53
tijd niet alle renovatie- en groot-onderhouds-projecten binnen de planning kan halen.
Dat betekent dan, dat die meerjarenplanning bijgesteld moet worden.
Dat blijkt al uit dat groene boek van heden vergeleken bij het groene boek van vorig
jaar. Dat verklaart dat dit complex waarschijnlijk ook naar achteren moet worden ge
schoven maar dat het normale onderhoud vat moet gebeuren nu plaats zal moeten vinden,
wil men een verdere kwaliteitsverslechtering tegengaan.
De heer Franken heeft dat in 1e termijn ook al betoogd.
Dat betekent dat bij een eventueel groot-onderhoudsproject die activiteiten niet mee
worden genomen. Het onderhoud wat nu wordt uitgevoerd, hier en daar een kwastje
verf en een slotje vervangen valt ook helemaal niet onder een groot onderhoudspro—
ject te brengen en vandaar dat dat nu zo moet gebeuren.
Hij meent dan dat dit hetzelfde antwoord is als wat hij in de commissie heeft gegeven.
De VOORZITTER vil de heer Smits gelegenheid geven hierop te reageren omdat hy de
mening is toegedaan dat deze niet helemaal tevreden is met dit antwoord.
De heer SMITS begon er daarom juist bij zijn verhaal over dat onderdelen van volkshuis
vesting vaak achteraan op de agenda staan. Het hele college zit dan naar de klok te
kijken en dan komen dit soort vraagstukken aan de orde maar dientengevolge ook maar
half uit de verf.
De VOORZITTER zegt dat niet alleen het college naar de klok kijkt. Hij wil de heer
Smits toch alle gelegenheid geven om te reageren.
De heer VM DER VELDEN kan, ondanks het uur, echt geen ander antwoord bedenken.^
Dat is gewoon zijn eerlijke mening. Hij vindt ook, dat als er in de commissie al uitge
breid over is gesproken en men met exact dezelfde vraag is gekomen, dat hij daar toen
een uitgebreid antwoord op heeft gegeven en nu weer hetzelfde.
Dan moet hij dus in herhaling vallen. Hij vindt het dan toch jammer dat de heer Smits
het onbevredigend vindt maar dat is da.n wel zijn eigen conclusie.
En daar blijft het dan helaas bij op dit moment kennelijk, constateert de VOORZITTER.
De heer SMITS blijft moeite hebben met het feit dat de raad een maand geleden dat
groene boek in bezit krijgt vaar men 2 jaar geleden al om heeft gevraagd. Daar staan
dan wat onderhoudsplannen in en bij het eerste het beste geval wordt daar al van af
geweken.
De heer VAN DER VELDEN vindt dit een onjuiste constatering. Er is een onderhouds-
planning, 'een meerjarenplanning bij het woningbedrijf. Een van de eerste meerjaren
planningen binnen het gemeentelijk apparaat. Die moet ieder jaar worden bijgesteld.
Dit jaar is er een groen boek:'; vorig jaar was er een groen boek. Het jaar daarvoor
was er een groen boek. Dit is dan een bijstelling.
Dan moet nu niet worden gesteld dat dit groene boek nu zo maar uit de lucht is komen
vallen.
Naar het idee van de heer SMITS heeft hij dat een maand geleden pas gekregen.
Nu ligt er het eerste voorstel en dat wijkt dan aan alle kanten af. Het lijkt er gewoon
niet meer op.
De VOORZITTER heeft toch de indruk dat de raad er verstandig aan doet, of dit nu voor
of achteraan de agenda staat, om al dit soort zaken in de commissie te bespreken.
Dit zelfs in de volgende vergadering van die commissie te doen.
Tussen 2 haakjes maakt hij de raad er op attent, dat hij over de frekwentie en het
vergaderen van de raad een voorstel heeft gedaan en een reactie daarop van de zijde
van de raad is uitgebleven.
Wie de schoen derhalve past trekke hem aan.
Hij constateert dat de discussie over dit voorstel thans afgesloten kan worden.
Ook al heeft misschien een van de raadsleden niet datgene bereikt dat hij zou willen
bereiken. Hij geeft het betreffende raadslid toch in overweging om die vragen dan nog
maar eens in de commissie te stellen en te bekijken of daar dan een beter antwoord
uit naar voren kan komen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.