51
Ook mevrouw NOORMAN was de mening toegedaan, evenals mevrouw van de Putte, dat het
eerste voorstel van de CDA-fractie was, het voort laten bestaan zoals het nu is
voor 1 of 2 jaar en dan te experimenteren met het inspreekrecht
Juist, zegt mevrouw VAN DE PUTTE, want toen heeft zij nog het voorbeeld aangehaald
van: hoe wilt u dat aan doen als men nieuwe commissies aan gaat stellen; hoe wilt u
die nieuwe burgerleden daarin benoemen. Zij denkt dat het CDA nu toch weer een gewij
zigd voorstel doet.
De VOORZITTER gelooft dat men, maar dan thans in een volledige raad, weer een discus
sie herhaalt die zich onder vrijwel dezelfde bewoordingen in de commissie aa hoe
heeft afgespeeld.
Als de rand daar veel waarde aan toekent heeft hij daar geen bezwaar tegen dat men
nog enige tijd op deze wijze voortgaat,
De heer DE JONGH wil graag namens zijn fractie hier één opmerking over maken.
Hij heeft er geen enkele behoefte aan om deze discussie, die op 14 januari en 21 janu
ari ook uitvoerig is gevoerd, hier nu nog eens te herhalen.
Hij vindt het voorstel wat de D'66 fractie nu doet ook totaal onzinnig omdat hij vindt
dat het duidelijk is geweest, welke afspraken er gemaakt zijn.
Er is ook geen minderheidsstandpunt geformuleerd de vorige week. Dat betekent dan
dat hij er van is uitgegaan, dat de hele commissie die de verordening heeft samenge
steld da-ar ook achter staat.
Behalve, zegt de heer V,ESTERHOE
Inderdaad, zegt mevrouw VAN DE PUTTE. Zij wenst stemming.
Gok de heer VAN WIJK zegt: behalve.
De heer BAKX v.dl daaraan toevoegen: behalve de fractie Gemeentebelangen/Stadspartij.
Hij wil hierbij verwijzen naar de notulen van de vergadering van 25 oktober, waar de
heer van V/ijk in eerste instantie gezegd heeft mee te gaan met het PvdA-voorstel.
Nu dan blijkbaar terugdraait.
Voor het benoemen van burgerleden, zegt de heer VAN WIJK.
Maar de PvdA heeft dat ingetrokken, zegt mevrouw VAN DE PUTTE.
Dat is correct, zegt de heer DE JONGH. Ook die discussie is zo'n keer of 2 5 ge
voerd. Dat kan nu wel weer allemaal herhaald worden maar om pragmatische redenen
is dat toen zo gedaan. In eerste instantie was men voor een politieke afspiegeling,
maar hij heeft begrepen dat dat geen haalbare kaart was. Derhalve is toen loyaal
medewerking verleend aan de totstandkoming van deze verordening. Daar wenst hy zich,,
nog steeds aan gebonden te achten.
Dus de PvdA heeft een ander standpunt ingenomen maar niet de fractie van de heer
VAN WIJK.
De heer de Jongh heeft hetzelfde gezegd, zegt de heer NIJPELS en daar is iedereen
mee akkoord gegaan. Hij staat ook volkomen achter het standpunt van de heer de Jongh.
Dat is sportief en openlijk naar voren gebracht en iedereen was het er mee eens.
Nu begint mevrouw van de Putte weer te drammen. Daar houdt hij niet zo van, van dat
gedram. Er is wat afgesproken en daar moet men zich aan houden.
Drammen kan net nog wel, meent, de VOORZITTER.
Voor de notulen, bedoelt hij.
Mevrouw VAN DE PUTTE vraagt stemming.
Dat komt er aan, zegt de VOORZITTER.
Hy denkt dat het goed is om van de zijde van het college te verklaren - hy heeit
niet zo erg de neiging om zich verder in die discussie te mengen tussen de raads
leden onderling - dat men vanzelfsprekend in deze zittingsperiode - de heer Fran
ken heeft daar al op gewezen - het functioneren van deze commissies over deze on
derwerpen moet evalueren en dan tot een standpuntbepaling zal moeten komen.
Dat lijkt hem een hele duidelijke zaak.