24
Op dit moment wordt er ook al de nodige aandacht aan besteed* Eet is dus niet zo
dat er op dit moment helemaal niets gebeurt.
In de coramissie welzijn heeft men onlangs nog kunnen zien dat er een plan is rondom
cursussen voor alfabetisering waarbij een beroep is gedaan op de rijksbijdrageregeling
die op dit moment voor projecten geldt.
Hy heeft aangegeven in de commissie welzijn dat heeft hij daarnet ook gezegd
dat men niet wil gaan wachten op het geld uit Den Haag maar dat hij verwacht dat de
raad, wanneer hij op grond van deze nota extra middelen moet vragen, dat zal willen
ondersteunen.
Hij heeft in de commissie aangegeven dat met name de huisvestingsproblematiek van
de jongeren de volle aandacht moet krijgen. Ook dat zal gegarandeerd financiële kon-
sekwenties hebben.
Hij heeft aangegeven, ook op vragen van mevrouw de Yisser, dat met name de vrouwen
en meisjes problematiek via de stichting voor dat vrouwenhuis de aandacht zal vra-
gen.
De aandacht gaat uit naar het zo snel mogelijk tot stand brengen van het permanent
overlegorgaan en het bekijken op welke wijze de mensen voorlichting zouden kunnen
krijgen over de nederlandse samenleving.
Als men dat allemaal al even opnoemt, dan denkt hy dat er al heel wat punten zijn
om in 1985 mee aan de slag te kunnen gaan, als daarbij nog in ogenschouw wordt ge
nomen dat tevens alle middelen die wellicht per 1 januari 1984 op oen of an
dere manier beschikbaar zullen komen, middels programmering via bestaande instel
lingen ook nog de nodige aandacht zullen moeten hebben.
Hij kan daar op dit moment ook niet meer aan toevoegen.
Hij heeft eerder al gezegd dat onderwijs en alfabetisering inderdaad belangrijke
aandachtspunten zijn. Dat is'dan nog niet concreet ingevuld.
Als men van de zijde van de raad praat over prioriteitsstelling heeft hij op dit mo
ment daar ook nog geen nadere omschrijving voor»
Als men naar het college toe vraagt hoe het zit met de prioriteitsstelling zou de
rand zelf ook een beleid uit kunnen stippelen en zou ook kunnen zeggens wij vinden
dat daar en daar de prioriteiten zouden moeten liggen.
Die vrijheid heeft een raad ook.
Als de heer van der Stoel zegt: ik neem er zo geen genoegen mee, is dat zyn goed
recht.
Hij hoopt dan maar dat de meerderheid van de raad er alle vertrouwen in heeft dat
het college met deze nota voortvarend aan de slag zal gaan.
Dat een voortgangsrapportage in september in de commissie zal komen.
Het is een commissie van advies en bijstand aan de raad en op dat moment zal de
commissie kunnen oordelen of het dan besprokene alsnog in de raad kan komen of
moet komen. Dat hoeft dan verder geen enkel probleem op te leveren»
De spanningen die de heer de Bruijn aanstipt worden inderdaad onderkend.
Hij heeft gezegd dat men met elkaar goed zal moeten proberen duidelijk te maken,
waarom op een gegeven moment voor bepaalde zaken wordt gekozen.
De heer de Bruijn zei dat dat dan niet ten laste mag gaan van de eigen bewoners,
en van het normale werk wat op dit moment plaats vindt.
Voorstelbaar is dat er op dit moment werkzaamheden plaatsvinden en dan kunnen die
best verder gaan, maar men zou kunnen bekijken of die activiteiten misschien zich
zelf meer zouden kunnen bedruipen dan op dit moment het geval is, waardoor er
toch middelen vry kunnen komen voor die sector waarover op dit moment wordt gepraat.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen met de aantekening dat
de nota in september in de commissie opnieuw zal worden besproken,
5, Notitie inzake het cultureel programma voor het seizoen 1983/1984»
(Verzameling 1983 nr. AZ/öfj.
De heer MULLER zegt dat deze notitie heeft geleid tot uitvoerige discussies in de
commissies culturele zaken en sport en openluchtrecreatie.
Naar zijn mening waren hier een aantal vermeende onduidelijkheden de oorzaak van»
Laat hij voorop stellen dat de CDA-fractie unaniem de college-notitie onderschrijft.
Vaar gaat het immers om.