18
Dat vraagt natuurlijk ook enige organisatie, ook naar de raad toe, want de raad moet
in tegenstelling met het verleden op 2 plaatsen zijn» Intern vraagt het natuurlijk ook
enige schifting.
Om nog maar eens aan te geven hoe het college over de aangegeven punten van medezeg
genschap en meedenken de meningen denkt te formuleren moet hij zeggen dat met ingang
van 1 mei ook de aktieve openbaarheid van B.& V/,-besluiten bevorderd zal gaan worden
door die eveneens naar buiten te brengen. Hij denkt dat de raad aan activiteiten op
dat terrein de laatste tijd niet te klagen heeft,
V/at nu in feite wordt gevraagd is een zaak die ook intern geregeld zal moeten worden.
Mevrouw Koorman heeft daar dezer dagen alvast een voorschotje op genomen.
Dat vraagt toch wel een stuk organisatie en een stuk schifting.
Hij wil ook nog zeggen dat het college zal trachten om dat voor de zomervakantie rond
te hebben.
De heer M.FRAKKEN wil over artikel 6 van het huishoudelijk reglement zeggen dat zijn
fractie onomwonden vasthoudt aan de ongewijzigde handhaving van dat artikel.
Mochten er raadsleden zijn die artikel 6 met voeten gaan treden, dan denkt hij dat
B.& W, daar ge-eigende maatregelen tegen zal moeten nemen.
Het kan toch niet zo zijn, vindt hij, dat elk raadslid zijn eigen normen aan gaat leggen
van: die stukken kunnen volgens mij wel naar buiten en die niet.
Als de raad zelf een bepaalde afspraak heeft gemaakt zal volgens die afspraken die
zaken ter visie moeten worden gelegd. Dan zijn er een aantal stukken die voor ieder
een ter beschikking zijn en een aantal zaken waarvan de inhoud intern moet blijven.
Hij vindt het dan raar dat een aantal raadsleden eigen normen zouden gaan hanteren»
Mochten het college berichten bereiken dat er toch van dat artikel 6 wordt afgeweken
aan denkt hij dat het college inderdaad de verantwoordelijkheid moet nemen en daartegen
iets moet ondernemen.
Wat het reglement voor de fractie-assistent betreft wil hij mededelen, dat de heer
Muller en hij aantekening wensen dat zij tegen artikel 3 en 4 lid- 2 zijn.
Mevrouw YAK DE PUTTE wil nog even duidelijk stellen, dat zij verder voor dit reglement
is en dat zij daar ook niet van zal afwijken als dit zo door de raad wordt beslist»
Ku zij de heer Franken zo aanhoort, denkt zij er aan dat zij hem had willen vragen of
hij een motivatie kan geven over het niet toelaten van de fractie-assistent in een
besloten vergadering. Dat wordt dan wel zo maar even gesteld maar zij zou daar graag
een motivatie bij willen horen.
De heer M.FRAKKEN heeft in eerste termijn al gezegd, dat, als de raad vindt dat een
bepaald gedeelte van een voorstel achter gesloten deuren behandeld moet^worden omdat
daar belangen van personen aan de orde zijn, dan vindt hij dat voor fractie-assistenten
daar geen uitzondering voor mag worden gemaakt.
Dit is dus de tweede keer dat hij die opmerking maakt.
Maar zij mogen achteraf dus wel alle notulen lezen, meent mevrouw YAK DE PUiTE.
Waar is de heer Franken dan bang voor.
De VOORZITTER vindt dat wat hem betreft de heer Franken daar best op mag antwoorden.
Daar heeft de heer M.FRAKKEK geen behoefte aan»
En kan dat misschien onderling nog eens worden besproken, meent de VOORZITTER.
Mevrouw MOORMAK wil graag het reglement voor de fractie-assistent in stemming gebracht
zien.
Het mag van haar gerust bij handopsteken.
De heer VAK DE WATER zegt dat zijn fractie tegen lid 2 is van zowel artikel 3 als 4
van het reglement voor de fractie-assistent.
De VOORZITTER begrijpt dat tegen het huishoudelijk reglement op zichzelf geen bezwaar
bestaat.
Mevrouw NOORMAN denkt dat na de toezegging van de voorzitter punt 2 van artikel 4
wel kan vervallen.