12
Zijn fractie is van mening over de verkoop van woningen, dat er over bergenaren
wordt gepraat, over de eigen mensen die hier wonen; die er ook langdurig willen
blijven wonen en voldoen aan alle normen die de overheid stelt.
Een bijkomende factor is dus, dat de algemene bedrijfsreserve dan wat florissanter
van aanblik wordt.
Hij heeft hier nog al wat over gezegd.
Blijft echter het feit, dat de WD-fractie er geen principiële kwestie van wil
maken. Als de raad in, overgrote meerderheid zegt, dat men de lijnen van de WD
wat dit betreft niet wil volgen of niet zo ver wil volgen, dan zal zijn fractie
daar geen halszaak van maken. Het neemt echter niet weg, dat zijn fractie wel
vindt dat de visie ter kennis van de raad gebracht mocht worden.
Hij heeft nu een heel verhaal afgestoken, maar toch blijft nog de vraag, ook al
heeft hij dat allemaal gesteld, of er überhaupt wel belangstelling is.
Ook dat zou een zaak moeten zijn die eerst onderzocht zou moeten worden.
Hij kan het natuurlijk allemaal wel erg mooi voorstellen, maar- als er geen belang
stelling is dan is men daarover erg gauw uitgepraat en hoeven helemaal geen
principiële punten ervan gemaakt te worden.
Het verkopen wordt ook nog al eens genuanceerd benaderd. Zijn fractie zou veel
liever hebben, dat dat pex" complex eens bekeken zou worden. Dan komt men complexen
tegen waarvan men zegt: dat zou gemakkelijk kunnen; daar is erg veel belangstel
ling.
Op een ander moment zal men moeten zeggen: dat complex heeft helemaal geen belang
stelling of het hele gebeuren daar roept zodanige moeilijkheden op omdat er te
veel in elkaar verstrengelde situaties zijn dat dat beter niet kan worden gedaan.
Dat kan hij echter van op een afstandje ook niet zeggen. Dat zal allemaal onder
zocht moeten worden.
Dat was dan in grote lijnen zijn verhaal over punt 6,
Deze beide punten, 6 en 7, wijzen er dus op dat er een vervolg zal moeten komen.
Daar komt hij dan direct nog op.
Hij wil eerst nog wat zeggen over de eerste 5 aanbevelingen van het college.
Het de punten 1, 2, 4 en 5 heeft zijn fractie geen problemen.
Er zijn een paar aanbevelingen bij waarvan zijn fractie vindt dat die open deuren
intrappen. Dat had al lang aan de gang kunnen zijn en hoeft geen raadsuitspraak
over gevraagd te worden.
Punt 3 is dan wat anders. Als men zijn verhaal van daarnet goed heeft beluisterd
ten aanzien van zijn visie over de overdracht van de exploitatie en een moge
lijke verkoop van een gedeelte van de woningen, dan wordt punt 3 natuurlijk voor
zijn fractie wat moeilijker om daar ja op te zeggen.
Dat moet duidelijk zijn.
Hij heeft een voorstel. Om dit allemaal te onderzoeken, om te spreken met.' de
woningbouwcorporaties, om eventueel te spreken met de ambtenaren, want ook die
zijn uiteraard in het geding, om te praten in het georganiseerd overleg, om al
die zaken voor te bereiden, is zijn fractie voor het benoemen van een raadscom
missie, die als opdracht meekrijgt: het onderzoeken van de mogelijkheid van over
dracht van het beheer van het gemeentelijk woningbedrijf.
Van de mogelijkheid voor het verkopen van een deel van het voningbezit aan de
bewoners volgens de richtlijnen van de rijksoverheid.
Het' onderbrengen uiteraard van de overige woningen bij de toegelaten instellingen.
Een voorstel wat nog veel open laat en waarbij nog veel bespreekbaar is en blijft.
Hij wil het hierbij laten in eerste termijn en eerst de visie van de andere frac
ties afwachten.
De heer 33A3CX wil voor alle duidelijkheid nog even aan de heer Smits vragen, nu
deze in de commissievergadering heeft gesproken over verkoop aan particulieren
van ongeveer 1.200 woningen en dan de rest eventueel naar de corporaties, of dat
hetzelfde is als wat nu in de voorstellen wordt gedaan.
De heer SMITS heeft bij moedwil in deze eerste ronde die getallen niet genoemd.
Dat heeft hij in de commissie wel gedaan om te accentueren het idee van de WD,
om woningen over te doen aan de mensen die er in wonen, zoals hij daarnet heelt