7
Dat is de VOORZITTER volstrekt duidelijk maar hij was even een technisch probleem
aan het oplossen nu de bode even niet op zijn plaats is.
Verder vraagt hij zich even af of hier sprake is van een keuze.
Zeer duidelijk, zegt de heer EIJPELS en hij wil graag even uitpraten^als de heer
Westerhof, die het blijkbaar weer beter wil weten, hein in de rede wil vallen.
Haar het gaat nu niet over Albert Eeyn, zegt de heer VESTERHOF
Straks is er echter toch een besloten zitting over personen en is het dan niet
verstandig om dit punt dan stx^aks gelijk even mee te nemen.
De heer VAN HEIJST vul het nu maar gelijk even afwerken.
De VOORZITTER is de mening toegedaan, dat het in deze niet over een persoon gaat
maar vanneer de raad zijn stem voor of xegen ontslag daar gaao hex n.l. om
schriftelijk wil uitbrengen heeft hij daar geen bezwaar tegen.
De heer HIJPELS wil persé een schriftelijke stemming.
De VOORZITTER vindt dat artikel 55 van de gemeentewet dat niet bindend voorschrijft.
Dat bestrijdt de heer HIJPELS. Eet gaat zuiver over personen.
Het is een zakelijke toestand, meent de heer DU JONGE. Het gaat om een brief.
De VOORZITTER moet zeggen dat de kern van artikel 55 van de gemeentewet is, dat
de raad een keuze doet of een voordracht volgt. Daarvan is in deze geen spi'ake.
Wanneer de heer Hijpels schriftelijke stemming wil en op het briefje dan vermeld
v.ril zien, of men voor of tegen het ontslag is, heeft hij daar geen problemen mee.
Hij schorst de vergadering een moment om gelegenheid te geven de stembriefjes rond
te delen.
Ha heropening van de -vergadering benoemt de VOORZITTER tot leden van de commissie
tot stemopneming de heren M.Pranken, de Laet en de Jongh en hij wijst de heer Pran—
ken als voorzitter aan.
De heer PRAMEN deelt mede dat zijn uitgebracht 27 stemmen, waarvan voor het ont
slag 18 stemmen en tegen het ontslag 9 stemmen.
De VOORZITTER kan constateren, dat de brief, zoals door het college voorgesteld,
dus verzonden kan en zal worden. Hij dankt het stembureau voor hun werkzaamneden.
5, Te berichten conform concept-brief op:.
1Schrijven van het dagelijks bestuur van het Streékgewest Westelijk Noord-Bra
bant dd. 15 april 1983 inzake Programma Streekgewest 1984.
2. Schrijven van Werkgroep Anti—fascisme,te Bergen op Zoom dd. april 1933 Inzake
c one ept-re s oluti e
De heer DE JONGE wil namens zijn fractie enige opmerkingen maken bij punt 2.
Allereerst wil hij de waardering van zijn fractie uitspreken voor het project over
het anti-fascisme. Ruim een maand lang is Bergen op Zoom met de neustop de feiten
gedrukt on een mogelijk gevaar van het fascisme, dat in deze samenleving steeds
weer opnieuw opduikt. De motie die is neergelegd In deze brief van de werkgroep
geeft hem aanleiding om daar toch nog enige opmerkingen over te maken.
Uit de motie kan n.l. worden gelezen, dat alleen het huidige sociaal-economische
beleid in nederland zou kunnen leiden tot een ongelijkwaardige ^behandeling van
mensen. Dat is naar de mening van zijn fractie een simplificering van een complexe
materie. Haar zijn mening zijn er vele oorzaken die kunnen leiden tot ongelijkwaar
dige behandeling onderling. Hij wil er een aantal noemen.
Het feit dat de economische macht in handen van slechts enkelen is gelegen.
Het milieu waarin men is geboren bepaalt nog steeds, in grote mate de levensloop
van elke mens.
Het feit dat van een gelijkberechtiging tussen groeperingen, b.v. mannen en vrou
wen, feitelijk nog steeds geen sprake is.
Het doemdenken, dat in deze huidige tijd regelma.tig is te horen.
Een toenemende bureaucratisering van de samenleving.