8 Men wil zich voor de volle 100% inzetten om de gestelde doelen te bereiken. lie brief van het Komité Vrouwen in de bijstand is e n brief met wensen die wat haar betreft ook een brief met eisen mag worden genoemd. In ieder geval wensen die een aanzet zijn voor een menswaardig bestaan. De PvdA zal zich inzetten om deze wensen tot werkelijkheid te maken. Op de steun van haar fractie kan gerekend worden. De VOORZITTER verzoekt de publieke tribune zich van alle uitingen van goed- of af keuring te willen onthouden. Hij heeft, méér dan het reglement van orde toestaat, de gelegenheid gegeven om de opvattingen kenbaar te maken. Mevrouw Dirker heeft in dit kader een beroep gedaan op de raad, om daar oog en hart voor te hebben en hij meent dat toch wel getoond te hebben. Hij vindt dan dat dat ook van de tribune verwacht mag worden. Uitingen van bijval of afkeuring moeten dan maar op een andere manier naar voren wor den gebracht. De opvattingen zijn bekend. Daar wordt in de raad aandacht aan besteed. Hij vindt dat men zich dan in deze samenleving, die democratisch van opzet is, ook zo op moet stellen, dat het gekozen orgaan in de gelegenheid is om zijn eigen weg te kiezen. Hij denkt dat men zich daardoor een functionerend onderdeel van deze samenleving toont en hij hoopt dat de raad dat met hem eens is. De heer STUART wil even bij dat laatste beginnen. Hij zou de brief van het Komité dan ook willen beschouvren als een brief van een on derdeel in.die samenleving, zoals de voorzitter dat noemt. Hij denkt dat men dan als overheid van die wensen kennis moet nemen en er op de juiste plaats zijn gedachten maar eens over moet laten gaan. Het is natuurlijk wel duidelijk, dat het hier om din gen gaat die in Bergen op Zoom niet op zichzelf geregeld kunnen worden. Hij zou wat dit betreft ook graag met mevrouw Dirker meegaan naar een van de eerst volgende vergaderingen van de commissie sociale zaken, waar al deze problematieken aan de orde kunnen komen. Hij heeft er wel behoefte aan om nog eens te zeggen, dat hij zelf in de uitgangspunten van het beleid en bij de discussies in de commissie ad hoe er op heeft aangedrongen dat er gekomen zou kunnen worden tot een commissie voor sociale zaken en volksgezondheid, met de bedoeling om juist al dit soort zaken te gaan bespreken, 'waar nu weer eens om wordt gevraagd. Hij denkt aan ook dat men het, wat dat betreft, volledig eens is. Op één punt wil hij toch nog wel even ingaan. Mevrouw Dirker signaleert een verschil van mening over de intentie van het beleid m.b.t. die eenmalige uitkering. Hij moet zeggen dat hij dat betreurt. Het beleid van het college is er op gericht in de eerste plaats om de hoofdtaak van de gemeentelijke dienst voor sociale zaken .voor de volle 100% te kunnen uitvoeren. Al wat daarnaast op het bord wordt gekregen van vreet hij wat voor instanties dan ook, zal men met de beste intenties, zoals het ook dit jaar is gedaan, proberen om zo goed mogelijk en zo snel mogelijk uit te voeren. Hij denkt echter dat het niet anders kan, aan dat die hoofdtaak prioriteit moet heb ben. Hij zou het betreuren als men daarover van mening zou verschillen. Volgend jaar. Men zal maar moeten afwachten. Hij weet ook niet of er volgend jaar in september of oktober weer zo'n maatregel wordt aangekondigd. Als die er mocht komen dan hoopt hij maar dat de regering dat in april of mei doet, zodat er tenminste voldoende tijd is om maatregelen te treffen. Als de regering het vreer doet zou hij durven zeggen dat men wat beter toegerust is om dat, samen met andere gemeenten, wat vlugger te doen omdat er nu een computer— programmaatje is ontwikkeld wat klaar en bruikbaar is. Hij denkt dat het op dit moment zeer voorbarig is om te spreken over uitvoering van vreer zo'n maatregel want men vreet niet of die er komt. Als mevrouw DIRKER spreekt over een intentie, dan wil zij heel uitdrukkelijk stellen dat dat niet is naar het totale beleid van sociale zaken toe. Zij heeft het dan met name over de uitvoering van die eenmalige uitkering. Zij vindt het jammer als zij van het Ministerie van Sociale Zaken hoort dat 60% van de gemeenten de uitbetaling voor de kerstdagen klaar kon krijgen, 20% tussen kerst en nieuwjaar en 20% waren later.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 37