57 Dat zal cle heer VAN DER VELDEN graag doen» Eventueel kan daarover bijtyas ook nog inspraak voor worden georganiseerd» - Van de belanghebbendenregeling kan hij zeggen dat die in de maak xs, Ook die zal de raad tijdig bereiken als die klaar is» Zoals toegezegd, zal daar uitvoerig over gediscussieerd kunnen wox^den met de mensen» Dat acht hij een juisce zaak» V/at de Lindebaan betreft, daarover is het college in bespreking. Van de uitkomst kan hij echt nog niets zeggen. Dus dan komt de wethouder sowieso terug in de raad, alvorens definitieve voorstellen t.a.v. de tijdsduur in de LincLebaangarage aan de orde te stellen, zegt de heer JANSSEN, Nee, zegt de VOORZITTER. Thans heeft de raad 2 uur bepaald. Als dat verandert zal het college bij de raad terugkomen want dan moet het contract met Albert Heyn gewij zigd worden en dat zal de raad dan moeten doen. Dus uitsluitend bij positief bericht komt het terug in de raad. Anders blijft immers het oude contract gehandhaafd, De heer JANSSEN kan dat niet helemaal volgen. Dat houdt dus gewoon in De VOORZITTER zegt dat de ran,d zich thans contractueel heeft verplicht jegens Albert Heyn om daar kort parkeren met een maximum van 2 uur in te voeren. Dat wenst de raad of een gedeelte van de raad dan te verlengen naar 4 rur voor een gedeelte van de garage, wat dan niet wil zeggen dat iedereen van de raad het daar op voorhand al mee eens is. Eet college probeert met Albert Heyn te bekijken of een deel van de garage naar 4 uur gebracht kan worden» Als dat contract veranderd kan worden zal daar een besluit over moeten worden genomen door de raad en komt het college dus terug bij de raad. Als dat niet het geval is blijft alles zo het was en is er ook geen reden om by de raad terug te komen want dan is er niets voor te stellen. Zo eenvoudig ligt dat» Mevrouw VAN DE PUTTE zegt dat net die belanghebbendenregeling ter spreke is gebracht» De VOORZITTER moet dan toch vragen om vragen voor de commissie ook in de commissie te stellen en een beetje aan de orde van deze vergadering te denken. Mevrouw VAN DE PUTTE meent, dat dit hier zeer zeker wel bij aan de orde is. De heer VAN IER VELDEN wil dan even een algemene opmerking maken over het beleids plan binnenstad en over het VCP. Daarover is een zeer uitvoerige rapportage» Aangegeven is welke stappen men wil gaan plegen» Hij gelooft dat het goed is dat op de detailzaken in commissies wordt ingegaan. Hij heeft eerder al gezegd, dat de belanghebbendenregeling in de maak is. Mevrouw VAN DE PUTTE heeft de wethouder letterlijk horen zeggen in de vergadering van januari, dat het de mening van het college is, om met betaald parkeren en de belang hebbendenregeling gelijktijdig te beginnen. Dat vindt zij juist. V/at gaat er nu gebeuren. Nu wordt het gescheiden ingevoerd, Dat vindt zij dan onjuist. En dat leidt er dan toe dat mevrouw van de Putte tegen deze kredietverlening is, vraagt de VOORZITTER. De heer VAN DER VELDEN zegt dat in deze geen belanghebbendenregeling nodig is want de bewoners van het Lindebaancomplex hebben een aparte garage. De Lindebaanparkeergarage is bedoeld voor het winkelend publiek. Daarvan is door de raad zelf vastgesteld hoe dat geregeld moest worden. De VOORZITTER gelooft dat de wethouder het nu voldoende duidelijk heeft gemaakt. Mevrouw van de Putte heeft ook recht op een antwoord, Bij dit punt en bij het volgende agendapunt worden respectievelijk een krediet beschik baar gesteld en er wordt een besluit genomen over een parkeer- en een parkeergeld- verordening. Beide besluiten hebben ook nog een goedkeuringstermijn nodig»

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 205