15 Na heropening door de VOORZITTER van de vergadering stelt hij aan de orde de stemming over de nota tot sanering van de begroting 1983» de heer Nijpels daarover een mondelinge stemming heeft gevraagd. En dat vraagt de heer NIJPELS, omdat in het besluit staat: wij stellen tot slot voor te besluiten tot sanering van de begroting 1983 op de wijze zoals hiervoor is aange geven. Hij meent dan te weten dat, als de raad voor deze sanering stemt, men er zich ook aan moet houden en niet over een maand of over 2 maanden weer met allerlei praatjes of smoesjes moet komen in de geest van: het gaat mooi niet door. Rat is dan misschien wat onparlementair uitgedrukt, maar zo is het wel. Re VOORZITTER zegt dat de exacte woorden van de heer Njjpels dan ook maar beter niet in de notulen worden opgenomen. Hij heeft in ieder geval wel begrepen wat de heer Nijpels bedoelde. Het zal overigens de raad duidelijk zijn, dat de raad natuurlijk gedurende het gehele komende jaar, omdat de raad nu eenmaal het budgetrecht heeft, d.w.z. het recht om over de guldens in de begroting te beschikken, posten te vermeerderen en posten te verminderen, dat iedere maand of iedere keer als de raad bijeenkomt, kan doen. Rat is ook het punt waar de heer Rekkers terecht op gewezen heeft en gezegd heeft: ik wil noch op de hoofdlijn noch op onderdelen, zolang de inspraak b.v. over het so ciaal kultureel programma aan de gang is, daarop vooruitlopen. Het college realiseert zich tenvolle, dat op dit moment dit budget daarvoor gegeven is. Rat is vanzelfsprekend het kader waarin het college, oordelend naar de situatie van heden, aan de raad een beleid zal moeten presenteren. Het zou echter een onderwaardering van de inspraak zijn, als gezegd zou worden: en het is daarmede tevens een wet van Meden en Perzen geworden. Rie beleidsvrijheid houdt de raad natuurlijk bij iedere begroting het ganse jaar door. Hij gelooft dat de heer Rekkers én de heer Stuart dat beiden namens het college ook met zoveel woorden hebben duidelijk gemaakt. Hij hoopt dan maar dat de raad voor dat standpunt begrip op kan brengen. Eet is duidelijk dat in de komende maanden een aantal belangrijke beslissingen genomen zullen moeten worden met de voorbereiding waarvan het college thans bezig is. Niet alles kan echter op deze ene avond worden beslist. Het lijkt hem, gelet op het feit dat het horen van de instellingen op dit moment geschiedt, dat het van weinig waardering zou getuigen als nu gezegd zou worden: maar nu stellen we alles voor eens en voorgoed vast. Hij gelooft niet het nog duidelijker te kunnen zeggen. Maar als de heer NIJPELS dan de letterlijke tekst leest van dit voorstel, dan betwij felt hij toch of er nu vanavond geen ja of nee wordt gezegd, Ook de heer VAN RER STOEL wil nog even een opmerking maken in aanvulling op wat de voorzitter zoeven zei. Zowel zijn eigen fractie als de PvdA-fractie hebben vanavond aangekondigd dat - en daar komt het simpelweg op neer men niet gebonden wil zijn aan die saneringsnooa in die zin, dat als men over een maand andere voorstellen heeft, wijzigingsvoorstel len heeft waarvan zowel de WD- als de PvdA-fractie hebben gezegd dat zij daarvoor dan dekkingsmiddelen zullen zoeken, dat men dan niet achter zich aan wil Krijgen dat men een maand geleden een nota heeft aangenomen waarvan het kader zó muurvast is dat daar geen centimeter van mag worden afgeweken. Rat is de achtergrond geweest van de opmerkingen die WD en PvdA vanavond hebben gemaakt en die door het college heel expliciet zijn bevestigd. Als stemming wordt gevraagd wil hij op die nota volmondig met ja stemmen want men heeft zich de vrijheid voorbehouden die is er dan wettelijk maar hij wil die nu ook nog maar eens expliciet vermelden - om over een maand wijzigingen toe te passen. Zo zit en de voorzitter merkte dat terecht op nu eenmaal elke gemeentelijxe begroting in elkaar. Er wordt alleen maar een kader vastgesteld waarbinnen nog van alles gewijzigd kan wordenin principe kan zo'n begroting 100% door elkaar worden gehaald.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 16