48
Hij denkt dat dat maar eens duidelijk moet worden afgewachtHij hoopt dan maar dat
dat op geen enkele wijze vertragend zal gaan werken.
De heer Janssen zei dat de wethouder wat emotioneel hij deze zaak betrokken is.
Dat is dan misschien wel zo, maar hij is ook ten zeerste overtuigd geraakt van de
verantwoorde opzet van de planvorming, ook om de hele contouren van die plannen
overeind te houden. Daar is uitvoerig over gediscussiëerd.
Ten principale vindt hij dat nu teveel gewicht wordt toegekend aan één bepaalde
straat die op allerlei andere manieren kenbaar heeft gemaakt eerst wat het stand
punt was. Hij constateert dat dat stapje voor stapje is bijgeschakeld en nu ineens een
ander gehoor vindt. Dat vindt hij niet juist. Het doet afbreuk aan de wijze van be
sluitvorming waarbij andere straten zijn betrokken, niet alleen bij ondernemers maar
ook bij groeperingen die heel constructief aan deze zaak hebben meegewerkt en ge
zegd hebben: wij hebben liever A maar gaan uiteindelijk akkoord met B,
Dat vindt hij dan gewoon erg jammer.
De heer JANSSEN wil vragen of de wethouder dan misschien ook antwoord kan geven op
zijn vraag: waarom dan niet weer eerst een nieuwe inspraakronde gehouden.
Dan had de wethouder ook van die andere zaken wetenschap kunnen krijgen.
Dat is nu juist het punt, zegt de heer VAN DER VELDEN. Het gemeentebestuur is meer
dan eens verweten niet slagvaardig te handelen. Het vorig college en ook dit hebben
de zaken opgepakt. Heeft naar zijn mening toch wel slagvaardig gehandeld.
Er is een grote roep uit de ondernemers: vaart achter de plannen; herinrichtings
plannen voorbereiden. Nu is het college daarmee bezig en dan hoort hij weer van
deze en gene: eerst weer inspraakprocedures.
Hy voorspelt dat, als voor ieder herinrichtingsplan een inspraakprocedure gestart
moet worden en voor iedere straataanpassing, dat men dan niet juist bezig is.
Hij wil dan ook nog wel even kwijt dat de heer Janssen 2 we ken geleden een van de
vurigste pleitbezorgers was mét de heer van der Stoel, voor plan B.
Uiteindelijk moet zelfs worden gezegd, dat dat buitengewoon geargumenteerd werd ge
daan en hy had dat de heer Janssen niet kunnen verbeteren.
Om zich dan nu te gaan verschuilen achter de Bosstraatwinkeliers en te zeggen: toen
had ik nog geen kennis genomen van de argumenten van die winkeliers, vindt hy dan
niet helemaal juist.
Dat waren toch argumenten, meent mevrouw NOORMAN.
Ook van het MGH zegt de heer WESTERHOF.
Het moet de heer VAN DER VELDEN toch van het hart dat de heer Westerhof daar dan
blijkbaar wat beter over is geinformeerd maar dan wel door de winkeliers en niet zo
zeer door het MGH, die het standpunt toch over moet brengen.
Hij blijft van mening dat er heel uitdrukkelijk voor B gekozen zal moeten worden,
waarhij hij zegt: permanent ruimte inbouwen om die zaken bij te stellen, waardoor de
contouren overeind worden gehouden. Toch de ontwikkelingen die zijn ingezet met de
ontwikkelingsplannen, de subsidieverzoeken en dergelijke continueren.
Dat vindt hij zeer verantwoord, maar hy gelooft dat de raad in deze zal moeten stem
men. Hij kan er verder ook niets meer aan toe- of afdoen.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Na heropening door de VOORZITTER van de vergadering wil hy omtrent de orde van de
vergadering het volgende voorstellen.
Het komt hem voor dat voorstel A het meest vergaand is en dat betekent dat als er
een stemming komt, dat het eerst in stemming gebracht zal moeten worden.
Daarna het voorstel van het college, dus B.
Mocht blijken dat daar geen meerderheid voor te vinden is, dan zal niet zonder meer
geconcludeerd kunnen worden dat dan C is aangenomen, maar dat zal dan ook in stem
ming moeten worden gebracht.
De heer WESTERHOF denkt dat C het verst gaat maar als de voorzitter het wil doen
zoals hij daarnet voorstelde gaat zijn fractie daar mee akkoord.
De VOORZITTER dacht dat dit ook de volgorde van het alfabet is dus vandaar.