29
Maar het college wil een stuk tegemoet komen aan de wensen van de meerderheid
van de raad, meent de heer BAKX. Hij denkt ook wel dat zijn xractie die formulering
dsn zo over kan nemen, want dat opent ook dat perspectief.
Hij vindt dan dat ook het CM Bereid zou moeten zijn om dat ook te willen onder
steunen.
De heer VAN DER VELDEN wil tussentijds ook nog even opmerken dat hij er van uitgaat
nu hij daarnet het standpunt van het college heeft ver-woord en uitvoerig gememo
reerd heeft de gehele problematiek waar men voor staat en wat dan heeft geresul
teerd in een aantal aanbevelingen van het college; nu heel uitdrukkelijk het col
lege het gevoelen van een meerderheid van de raad heeft verwoord via de aanvul
ling op punt 7, zoals hij dat daarnet heeft aangekondigd, dat hij dat heel juist
vindt; dat hij dat de meest ruime mogelijkheid vindt om tot een in alle opzichten
verantwoorde studie te komen. Dat is voor hem op dit moment werkelijk het aller
uiterste.
De heer SMITS heeft het verhaal gehoord van de heer Westerhof. Zijn fractie kan
zonder meer achter het eerste gedeelte staan. Met het tweede gedeelte heeft zijn
fractie moeite, maar, om in de termen van de heer Westerhof te spreken, hy wil
geen bloed zien en de WD-fractie is bereid om daarin mee te gaan met net CDA.
Hij moet dan echter wel opmerken, dat in de discussies van vandaag de WMfractie
aardig wat heeft ingeleverd en dat is.dan voor hem ook heb einae»
De VOORZITTER denkt dat de meningsvorming thans een heel eind op weg is gekomen.
De heer VAN DE WATER heeft begrip voor het standpunt van de heer van cier Velden.
Dit is echter geen motie van wantrouwen ten opzichte van diens beleid^of op dat
gene wat hij tot nu toe heeft gedaan. Daar heeft zijn fractie zelfs grote waarde
ring voor. Hij voelt er niets voor om door lief zijn voor eikaar bepaalde dingen
in een motie te zetten die niet realiseerbaar zijn. Daarom is zijn fractie voor
datgene wat de heer Westerhof heeft verwoord met uitzondering van heb woora
fusie.
Mevrouw VAN DE PUTTE denkt niet dat nu een kwestie aan de orde is in de geest van
lief zijn voor elkaar of niet. Zij vindt het bijzonder spijtig dat het CDA beslist
een voorkeursuitspraak wil, terwijl niemand op dit moment precies weet, wat de
resultaten zullen zijn van een onderzoek naar zowel overdracht als fusie.
Niemand kan daar op dit moment over oordelen dus niemand kan ook een principe
uitspraak doen, vindt zij.
En mevrouw van de Putte was zo duidelijk voor fusie, zegt de heer VAN REIJSi,
Mevrouw VAN DE PUTTE steunt het college-voorstel. Zij vraagt een onderzoek naar
beide zaken» Zij is ook tegen overdracht. Zij wil graag fusie. Zij uil g_aag da
onderzoek daarnaar.
De VOORZITTER wil nog enkele mensen gelegenheid geven om hierop te reageren,
maar hij zal dan toch gaan trachten om tot een zekere synthese te geraken.
De heer WESTERHOF wil opmerken, dat als men op voorhand al weet dat beide corpo
raties beslist tegen een fusie zijn, zowel met elkaar als met het gemeentelijk
woningbedrijf, dan kan men die voorkeur wel uitspreken, of dat wel in het onder
zoek betrekken, maar dan is dat ergens weinig zinvol.
Weet de heer Westerhof dat dan, vraagt de heer VAN DER VELDEN.
Ja, zegt de heer WESTERHOF.
En Mevrouw VAN DE PUTTE wil de argumenten daarvoor dan graag eens zwart op wit
zien.
En is zij dan alleen een vreemde in Jerusalem, vraagt de heer WESTERHOF. Denkt zij
dat zij daar staman te springen. Dat gelooft toch niemand.
De heer VAN DER VELDEN heeft erg veel waarde gehecht aan de wens van de raad, om
eerst een onafhankelijk onderzoek te plegen, voor In contact te treden met de cor
poraties.