18 Mevrouw VAiï DE PUTTE wil even inhaken op 3 van de aanbevelingen waarin het colle ge spreekt over "bevordering van vergaande samenwerking op een aantal taakge'bieden. Zij zou daar graag het volgende over willen zeggen. Voor D'66 zijn er 2 uitgangspunten essentieel. 1de gemeente dient maatgevend te zijn bij de formulering van toewijzingscriteria; beleidsuitgangspunten op het gebied van de ruimtelijke ordening en sociale huis vesting liggen hierdoor in één hand. Bovendien getuigt het in een tijd van schaarste van realiteitssin bij de dan ont stane markt wanverhoudingen, om een objectieve instantie met het toewijzingsbeleid te belasten. 2. zoveel mogelijk taken die niet door de overheid behoeven te worden uitgeoefend dienen in particuliere handen te worden gelegd; het z.g. privatiseren. Dit betreft vooral zaken als onderhoud en beheer. Beide, op het oog tegenstrydige uitgangspunten, zijn verenigbaar in een model, •waarbij gekozen wordt voor een fusie tussen het gemeentelijk woningbedrijf en de beide corporaties. In de fusievoorwaarden dient vorm, zeggenschap van de gemeente helder en duidelijk te worden vastgelegd. Voor iedere andere oplossing zijn in nederland een aantal voorbeelden te vinden. Zij wal er 2 noemen, n.l. Venlo die kan leren hoe het niet moet. Zij hielden een totale uitverkoop aan particulieren en corporaties van de verhuursector; de ge meente daar is practisch machteloos geworden bij de toewijzing in de sector v.Taar de sociaal zwakkeren zich bevinden. Een ander voorbeeld is Amsterdam. Dat laat een harmonisch samengaan zien tussen het gemeentelijk woningbedrijf en de vele corporaties. Toewijzing is centraal ge regeld en in handen var. de gemeente. Zij zou graag zien dat het college een nota opstelt, waarin de mogelijkheid van een fusie wordt onderzocht. Hierin dient ook te worden bezien, welke vorm het meest geschikt is en welke personele en financiële konsekwenties hieraan ver bonden zijn. De heer VAN DER VELDEN wil beginnen met de constatering dat er hedenavond veel woorden zijn geihjd aan een onderwerp wat de afgelopen maanden de- nodige gedach- tenwisselingen heeft losgemaakt, hetzij in commissievergaderingen, hetzij in frac tievergaderingen, maar dat tevens ook de gemoederen heeft bezig gehouden^bij andere groeperingen die op enigerlei wijze bij de problematiek van het woningbedrijf re spec tie vel ijle volkshuisvestingsbeleid in zijn algemeenheid betrokken zijn. Hij gelooft dat geconstateerd moet worden, dat het een goede zaak is dao op een dergelijke wijze eenieder vanuit zijn/haar visie zich toch wel met deze zaak heeft beziggehouden. Dat verhoogt de participatie en dat is iets wrat de overheid toch heel nadrukkelijk graag wil, Welnu. Bij deze problematiek is de aanzet aanzienlijk geslaagd te noemen, dacht hij. Men moet niet verhelen, dat er vele visies zijn m.b.t. de aanpak van deze proble matiek. Laat hij vooropstellen, dat er vanavond in zijn ogen geen besluiten^ genomen kunnen worden. Waarom niet? Omdat enige sprekers hebben dat nog eens uitdruk kelijk verwoord, met name ook de heer Eranken van de CDA—fractie het nieo een zaak is die men even van de ene dag op de andere kan regelen. Er zitten téveel facetten duidelijk aan verbonden. Men" heeft één ding gemeen en dat is duidelijk de intentie, ook van het college, om door te gaan op de ingeslagen weg om onderhoud te blijven plegen aan de com plexen woningen. Dat zal doorgang moeten blijven vinden. Dat is men verplicht aan de huurders. Verder: dat wordt getracht om financiëel organisatorisch en admini stratief de zaak ook verder verbeterd te krijgen. Dat dat noodzakelijk is moge blijken uit het rapport en ook uit een aantal adviezen die vrij snel naar aanleiding van dit rapport aan het college zijn voorgelegd. Hij denkt hierbij met name aan het voorlopig rapport van de Nationale Woningraad waaruit ook mogé blijken dat een vervolg daai'op noodzakelijk zal zijn. Van belang is dan wel, dat de raad uitspreekt, welk beleid men wenst te voeren op het terrein van de volkshuisvesting en wat daarin de positie is van het ge meentelijk woningbedrijf.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 322