32
v&+ (^0 voorzitter verder bedoelt met de Iconsekwenties van decentralisatie van het
volkshuisvestingsbeleid op deze problematiek is hem niet helemaal duidelijk.
Dat wordt ook in het onderzoek betrokken, zegt de VOORZITTERmaar het is natuur
lijk een feit, dat dat op de gemeente afkomt.
De heer TAB DE WATER wil ook geen verdere moeilijkheden veroorzaken met dit nieuwe
collegevoorstel, alleen staat zijn fractie achter de mening van de heer besterhof
dus eigenlijk een intentieverklaring van de raad voor overdracht.
De heer BAKX begrijpt dan uit de woorden van de heer Westerhof, dat de kogel door
de kerk is.
Zijn fractie gaat akkoord met het collegevoorstel, maar men behoudt zich het
recht voor daar waar het gaat over de overdracht. Dat zullen de onderzoekingen
en eventuele nieuwe voorstellen moeten aantonen.
De heer SKÏTS vroeg net aan de voorzitter of deze de tekst nog eens een keer wil
de voorlezen, want het is voor hem toch wel moeilijk om dat op deze korte termijn
naast het verhaal te leggen wat zijn fractie vanavond zelf heeft afgestoken.
Hij is het met de heer Westerhof duidelijk eens, dat een groot gedeelte van deze
raad, een heel groot gedeelte zelfs, wenst te werken in de richting van een over
dracht van de woningen aan de beide corporaties. Ook z:jn fractie is van beéP-n
af aan deze mening toegedaan geweest.
Als het college nu andere zaken in die procedure mee wil nemen dan kan dat 'volgens
zijn fractie wel, maar dan blijft toch overeind staan, dat zijn fractie toen een dui
delijke voorkeur heeft voor de overdracht.
Hij proeft en hij weet niet waarom toch wel een erg groot wantrouwen oen op
zichte van de corporaties bij het college of bij de verantwoordelijke we oxiouder.
Hij snapt nog steeds niet waar dat dan goed voor is. Zij werken in deze gemeente
al jaren met goed resultaat. Dan kan hij dat eigenlijk niet begrijpen.
Mevrouw VA1T DE PUTTE vindt het een uitstekend geformuleerde aanbeveling waar zij
zich beslist in kan vinden.
Zij hoopt wel dat als straks alle mogelijkheden onderzocht zijn, dat alle partijen
objectiviteit zullen betrachten ten aanzien van de mogelijkheden.
De heer BIJPELS wil er nog v/at aan verbinden. H.l. een tijdslimiet. Daar wordt n.l.
helemaal niet over gesproken. Het kan nu ook in de ijskast worden geduwd en dan
is men er weer voor een half jaar af of zo.
De VOORZITTER heeft met name In de laatste volzin de commissie volkshuisvesting
opgevoerd. Hij denkt dat die commissie een belangrijke stem krijgt in de procedure
en dientengevolge ook In de tijd die een dergelijk onderzoek in beslag zal mogen
nemen. Hij zou niet willen adviseren, om thans b.v. te zeggen: het moet in 3 maan
den of in een half jaar of zo zijn afgerond.
Hij constateert dat er toch over het voorstel zoals hij dat, neeft geformuleerd en
waarbij, dunkt hem, nog eens gewezen mag worden op een 2-tal aspecten, n.l. het
gelijktijdigheidsaspect - het is dus niet zo dat het een na het ander komt maar
dat het gelijktijdig wordt onderzocht - en dat de modellen zoals die op bladzijde
13 van het rapport worden genoemd allen de revue zullen passeren.
Hij constateert tevens, dat een belangrijk deel van de raad de neiging heeft om te
zeggen: u hoeft zich met het naar ons oordeel theoretisch model van een fusie
niet al te lang bezig te houden college.
Het college wenst dat desalniettemin toch wel te doen om motieven die daar oij^
partners die men daarbij treft nog eens te vinden nog eens te laten wegen; om die
door de raad te laten wegen, of mogelijk deze weg moet worden ingegaan. -
Het zal de raad duidelijk zijn, dat geen der theoretische mogelijkheden in deze
nieuw geformuleerde aanbeveling 7 buiten de deur is gehoaden.
wellicht zal de tijd leren, dat aan de ene mogelijkheid langere tijd wordt gespen
deerd dan aan de andere.
Daar Is dan een overigens belangrijk deel van de raad in de commissie volkshuis
vesting in ieder geval ook bij betrokken.
Hij zou willen vragen of hij mag constateren dat niemand er behoefte aan heeft om
zich uitdrukkelijk tegen deze formulering uit te spreken.