14 Zelfs bij een rente van 8vindt hij bij een aantal complexen negatieve exploitatie- saldi, die totaal bij elkaar zo'n 5 miljoen bedragen. Hij twijfelt er niet aan, dat herstel van deze complexen gewoon een noodzaak is, maar het is toch onaanvaardbaar, dat exploitatie van complexen zich zo zou ont wikkelen. Het valt op dat er voor een klein aantal complexen nog rijksbijdrage wordt verkre gen, Rente—conversie neemt het rijk naar zijn mening mee in de exploitatiekosten. Hij vraagt zich af, of het niet mogelijk is meer rijksbijdrage in de exploitatie kosten te verwerven. Uiteraard voor de complexen waarvan de exploitatiesaldi negatief zijn. He exploitatie van het woningbedrijf zal gewoon verbeterd moeten worden. Met klem stelt hij, dat dit niet moet gaan door bovenmatige huurverhogingen, maar wel redelijke noodzakelijke aanpassingen. Nog meer, het beter beheersen van alle kostenfactoren. Uit de jaarrekening 1981 is gebleken, dat c.a. 650.000.- aan negatieve saldi ten laste van de algemene bedrijfsreserve zijn gebracht. Het voert te ver om hierop nu in detail in te gaan, al heeft hij er wel duidelijk een mening over. Het tegengaan echter van dergelijke zaken zou de exploitatie aanzienlijk verbeteren. In het onderhoudsfonds wordt bij de huidige normen ca. 2,2 miljoen per jaar bijge stort. Opgemerkt moet worden, dat de helft, dus ca. 1,1 miljoen, reeds weggaat aan personeelskosten, die ten laste van dit fonds komen. Het is duidelijk, dat er dan veel en veel te weinig overblijft voor groot onderhoud. Verbetering van deze verhouding lijkt zijns inziens -gewoon geboden. Tot zover enige financiële kanttekeningen waaraan naar zijn oordeel aandacht zal moeten worden besteed ter verhoging en ter verbetering van het resultaat van het woningbedrijf. Het rapport besteedt terecht ook nog al wat aandacht aan het personeel. Hij heeft goede nota genomen van de brieven van de vakbonden hieromtrent. Ook de PvdA—frac tie schrijft hierover in een brief van 18 mei j.l, Men ontkomt er naar zijn mening niet aan, dat er in het rapport op bladzijde 13 staat, dat met name de capaciteit van de werkplaats te ruim Is en dat ondanks de terugloop van het aantal woningen het personeel van beheer en administratie met 5096 is vermeerderd. In het' schrijven van de Nationale woningraad wordt een organi satieonderzoek aanbevolen. Hij schat in, dat men daar niet a an zal kunnen ontkomen. Naar aanleiding hiervan wil hij duidelijk stellen, dat als gevolg van dit rapport er wat hem betreft geen ontslagen behoeven te vallen. He mensen dienen ook hun rechtspositie te behouden. Wel acht hij overplaatsing, een mogelijke overplaatsing naar andere takken van dienst een niet te voorkomen zaak of een mogelijke deta chering bij een van de woningbouwcorporaties. Vanzelfsprekend dient dit te gebeu ren in een goed en eerlijk overleg met de betrokkenen en de vakbonden. He mensen van het woningbedrijf behoeven zich, wat de CHA-fractie betreft, dus niet ongerust te maken. Anderzijds weet hij zeker, dat men reëel genoeg is om de huidige situatie eerlijk te onder-kennen. Hij komt nu tot de volkshuisvesting en de taak van het gemeentelijk woningbedrijf daarbij. Het behoeft geen enkel betoog, dat de zorg voor de volkshuisvesting een zeer be langrijke taaie van de gemeente is. Heel kernachtig zegt het rapport op bladzijde 28,-dat de rol van de plaatselijke overheid is: het scheppen van voorwaarden om het wonen mogelijk te maken. He voornaamste beleidsmaatregelen die de gemeente binnen de volkshuisvesting kan treffen liggen op het gebied van nieuwbouw-programmering, de woonruimteverdeling en de bestaande woningvoorraad. Naast deze belangrijke elementen zijn er nog andere. Hén ding is echter duidelijk: elk element kan niet los worden gezien van een to taal beleid. Er dient een samenhangend beleid te worden"gevoerd. Als dan in het schrijven van de PvdA-fractie van 18 mei j.l. moet worden gelezen, dat bij overdracht van woningen de gemeente haar taak op volkshuisvestingsgebied verliest, dan meent hij, dat zij de gemeentelijke taak dan veel en veel te eng zien. Bedoelt de PvdA in die brief te zeggen, dat de toewijzing, doorstromingen direct contact met de bewoners een belangrijke deeltaak is, dan is dat ongetwijfeld waar,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 318