27
De heer FRANKEN moet uit demonstratieve overwegingen tegen dit voorstel stemmen.
De heer WESTERHOF zou nog graag een nadere toelichting hebben van de voorzitter.
Vat deze zei bij een dergelijke grote huishouding en dat er wel eens iets uit de hand
kan lopen, daar heeft de raad, dacht hij, alle begrip voor.
Hier zijn echter 2 problemen aan de orde.
Het ene is de kredietoverschrijding op zich door allerlei omstandigheden. Daar is de
heer Franken uitvoerig op ingegaan.
Het andere is dan de betaling van dat bedrag. Het lijkt hem, aat het, afgezien van
die eerste misser waar de voorzitter terecht op wijst dat dat mogelijk is, wat die be
taling betreft dan weer een heel andere kwestie. Is het dan wel regel, dat in die
veelheid van betalingen dat toch wordt gedaan zonder een raadskrediet wat is goed
gekeurd. Hij dacht dat dat nu juist de 2e fout was.
De VOORZITTER denkt, dat door het erkennen van het budgetrecht van de raad, beide
fouten zijn erkend en toegegeven zijn.
Hem dunkt dat dat het principiële punt is wat in deze zaak speelt.
Men kan hooguit in de marge enige vergoelijkende opmerkingen maken maar daar blijft
het dan ook bij in volstrekte zin. Hij handhaaft toch het standpunt, nat niet verwacht
mag v/orden, ook al zouden diegenen die daar in 1981 verantwoordelijk voor waren
die 2.600.- per man moeten schokken, van een bestuurlijk college in dit land een
andere houding dan nu.
Hij kan zeggen dat het college vanzelfsprekend, ook intern, bij voortduring a.ie maat
regelen neemt om alles naar het college toe te laten signaleren en daar dan passende
bestuursbeslissingen over te nemen.
En dan niet anders dan vanuit de zojuist door de heer van der Velden en ook door hem
geschetste houding ten opzichte van de raad.
Het spijt hem dat tegenover/door- het college positief bedoelde maar toch in beginsel
vaste houding een demonstratief tegenstemmer wordt gevonden. /de
Hij denkt dat men ook niet veel verder en nader tot elkaar zal kunnen xomen op dit
punt. Als het om het beginsel gaat ten aanzien van het geconstateerde feit heeft het
college eveneens dè positie bepaald. Het oordeel van de heer Franken hierover komt
dan natuurlijk toch wel hard aan bij het college.
De heer FRAKKEN denkt wel dat uit alles blijkt, dat dit voorstel van 2 kanten uit
wordt getaxeerd. Hij denkt ook dat het waarschijnlijk daarom is dat hij er anders over
denkt op dit moment dan de voorzitter.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen met de aantekening dat de
heer K. J.M.Fr anken wordt geacht tegen de 224e begrotingswijziging xe hebben gestemd.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde de eerste aanvullingsagenda, en wel:
1. Voorgesteld wordt de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen:
a. Schrijven van Gemeentebelangen/Stadspartij Bergen op Zoom inzake functioneren van
beheerder Kampeertertein "De Heide".
b. Brief van het dagelijks bestuur van het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant dd.
21 december 1982 inzake bijdrageregeling pre-gewesten 1981.
c. Brief van het dagelijks bestuur van het Streekgewest l/estelijk^Noord-Brabant dd.
21 december 1982 inzake voorlopige vaststelling van de rekening 1981.
d. Brief van het dagelijks bestuur van het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant dd.
22 december 1982, houdende mededeling van het Gewestraadsbesluit tou vaststel
ling van het basisplan openluchtrecreatie en deelplan recreatieve fietspaden.
De heer VAN ES wil bij punt a opmerken.
De VOORZITTER val dan maar voorstellen om dit aan het eind van de vergadering te be
handelen nu hij aanneemt dat de heer van Es over persoonlijke zaken wil spreken.