30
Dat was tot op heden niet het geval.
Zijn fractie heeft met instemming kennis genomen, dat gedurende de vrij goede discus
sies, vond hij, in de commissie ad hoe ook andere partijen tot die mening kwamen.
Aanvankelijk zijn er wat andere voorstellen gedaan door PvdA o.a.omtoch een vorm
van burgerleden te handhaven, maar hij denkt dat men blij moet zijn dat men uiteinde
lijk op één lijn is gekomen. Het was erg jammer, dat de CDA-fractie in een zeer late
fase in de discussie met een totaal ander voorstel kwam, wat, denkt hij, volstrekt
niet in de eerste vergadering van de commissie ad hoe logisch was.
Dat betreurt zijn fractie zeer. Men is er gelukkig toch uitgekomen.
Hij hoopt dan ook namens zijn fractie, dat vanavond dit voorstel zo kan worden aange
nomen.
Mevrouw VAN DE PUTTE vil het eerst even hebben over dat andere standpunt wat de CDA-
fractie in de besprekingen van de commissie ad hoe heeft ingenomen.
Eerst was men voorstander van het afschaffen van het instituut burgerleden; na alle
reacties heeft men toen toch, terecht, zijn mening gewijzigd en is die fractie met een
tussenvoorstel gekomen om het nieuwe statuut aan te nemen, met dus een inspreekrecht
voor iedere burger of iedere belanghebbende; iets waar de hele raad waarschijnlijk wel
voor zal pleiten. Verder dan het aanhouden van de huidige burgerleden in de commis
sies en dan verder bekijken als een soort experiment.
Zij heeft toen gezegd daar niet mee akkoord te kunnen gaan. Het principe op zich, om
én burgerleden te benoemen in commissies én een inspreekrecht in te voeren, daar
heeft zij niets tegen, maar zij heeft daarbij gezegd, dat het CDA ook aan moet geven
op welke wijze men burgerleden gaat benoemen.
Zij gaat absoluut niet akkoord met het aanhouden van burgerleden, zoals die nu in de
commissies zitten. Zij vindt dat er dan nieuwe burgers in de commissies benoemd moe
ten worden.
Als zij de heer Pranken ml beluistert, dan krijgt zij toch weer een ander voorstel te
horen, waarin wordt gezegd: invoering van het inspreekrecht en benoemen van burger
leden.
Bedoelt die fractie dan het opnieuw benoemen van burgerleden, van nieuwe burgerleden
dus via een bepaalde procedure, of het herbenoemen van de burgerleden.
Verder wordt bij dit agendapunt gesproken over de vaststelling van een nieuw statuut.
Voor er een nieuw statuut vastgesteld gaat worden wil zij eerst een uitspraak van de
raad over het afschaffen van het oude statuut.
Op basis van een gevoelen van een soort grootste gemene deler is er wel een nieuwe
schoen vervaardigd maar men zal toch eerst officieel via een stemming de oude
schoen uit moeten trekken, meent zij.
Zij wil, alhoewel de stemmen waarschijnlijk reeds geteld zijn, daar toch duidelijkheid
over hebben.
De VOORZITTER wil de heer Prahken, nu aan hem een directe vraag is gesteld, in de
gelegenheid stellen hierop te reageren. Wellicht kan dan ondertussen de raad over
wegen, of misschien een linkerschoen kan worden uitgetrokken en een rechter schoen
worden aangetrokken of andersom bij een stemming.
De heer M.PRAMEN kan zeggen, dat het voorstel van zijn fractie altijd al is geweest
- en mevrouw van de Putte kan dat teruglezen in de notulen - het opnieuv; benoemen
van burgerleden, maar dan uitsluitend met een deskundig kenmerk.
Dat is dan weer een andere opvatting, meent mevrouw VAN DE PUTTE.
Wil het CDA nu wél burgerleden in de commissies of niet.
De heer M.FRAMEH zegt, dat het tussenvoorstel van zijn fractie was, het opnieuw be
noemen van nieuwe burgerleden met een deskundige noemer. Dat was niet haalbaar.
Toen heeft men gezegd: dan gaan vrij terug naar het voorstel waarmee men een akkoord
had en dat was dus het voorstel van de commissie ad hoe zoals dat nu aan de orde is.
Als men eens een keer wil luisteren, kan dat in deze beslist geen kwaad, denkt hij.