44 Hij moet gewoon concluderen dat er 2 problemen zijn. lat is dan op de eerste plaats de huidige lokaliteit die verre van optimaal is. lat is ook vastgelegd middels een rap portage van de afdeling bouw- en woningtoezicht. Ie gemeente is gewoon verhuurder en dat legt een aantal plichten op. Maar zij wilden er toch zelf in, met alle ellende, toendertijd, meent de heer NIJPELS. Het pand is in 1978, mede door de raad, aangeboden, kan de heer YJffl IER VELDEN daar op antwoorden. Ie raad heeft toen beslist om medewerking te verlenen aan een onder dak voor de Wereldwinkel. Zij zouden toen een tijdelijk onderdak krijgen,zegt de heer NIJPELS. Verder zijn zij toen begonnen met geen huur te betalen, lat kan men toch moeilijk tijdelijk noemen, meent hij. Ie heer VIE IER VELDEN zegt, dat de heer de Bruijn wat ongenoegen uit. Hij zei het een wat merkwaardige ontwikkeling te vinden als hij de onderhandelingen gadeslaat en der gelijke Naar zijn mening moeten echter,met wie ook wordt onderhandeld, gesprekken worden ge voerd en moet op basis van argumenten tot een definitieve besluitvorming worden gekomen. Dat heeft dan geleid tot dit onderhavige voorstel, wat naar zijn mening duidelijke en pragmatische kanten kent. Hij vindt daar verder van dat de Wereldwinkel, die hier toen wel wat problemen mee heeft, die dan zelf maar op moet zien te lossen. Hij heeft begrepen dat dat ook zeer wel mogelijk is. Hij vindt het jammer - maar hij neemt maar aan dat de heer de Bruijn niet namens die vereniging spreekt - dat dat getypeerd zou moeten worden als zouden zij met de rug tegen de muur staan. Dat is n.l. helemaal niet juist. Hij gelooft dat het college in deze heel snel en adequaat de zaken heeft opgepakt, Dat°betekent, dat de Wereldwinkel een huisvesting krijgt, waar zij diverse activiteiten kunnen plegen. Ook zal men in het kader van de restauratie, wat altijd al is gesteld, ook verder Kun nen. Dat is naar zijn mening ook voor ieder een goede zaak. V/at betreft die ideologische kanten gelooft hij dat het niet juist is om daar nu van avond uitvoerig op in te gaan want dan gelooft hij dat bij vele activiteiten, van wel ke richting of signatuur dan ook, dat ook wel gezegd zou kunnen worden. De heer DE BRUIJN dankt de wethouder voor dit antwoord. Het is hem duidelijk. Hij heeft zeker niet gesproken namens de Wereldwinkel. Als het even mag wil hij wel heel uitdrukkelijk een antwoord geven op het betoog van mevrouw Noorman. Daar heeft mevrouw NOORMAN helemaal niet om gevraagd. Zij heeft alleen iets geconsta teerd. Als mevrouw Noorman het niet wil horen, zegt de heer DE BRUIJN het niet. Mevrouw NOORMAN heeft er helemaal geen behoefte aan. De heer NIJPELS vindt dat de raad nu wel aan het afzakken is. De minderheid wil aan de meerderheid hun wil opleggen, vindt hij. Die tendens ontgaat de VOORZITTER enigszins. De raad zal aanstonds een besluit moeten nemen en hem is nog niet gebleken, hoe dat uit zal vallen. Als het- college dan een besluit van de minderheid uit zou gaan voeren als ware het een besluit van de meerderheid, kan hij niet zo erg volgen. Als men maar begrijpt wat de heer NIJPELS bedoelt. De heer DE BRUIJN begrijpt er niets van maar de heer Nijpels zal het ook wel niet uit willen leggen. De heer NIJPELS vindt gewoon, dat er bepaalde types zijn die altijd en overal voor niets ergens willen gaan zitten. De heer BAKX wil hier ook even interrumperen. Kan de heer Nijpels zich misschien ook even bij de zaak houden. De VOORZITTER gelooft dat als raadsleden mededelingen over en weer willen doen, zij dat natuurlijk zelf moeten weten.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 259