m Be VOORZITTER weet dan niet of de conclusie die de heer Bakx nu trekt door de raad wordt gedeeld. Tot nu toe was dat niet het geval. Hij heeft de heer wester- hof zijn standpunt opnieuw horen bevestigen en constateert dat de VVB- fractie daar thans wat van afwijkt. Hij wil vragen hoe andere leden van de raad hierover denken om te zien of het voorstel van mevrouw Koorman wat door de heer Bakx wordt ondersteund eventueel een meerderheid in de raad kan verkrijgen. Be heer VAN BE WATER kan zeggen dat zijn fractie er geen problemen mee heeft. Be heer WESTEREOP zegt van mening te zijn dat deze brief aanleiding geeft om in de eigen partijen actie te ondernemen. Hij vindt met dat de raad in deze een taak heeft. Hij vindt dat dit buiten de werkzaamheden van een gemeenteraad valt. Be VOORZITTER zegt dat dit standpunt in het verleden immer is ingenomen. Hij constateert nu alleen, dat misschien een meerderheid van de raad een ander ge voelen schijnt te hebben. Mevrouw NOORMAN protesteert geenszins tegen het standpunt van het CBA. Mendis ook niet van mening veranderd. Zij blijft van mening dat dit een landelijke zaak is. En dat dientengevolge de minister van buitenlandse zaken op de hoogte moet worden gebracht van de gevoelens van de raad, veronderstelt de VOORZITTER. Hij denkt dat het het verstandigst is, dat, om dat eventueel duidelijk te kunnen maken, hij de raad moet vragen om, als het standpunt van mevrouw Koorman wordt gesteund, dit kenbaar te maken door middel van handopsteken. Baaruit blijkt dat 16 raadsleden het voorstel van mevrouw Koorman ondersteunen en dientengevolge zal er een brief uitgaan naar de minister van buitenlandse zaken met de voorgestelde tekst door het C.E.B.R.i. en waarmede deze minister van net gevoelen van de meerderheid van de raad op de hoogte zal worden gesteld. Wat punt t betreft en het feit dat mevrouw van de Putte daar het woord over wil voeren, wil de. VOORZITTER voorstellen, om dat aan het eind van de vergadering te behandelen en daarbij dan de deuren te sluiten. Het gaat om een oordeelsvorming over een individueel geval hetgeen naar zijn mening beter met gesloten deuren kan geschieden. Be behandeling van dat punt wordt zo lang aangehouden. Be heer BS JOKGH heeft een opmerking bij punt w. Hij zou n.l. graag 3 vragen willen stellen naar aanleiding van dit punt. 1waarom komt deze circulaire pas nu aan de orde nadat die al 5 maanden in bezit van de gemeente is. 2. wat is er in de periode 31 december 1982 tot heden met deze circulaire gedaan. 3. wat is het college mogelijk van plan met de circulaire te gaan doen; er zijn naar zijn mening een aantal mogelijkheden. Men kan het opbergen in het archief. Men sou het kunnen brengen in^de commissie volkshuisvesting. Men zou kunnen gaan studeren op de problematieK die hierin is genoemd om te zien of daardoor eventuele toekomstige problemen voor de ge meente Bergen op Zoom voorkomen kunnen worden. Als men deze laatste vra-ag dan als een multiple choice-vraag zou willen zien dan gelieve het college als antwoord dat laatste alternatief te kiezen. Waarmee het college dan uitdrukkelijk wat voorgeprogrammeerd is, denkt de VOORZITTER Be heer VAK BSR VELBEN kan antwoorden, dat het voornemen van het college is, om deze brochure in de komende vergadering van de commissie volkshuisvesting te be handelen. Baar is de heer BE JOKGH tevreden mee, Be heer VAK BE WATER wil bij punt u nog opmerken, dat zijn fractie adhesie wil be tuigen met het schrijven van deze verenigingen. Hij vindt het juist dat regelmatig door dit soort brieven de aandacht op dit gebied blijft gevestigd. Zonder hoofdelijke stemming worden de ingekomen stukken verder voor kennisgeving aangenomen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 308