15 pnaar men mag deze deeltaken, die ook door anderen kunnen worden gedaan, - zie de brief van de Nationale woningraad op bladzijde 5 - niet in een kontekst zetten, waardoor de wezenlijke taken op volkshuisvestingsgebied enigszins geweld worden aangedaan. Eet is naar zijn mening juist dat de taak van de gemeenteraad is - zoals de Natio nale Woningraad schrijft - om de uitgangspunten van het volkshuisvestingsbeleid en/of woonruimteverdelingsbeleid vast te stellen. De uitvoering van dat beleid geschiedt door anderen, In het rapport staat op bladzijde 23-30, dat de enige duidelijke rol van het gemeen telijk woningbedrijf is*, het hebben van een instrument om goedkope woningen aan te kunnen bieden. Dat voert hem even naar de problematiek van de woonruimteverdeling. Sommigen zijn van mening, dat de vraag naar en het aanbod van woonruimte slecht op elkaar is afgestemd. Er is een roep om een beleid, dat nieuwe en vrijkomende woningen doelmatiger en rechtvaardiger kan gaan verdelen. Begrippen als doelmatiger en rechtvaardiger behoeven in dit verband dan wel con cretisering. Wie zal echter de hoogste Wijsheid spreken als het gaat om de vraag, v/ie in een gegeven situatie het meest aanspraak kan maken op een woning. Deze relativering moet echter een aansporing zijn, om het verdelingsbeleid zo goed mogelijk vast te leggen in een inschrijvingsurgentie en toewijzingsregels. Daar ligt de taak van de gemeentelijke overheid. Dat is echter geen gemakkelijke. De Nationale Woningraad schrijft dan ook, naar zijn mening terecht, in de brief, dat voor het vaar maken van een verantwoordelijk toewijzingsbeleid het niet noodza kelijk is te beschikken over een woningbedrijf Gewezen moet dan ook worden op hetgeen de wetgever heeft vastgelegd in het besluit op de toegelaten instellingen» In artikel 15 staat; toegelaten instellingen dienen woningen te verhuren aan per sonen, behorende tot die groepen van de bevolking, die moeilijkheden ondervinden bij een passende woonruimte. In artikel 16, door de wetgever zelf vastgesteld, staat dat de woningen waarvan de huur verhoudingsgewijs laag is, zoveel mogelijk door de toegelaten instellingen verhuurd dienen te worden aan personen die daarvoor in aanmerking komen, riet rapport komt al tot de conclusie, dat het woningbedrijf een belangrijk middel is maar een niet onontbeerlijk middel voor het volkshuisvestingsbeleid van deze gemeente. De Nationale Woningraad relativeert dat verder door te stellen; gemeen te? het is uw taak om de uitgangspunten van het volkshuisvestingsbeleid vast te stellen en laat de uitvoering van uw beleid aan anderen over» Nu over verkoop of overdracht van woningen. Het is naar zijn mening bepaald onjuist, de verkoop van woningen gelijk te stellen met overdracht van woningen. Terkoop van. woningen onttrekt woningaanbod bestemd voor de vraag van de laagstbetaalden en/of sociaal zwakkeren. Bij overdracht van woningen is dat niet het geval. De woningen gaan dan over aan instellingen o_ie juist door de wetgever verplicht zijn te voldoen aan het uitgangspunt om woningen aan te bieden aan de laagstbetaalden en/of sociaal zwakkeren. Verkoop of overdracht is dus duidelijk niet hetzelfde. Terkoop van woningen met een lage huur wijst zijn fractie af. Gemeente en woning bouwcorporaties moeten kunnen blijven voldoen aan de vraag naar woningen voor de laagstbetaalden en/of sociaal zwakkeren. Op uitzonderingen na is de verkoop van woningen uit het gemeentelijk woningbezit bij zijn fractie niet aan de orde. In het woningbedrijf - en dat zijn dan die uitzonderingen - zijn een aantal ver spreide woningen» Deze mogen, wat zijn fractie betreft, worden verkocht. Terder zijn er in het verleden wel eens complexen voor verkoop aangewezen. Indien er binnen deze complexen - en dat zijn niet zulke grote - reed_s 50% of meer woningen zijn verkocht, kan wat zijn fractie betreft_ook de rest worden ver kocht. Beide uitzonderingen zijn om pragmatische redenen en tasten geenszins het hoofdprincipe aan. Overdracht van woningen aan instellingen die juist uitvoering geven aan het door de rijksoverheid en ook docr de gemeente verlangde sociale volkshuisvestingsbeleid wijst zijn fractie In principe als mogelijkheid niet af. Hij wijst er op, dat bij vele gemeenten dit reeds is gebeurd.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 319