6 dat ook niet-ingezetenen kunnen worden "benoemd. Thans ligt er het feit, dat de heer Bouma zich metterwoon in het "buitenland heeft gevestigd. Wanneer wordt gekeken naar de marginale eisen die worden gesteld aan gemeente raadsleden en benoemde gemeentebestuurders, dan ziet men dat voor allen geldt, dat zij in de gemeente moeten wonen en dientengevolge ook ingezetene van het Rijk zijn, Yoor de burgemeester kan van deze verplichting koninklijke ontheffing worden verleend. Als echter een raadslid de gemeente metterwoon verlaat, vervalt het raadlid- maatschap van rechtswege. Een analoge toepassing van de desbetreffende artikelen uit de gemeentewet vindt men in artikel 3 van de door de raad vastgestelde verordening betreffende deze commissie, waarbij de raad zich thans moet uitspreken, of hij zich aan die des tijds gekozen beginselen wil houden. Bat is de keuze die de raad momenteel moet doen. Hij wil daar nog aan toevoegen, dat het college aan het ingezetene zijn, zowel van het rijk als van de gemeente, veel waarde., toekent en voorzover de raad waarde hecht aan het oordeel van spreker, sluit dat volledig aan bij dat van het college. Hij vindt dat de op zich marginale eisen die in de gemeentewet aan de gemeente bestuurders worden gesteld, ook aan leden van commissies mogen worden gesteld die de bevoegdheden van raad en college overnemen. Tenslotte merkt hij op, dat het college voor het functioneren van de heer Bouma grote waardering heeft. De heer HIJPELS heeft even een vraag tussendoor. Be voorzitter zegt dat dit nauw verbonden is san de bepalingen van de gemeentewet. Er is toch ook een welstands commissie waarvan hij meent te weten dat alle 3 leden van die commissie niet uit Bergen op Zoom komen maar die zijn wel door deze raad benoemd. Hij vindt dat dit dan irikonsekwent zou zijn ten opzichte van de heer Bouma. Yerder is hij er van overtuigd, dat aan de heer Bouma geen ontslag kan worden ge geven. Als hij verder de vraag van de heer van de Water even mag beantwoorden, de heer Bouma heeft 1 maand voor zijn benoeming bedankt als raadslid en de wet zegt dat men op dat moment niet meer aaneensluitend lid is van de raad. Bat is dan de reden dat de heer Bouma nu nog wel kan blijven zitten. Bat was dus een technische reden, meent de heer YAM DE WATER. Hormaal gesproken was de heer Bouma gekozen voor maximaal 2 perioden. Bat geldt voor ieder burger lid, dus normaal was hij nu ook aftredend geweest. De VOORZITTER kan dat in artikel 4 van de verordening, wat op dit ogenblik door hem wordt nagelezen en wat uit 7 leden bestaat, niet terugwinden, wat die maxima le zittingsperiode betreft van 8 jaar. Beter gezegd, daarover staat niets in de verordening. Hij wil tot de heer Hijpels zeggen, dat aan het welstandscollege geen bevoegdheden zijn overgedragen en aan de AROB-commissie wel. Hij meent dat dit een eminent verschil uitmaakt. Het welstandscollege is en blijft een adviescollege en aan de AROB-commissie zijn de bevoegdheden van de raad overgedragen, voor wat betreft de behandeling van de bezwaarschriften, en dat is naar zijn mening ook de belangrijke kern van deze. zaak. Bat heeft het college er toe gebracht - hij herhaalt dit nog maar eens om te zeggen dat de bepalingen die in de gemeentewet op gekozen en benoemde bestuurders van toepassing zijn, in beginsel ook van toepassing dienen te zijn op leden van commissies die de bevoegdheden van de raad overnemen. Bat is dan. simpel de analoge toepassing van de gemeentewet. Hij geeft de raad er graag alle gelegenheid voor om daar anders over te denken. Als de heer HIJPELS het goed begrijpt, gaat die brief dan nu zo weg. Bat moet de raad dan nog wel éven besluiten meent de VOORZITTER. Bit gaat echter over personen, meent de heer HIJPELS en hij heeft altijd een idee dat als over personen wordt gesproken, daar ook altijd schriftelijk over gestemd moet worden. In deze dus ook over oie onuslagbriet

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 310