37 De VOORZITTER moet de heer van Heijst gelijk geven. De heer VAN HEIJST Is vel niet zo juridisch geschoold als de heer Nijpels, maar liy dacht gewoon dat zijn voorstel vérstrekkender was. Zij brengen het beiden een heel eind, meent de VOORZITTER» want zij hebben enige ervaring in het vergaderen. Hij gaat dan over tot stemming over het voorstel van de heer van Heijst en daaruit blijkt dat dat met 9 stemmen voor en 18 tegen wordt verworpen, Yoor stemmens de heren Hijpels, Kuiler, van Heijst, p.Dranken, M.Franken, Gorrissen, A.Franken, Baden en Westerhof. Tegen stemmen: de dames Krijger, Koorman, Mrker, de Visser en van de Putte en de heren van der Velden, de Laet, van der Stoel, Smits, Janssen, de Jongh, Bakx, van Es, van de Water, van Wijk, Stuart en van Kemenade, alsmede de heer Dekkers. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van het college aangenomen met de aantekening dat de heer van Heijst wordt geacht te hebben tegengestemd. 9. Voorstel tot het verlenen van een garantie-subsidie t.b.v. de sociaal-culturele activiteiten van de Stichting Turks Islamitisch Kultureel Centrum voor het paar 1983. (Verzameling 1983 nr. AZ/144). De heer VAN DE WATER zegt dat in het onherroepelijke bestemmingsplan Westelijk Stads deel de bestemming van dit gebouw kleine bedrijven is. Op dit moment ligt bij GS een herziening waarbij de bestemming gewijzigd gaat worden in bijzondere doeleinden. In eerste Instantie is zijn fractie daarom om technische redenen tegen dit voorstel. De heer BADEN zegt, dat er destijds een besluit is genomen om éénmalig een bedrag te voteren voor/sociaal kultureel centrum. /dit Zijn fractie is bereid, gezien de achteruitgang in de economische situatie van vele gebruikers van dit centrum, de voorgestelde 10.000.- te geven. Hij wil namens zijn fractie wel het voorstel doen, om aan het eind van dit jaar opnieuw te bezien, of aan de hand van de cijfers van dit jaar een aanvullend subsidie noodzakelijk Is. De heer VAN DER STOEL vindt het op de eerste plaats juist om een compliment te geven aan de instellingen, waaronder dan ook dit STIKC hoort, voor de manier waarop zij samen met de gemeente proberen gestalte te geven aan wat de gemeente heeft gevraagd. Integratie van het werk voor anderstaligen in de nederlandse In stellingen. Daar is hij op de eerste plaats tevreden over. Hij heeft echter al eerder gezegd, dat dat niet uitsluit dat men zich nu nog be vindt in een overgangsfase en dat de subsidiëring van de instellingen zoals het STIKC nog een hele logische is totdat het zo ver is dat de nederlandse/die zaken kunnen hebben overgenomen, al zal de manier waarop dat allemaal gesubsidieerd moet worden nog niet helemaal duidelijk zijn op termijn. /instellingen Het is daarnaast volkomen duidelijk, dat volgend jaar het allemaal heel wat minder zal zijn voor wat betreft de uitkeringen van het rijk en voor wat dus de gemeenten te besteden hebben. Subsidie die nu wordt gegeven heeft daar nu eenmaal zijn kon- sekwenties bij. Hij denkt dat de subsidiëring hierbij van ook de exploitatielasten van" het STIKG aan de orde zal moeten komen, als wordt gepraat over de prioritei ten In welzijnsland. De notitie daarover heeft de raad gehad en die staat op de aanvullingsagenda van vanavond. Hij zegt hier ook heel nadrukkelijk bij - zo eerlijk is zijn fractie wel - dat als dan hiervoor zou worden gekozen dat zal kunnen betekenen dat dat ten koste gaat van andere instellingen. Ken zal moeten kiezen of delen in dit geval. Dat wil hij nu al duidelijk uitspreken. Die heroverweging zal onvermijdelijk zijn. Overigens vil hij hierbij opmerken, dat het werk wat nu door het STIKG gaat gebeuren of reeds bezig is, zich nóg zal moeten bewijzen. Hij is zeer nieuwsgierig naar de resultaten. Hij was op hetzelfde idee gekomen als waar de heer Baden over sprak, om te zeggen: wijwillen bij de afrekening nog wel eens zien hoe alles is gelopen en houden die slag nog om de ars.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 341