verantwoordelijkheid in deze niet mag ontlopen. Yoorts staat haar fractie er op, dat op korte termijn de huidige huur-opbouv^van gemeentelijke accommodaties door het college wordt toegelicht en ter discussie wordt gesteld. Zij constateert een grote onevenwichtigheid in het verhuurbelei en die onevenwichtigheid wordt zeer relevant wanneer de Q% korting ook op de huren slaat. Een klein voorbeeld: 7 werkeenheden van de stichting SKW betalen en worden gesubsidiëerd voor een half miljoen gulden aan huur.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 95