45 Hij vindt echter ook, dat deze weinig met de zaak op zich te maken hebben. Zij zullen ook niet moeilijker of gemakkelijker tot besluitvorming kunnen leiden, Hij wil dan ook vragen om daar verder maar van af te zien. Hij constateert dat van de zijde van de WD-fractie 2 leden tegen zijn en dat de heer Hijpels er tegen is. Verder geen andere leden van de raad. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen met de aantekening dat de heren Smits, Janssen en Hijpels worden geacht te hebben tegengestemd. 20. Voorstel tot het toevertrouwen aan het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant van de taak bestaande uit het instellen en begeleiden van een gewestelijk overlegplatform voor het werkgelegenheidsbeleid en standpuntbepaling met betrekking tot het ge meentelijk overleg inzake werkgelegenheid. "(Verzameling 1983 nr. RO/ïïl"). De heer Yiffl DER STOEL wil namens de WD-fractie zeggen, dat men dit een prima initia tief vindt. Men is blij dat de geesten rijp zijn. Men is verheugd over de min of meer twee-sporige aanpak als men daar deze wat modieuze term voor mag gebruiken. Op gemeentelijk vlak kijken wat men kan doen en op gewestelijk vlak kijken wat men met andere gemeenten samen kan doen. Dat akkoord van zijn fractie houdt dan wel meteen in, dat men uiterst nieuwsgierig is naar wat er dan vervolgens mee gebeurt; naar de concretisering ervan. Wie zich nog kan herinneren dat zijn fractie tijdens de algemene beschouwingen om der gelijke maatregelen heeft gevraagd, kan zich dat wellicht wel indenken. Y/at zijn fractie nu van het college verwacht is dat er nu ook concrete plannen komen waarbij het bedrijfsleven stimulering ondervindt, waanbij de werkloosheid wordt be streden en waarbij met name jongeren een kans kunnen krijgen. Wat zijn fractie niet wil zijn dikke nota's. Men moet nu op deze ingeslagen weg door gaan en men moet een onorthodoxe aanpak niet vrezen. Mevrouw VAN DE PUTTE heeft ook al in de commissie gezegd, dat zij in principe akkoord kan gaan met deze nota. Zij heeft naar aanleiding van die krantenberichten toch wel een paar vragen. Op 23 maart is er een brief binnengekomen van een WM-kracht, speciaal belast met de uitvoering van werkzaamheden op het terrein van lokaal werkgelegenheidsbeleid. Waarom lag deze brief niet bij de stukken. Die man is destijds aangetrokken voor lokaal werkgelegenheidsbeleid. Waarom is hij dan overgeplaatst naar het streekgewest. Eerst waren de initiatieven plaatselijk, gezien het aanstellen van deze^ kracht; toen was het gewestelijk gezien de overplaatsing; nu plaatselijk en gewestelijk gezien de notitie. Is het niet zo, dat gewestelijke werkzaamheden alleen mogelijk zijn op basis van overleg van de reeds gecreëerde gemeentelijke plannen en is in dat kader het dan niet verstandiger om die WVM-kracht terug te plaatsen, om aan het lokale werkgelegen heidsbeleid te gaan werken. Overigens ziet zij toch wel met wat zorg een gewestelijk overleg tegemoet. Eén beleid, samengesteld voor en door 18 verschillende gemeenten, zij is bang dat dat toch zal leiden tot een erg uitgebreide praatclub. De heer DE BRUIJN wil graag eerst de antwoorden van de wethouder op de vragen van mevrouw van de Putte afwachten. Hu kan hij daarom kort zijn. Hij heeft wel één puntje. In het voorstel wordt toch uitgegaan van een soort ontkoppeling tussen enerzijds de economische- of marktsector en van de andere kant de sociale sector. Essentiëel voor een goed werkgelegenheidsbeleid is naar zijn mening echter, dat deze zaken aan elkaar gekoppeld zijn. Ook het gewestelijk arbeidsbureau en het FM hebben daar eerder voor gepleit. Voor een totaal werkgelegenheidsbeleid dus. Naar zijn mening kan juist vanuit werklozen-organisaties in samenwerking met vakbon den en andere instellingen werkgelegenheid worden geschapen. Het sociale aspect er toch apart uitlichten is in feite symptoorn-bestrijding en lost structureel niets op. Een en ander ademt in die zin toch wat de sfeer uit van werk lozen—opvang, dat dan toch iets anders is als werkgelegenheidsoeleid. Het gevaar lijkt hem groot, dat op die manier haanlozen uiteindelijk als een soort

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 260