20 Akkoord, zegt de heer TAN DER TELDEN. Aan bewoners dus. Hij moet echter zeggen dat op dit moment gewoon uitgangspunt van het collegebeleid is een raadsbesluit wat genomen is op 28 november 1979» met het voorstel tot het beperken van de overdracht van woningwetwoningen. Daarin wordt aangegeven, dat dat niet meer zal worden gedaan, minus het aantal complexen wat daarvoor wel in aanmerking kwam. Dat beleid wordt nog steeds door het college konsekwent doorgevoerd. Het zal aan de raad zijn om dat beleid extreem te wijzigen. Hij gelooft en^hij is het daar heel uitdrukkelijk mee eens, los van de verdere invulling, met de heer Franken die stelt dat dat niel wenselijk is. Hij gelooft dat het niet juist is om een goed woningbestand, een goedkoop huur woningbestand te gaan verkopen. Die woningen zullen ten allen tijde beschikbaar moeten worden gehouden voor die bewoners die, om welke reden dan ook, niet in staat zijn om een woning le kopen of dat niet kunnen} zeker in de komende tijden zal dat nog eens ex^ra benadrukt moeten worden. De heer Smits vindt het toch wel belangrijk om woningen aan de burgers te ver kopen en hij komt dan met een voorbeeld uit de Gentiaanstraat of daaromtrent Spreker vindt dat niet helemaal een gelukkig voorbeeld. Hij vindt dat daar zeker ook wel het gevaar inschuilt van een waardeoordeel, dat zij die een huis kopen per definitie dat ook goed onderhouden en dat zij die een huis nuren dat niet zouden doen. Dat vindt hij onjuist gesteld. Hij zou die conclusie zeker niet zo willen trekken. Als het daarbij dan gaat over voordeuren wel of niet goed is het zo, dal als de gemeente een woning verhuurt en de deuren zijn niet goed, de gemeente moet trachten als verhuurder al kan dat ook een corporatie zijn dat deuren en dak b.v. er netjes uitzien. Hij vindt het voorbeeld van de heer Smits dus erg ongelukkig gekozen. In ieder geval is het niet de conclusie van spreker. Hij moet ook opmerken, dat hij de raad terdege zou willen afraden om het voorstel of het besluit van 1979 te gaan wijzigen. Dat beleid is nog eens duidelijk onderschreven door de beide woningbouwcorporaties, in hun schrijven, waarin zij opmerkten dat zij niet voornemens zijn om de woningen te gaan verkopen. Hij moet daarbij opmerken dat dat met name geldt voor Soomland gedurende de eerst komende 5 jaar en voor de Woningbouwvereniging Bergen op Zoom die daar een nuance ring in aanbrengt. Hij begrijpt echter ook uit de woorden van de heer Smits, dat de WD zegt: als ae meerderheid van de raad daar niet voor zou voelen, dan hebben wij daar begrip voor en leggen we ons daarbij neer. Het is duidelijk dat de TVD pleit voor de afstoot van woningen. Ter verduidelijking van de begrippen zoals de heer Franken die aanbrengt moet hij zeggen dat hij die juist vindt. Hij denkt dat als het gaat om die overdracht, dat dan een zaak is die toch de nodige haken en ogen in zich bergt. Dat is door het college dan nog eens verwoord in de aanbeveling op pagina 373» Het college is van mening, dat er een bevordering van vergaande samenwerking moet komen. Hij constateert: op een aantal taken. De heer Smits zegt: dat zal verder uitgebreid moeten worden. Daarover zegt het college dan bij aanbeveling 7: wanneer aanbeveling 3 voldoende is onderzocht kan men ook op 7 daar verder op uitkomen. Zij die het rapport, maar ook de adviezen van o.a, de Nationale Woningraad goed hebben bestudeerd, zijn tot de conclusie gekomen dat er nog heel wat barrières geslecht zullen moeten worden alvorens verder kan worden gegaan. Dit rapport heeft ook niet meer willen zijn dan een duidelijke inventarisatie van de problematiek, alsmede het aangeven van knelpunten wanneer men bepaalde oplossingen, in welke richting dan ook, zou willen voorstellen. De heer Smits komt dan heel duidelijk met het voorstel, om alle aanoevelingen over te nemen, behalve dan een aantal kanttekeningen die worden geplaatst, maar die zijn, dacht spreker, genoegzaam bekend. Met name ook, om dan het onderzoek van overdracht te laten bestuderen door een aparte commissie uit de raad. Hij gelooft dat aan deze problematiek op allerlei terreinen veel haken en ogen zitten. Naar zijn mening is de eerstaangewezen commissie om over deze zaken te

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 324