minuut
62
Hij weet overigens niet of de heer Stuart hier het voord over zou willen voeren,
Sr bestaat dus ook geen college-standpunt over.
Maar er is thans wel iets door de raad aan de orde gesteld, meent de heer STIJAET
naar hij tenminste aanneemt en het maakt dus onderdeel van de bespreking uit, zij
het dan dat het wat onhandig is omdat niet iedereen tijdig heeft kunnen kennisnemen
van e.e,a.
V/at is er gebeurd.
Een meerderheid in de WV-eommissie wat dan kennelijk een toevalligheid was door
afwezigheid van anderen, heeft besloten om het college te adviseren bij de staats
secretaris te protesteren tegen de gedachte maatregel. Dat is het n.l. Niet meer
dar dat. Een gedachte maatregel dus, waarover- discussie is ontstaan.
Het college heeft gemeend, darr niet op in te moeten gaan.
Het heeft de ¥W-c ommissie een brief geschreven, die ongeveer van gelijke strekking
is als de brieven die men steeds pleegt te schrijven wanneer er 1 ands-po 1 itieke zaken
aan de orde zijn.
Hij vindt ook dat de brief van het FNV in zekere sin iet of wat misleidend is omdat
er enerzijds gesproken wordt over een maatregel die men wat onrechtvaardig vindt.
Het is een gerechtvaardigde zaak om daaz-over te discussiëren en daarvoor dan te gaan
strijden.
Hij vindt het argument van de gemeentelijke financiën daarbij dan er een beetje met de
haren bijgesleept. Dat is natuurlijk wel de zorg van de gemeente en hij denkt ook, dat
juist om die reden de Vereniging van Nederlandse Gemeenten het forum is, wa,ar de
strijd gevoerd moet worden, gezamenlijk dus, naar de rijksoverheid toe,
Het is natuurlijk zo, dat door dit soort maatregelen er allerhande sluipende, binnen
sluipende bezuinigingen plaatsvinden, Dat is niet leuk en niet aardig,
De VNG neemt daar ook stelling tegen.
Hij heeft er geen enkele behoefte aan om het standpunt van wat deze raad ook altijd
heeft ingenomen zie vandaag nog de kwestie IKV om te zeggen; een op zichzelf
wellicht toch wel interessante en gerechtvaardigde aktie, maar van lands-politieke
aard en daar moet men zich hier dan maar niet mee bezig houden. Dat moet ieder
dan maar doen via de eigen politieke party.
De heer BAKX wil maar niet verder op de argumentatie ingaan.
Er komt weer het bekende verwijt; het is een overheids-aangelegenheid»
Zo kan natuurlijk alles wel worden afgeschoven.
Hij wil gewoon hoofdelijke stemming over de motie vragen.
Mevrouw NOORMAN zegt dat het niet onbekend zal zijn dat de WD-fractie in de Tweede
Kamer stelling heeft genomen tegen deze gedachte maatregel.
Zij blijft van mening, dat het een landelijke politieke zaak is, deze uitkerings-pro-
cedure.
Zij is het volkomen eens met de woorden van de heer Stuart, dat de VNG er voor is om
dit soort zaken in het gezamenlijk belang te verdedigen.
De heer V/ESTERHOF kan zich helemaal aansluiten bij de woorden van mevrouw Noorman.
De VOORZITTER zal dan maar overgaan tot stemming.
Daaruit blijkt dat de motie met 9 stemmen voor en 19 tegen wordt verworpen.
Voor stemmen de dames Dirker, de Visser en van de Putte en de heren de Jongh, Bakx,
van de Water, van V/ijk, de Bruijn en van der Velden,
Tegen stemmen de dames Noorman, en Krijger en de heren van der Stoel, Smits, Janssen,
van Es, Nypels, Muller, van Heijst, P.Franken, M.Franken, Gorrissen, A.Franken, Baden,
V/esterhof, Stuart, van Kemenade, Dekkers en de Laet,
De VOORZITTER zegt dat de raad hiermede aan het eind is gekomen van deze vergadering,
ruim 10 uur vroeger dan hij eerder had voorzien.
Hij dankt allen voor hun aanwezigheid en de wijze van beraadslagen.
Hij sluit de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de 3/aad van 2^ april 1933»
jzi^ter,
De secretaris,