13 zichzelf staand "beleid maar een beleid wat er juist toe dient om dat middel - de secretarie: de ambtelijke dienst - ten behoeve van het openbaar bestuur te laten functioneren. Hem dunkt dat in het geheel dit eerder een wezenlijke dan een terzijde staande opmer king is. Mevrouw VAN DE PUTTE heeft in 1e termijn ook gesproken over het feit dat dit niet alleen een financiëel débacle is maar ook een cultureel bankroet. Dat wordt dan vaak verweten aan een te weinig accommodatie. Zij vindt dat dit bestuur tekort is geschoten bij de aanbieding van een breed en even- wichting cultuurprogramma. Zij wijten dit zelf aan een onvoldoende accommodatie. Dat is dan naar haar mening onterecht. Er is in het verleden voldoende programmaaanbod geweest om bestaande accommodaties, met name De Stoelemat, te vinden. André van Duin is ook cultuur. De heer HIJPELS heeft geen deel -uitgemaakt van de vorige raad en van zijn kant een laatste woord hierover. Hij vindt dat de desbetreffende verantwoordelijke portefeuillehouder van die tijd, zou deze nu nog in functie zijn, aan aftreden had moeten denken. De heer DEKKERS heeft in 1 e termijn ook al wat over dat programma gezegd en daar heeft hij eigenlijk niets meer aan toe te voegen. Het programma is opgebouwd, rekening hou dend met de mogelijkheden die er in Bergen op Zoom waren naar.de visie van diegenen die dat programma hebben aangeboden. De raad heeft daarmee ingestemd, weliswaar daar van tijd tot tijd kanttekeningen bij plaatsend. Het is dan al te gemakkelijk volgens hem, om nu vanavond te constateren dat er tekort is geschoten. Dan moet men op mo menten dat er nog bijsturingen mogelijk zijn, daar met elkaar ruim over praten en daartoe dan de nodige initiatieven nemen. Hij denkt dat mevrouw van de Putte daar op dit moment wat anders over denkt omtrent het benutten van mogelijkheden binnen Bergen op Zoom dan enkele jaren geleden, gezien mede haar stellingname op 31 oktober 1980 of daaromtrent. Wat de heer Nijpels betreft weet hij niet waar deze zijn uitlatingen op baseert. De heer NIJPELS dacht dat dat nog al duidelijk was. De heer DEKKERS denkt dat daar verder van hem geen commentaar op verwacht wordt, hoe wel hij deze opmerking niet op zijn plaats vond. De heer YAM DER STOEL zal wel enige duidelijkheid van de heer Nijpels verlangen. In de periode waar de heer Nijpels het over heeft De heer van der Stoel hoeft van de heer NIJPELS niets te verlangen. Hij had het niet over hem maar over de desbetreffende portefeuillehouder uit die periode. Hij zat in die periode niet in de raad en hij wil er verder ook riet over oordelen. Hij zei daarnet al hierover een laatste woord te willen zeggen. Dat was dan dat en anders niets. De heer Nijpels kan wel zeggen dat hij het laatste woord heeft gezegd, meent de heer VAN DER STOEL maar dat betekent niet dat hij spreker kan beletten om ook nog iets te zeggen. Maar de heer van der Stoel moet zich dit niet aantrekken, meent de heer NIJPELS. De heer VAN DER STOEL trekt zich ook niets aan maar hij vraagt alleen enige duidelyk- heid. In de periode waar de heer Nijpels het over had zijn er ongeveer 3 wethouders van cultuur gewee st en 2 of 3 wethouders van financiën. Hij vindt dan de uitlating van de heer Nypels tamelijk onduidelijk. De heer NIJPELS had het over de verantwoordelijke portefeuillehouder. En dit was dan het laatste woord van de heer Nijpels constateert de VOORZITTER. Hij wil het hier maar bij laten. Zonder hoofdelijke stemming wordt deze nota voor kennisgeving aangenomen»

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 42