I 3 De opdracht zelf gaat uit van het stroomlijnen van bezuinigingen en het op een zo soepel mogelijke wijze zien te verkopen van die bezuinigingen aan de bevolking. Het college noemt dat dan netjes: acceptatie zoeken bij relevante groeperingen. Een eerste beoogd resultaat is het bereiken van overeenstemming binnen het college over de beleidsuitgangspunten voor de jaren 1984-1987 en over de te hanteren systematiek voor noodzakelijke heroverwegings-operaties. Dat betekent dus, dat poli tieke aspecten en politieke opvattingen in het uiteindelijke rapport al verwerkt zullen zitten en dat er geen sprake meer is van een open en volledig bespreekbare nota of handleiding. Een handleiding aan de hand waarvan de raad straks zou kunnen praten en een politieke invulling zou kunnen geven. Op zich is het natuurlijk een goede zaak dat het college planmatig wil werken; ad hoe werken is willekeurig en onherkenbaar naar de bevolking toe; bij het plan matig opzetten van beleid echter dienen inhoudelijke keuzes uitgangspunt te zijn en niet de invalshoek van bezuinigingen bij voorbaat als algemene leiddraad hanteren. Het werkveld van het onderzoek is het politieke systeem;mede een klanlcbord van frac tievoorzitters als medium,om te weten hoe men over de haalbaarheid van de voor te stellen plannen denkt. Dat is een letterlijke uitspraak die de heer Froger tegen over hem heeft gedaan tijdens een gesprek. In grote lijnen deelt deze heer ook de stelling, dat echte alternatieven voor be leid in feite niet meer bespreekbaar zullen zijn. Resultaten van de onderzoeken zijn voorts slechts na toestemming van B.& W« voor derden beschikbaar» De bevolking of groepen daaruit worden niet betrokken en zeker niet gezien als een soort wezenlijk klankbord; de inspraak daarin is helemaal enorm, want het hele georganiseerde overleg wordt geinformeerd over de stand van en het verloop van dit project. Het uitgangspunt van zijn fractie was en is: prioriteiten stellen aan een planmatig beleid: ja; echter bij voorbaat uitgaan van lastenverzwaring en bezuinigingen: ftee. Hij had gehoopt, dat het college eens na zou denken of er mogelijkheden voor een on derzoek dat uitgaat van een wapenen tegen dit beleid zou kunnen komen. Een beleid dat het gewone mensen onmogelijk maakt om nog fatsoenlijk te leven. Als men in zijn fractie het gevoel zou hebben - dat is ook zo besproken met de ad viseur - dat in een andere richting iets bijgedragen zou kunnen worden aan zo'n onderzoek, dan zou men die inbreng graag alsnog leveren. Maar het verhaal, de opdracht en de speelruimte die uit het gesprek bleek is onvol doende en ligt voor zijn fractie te duidelijk. Zijn fractie zegt dus nee tegen dat rapport en zal dat in een brief laten weten. De heer HIJPELS heeft even een vraag aan de heer de Bruijn. Waarom is deze de 2e keer niet geweest op de vergadering, waar de fractievoorzitters over deze zaak by elkaar kwamen. De heer DE BRUIJN kan zeggen dat er een gesprek is geweest tussen de heer^ Froger en hem, waarin werd aangegeven, op welke datum bepaald zou worden of men überhaupt aan zo'n 2e gesprek mee zou doen. Als dat zou worden gedaan, onder welke voorwaar den. Zo is het ook gebeurd. Maar dat heeft de heer de Bruijn niet laten weten aan die vergadering, zegt de heer NIJPELS. Dat niet, zegt de heer DE BRUIJN, maar hij was ook niet uitgenodigd voor die verga dering. De VOORZITTER wil deze samenspraak, waarvan de relevantie voor de raad hem enigs zins ontgaat, maar beeindigen. Het spijt hem tot de heer de Bruyn te moeten zeggen, dat het college het helaas niet met hem eens kan zijn. Hoeveel aangenamer zou het niet alleen voor de gemeente Ber gen op Zoom maar naar hem dunkt voor de hele Nederlandse en wellicht zelfs West— Europese bevolking zijn, als men niet getroffen zou worden en zijn geweest door onaf wendbaar op zich afkomende konsekwenties van een economische teruggang. Hoeveel aangenamer zou het zijn geweest, als inplaats van over het terugdringen van overheidsuitgaven over een groei gesproken had kunnen worden, vooral als lagere overheid die nu eenmaal voor meer als JCP/ó afhankelijk is van de inkomens van de rijks overheid; van de inkomensstroom van die rijksoverheid.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 218