16
Mevrouw NOORMAN komt by punt t. Zij wil vragen of dergelijke brieven, zoals nu van
de Stichting Brabants Heem over deze boekjes, niet ook eens in een commissiever
gadering besproken kunnen worden*
Zij weet niet precies waar het in thuis hoort. Misschien zowel ruimtelijke ordening
als cultuur.
Kleine monumenten horen in cultuur, denkt de VOORZITTER hardop.
Het college zal het op een agenda plaatsen en neg even bezien op welke.
De heer DE .JONGH wil bij punt y zeggen dat hij de wethouder, de heer Stuart graag
een compliment wil maken voor de snelheid waarmede deze zijn boodschappen die
term heeft hijzelf letterlijk gebruikt op 6 januari - heeft gedaan,
Hij heeft de indruk dat de boodschappentas op dit moment redelijk vol zal zijn.
Hij mist echter nog een klein product» Een product waar in de kritiek van zijn frac
tie alles om begonnen was. N.l. de vraag naar een mogelijke herhaling van de oproep
voor regenten wanneer zou blijken dat niet voldaan kan worden aan het gestelde in
de statuten om 2 candidaten voor een vacature voor te dragen.
Dat heeft hij in de brief van het ABG helaas niet terug kunnen vinden.
Hij denkt dat mogelijkerwijs dan dezelfde problematiek in de toekomst nog steeds zal
kunnen blijven spelen.
Hij vindt het wel bijzonder prettig, dat er een begin is gemaakt met inspraak van
personeel en patiënten. Op een later moment deze avond zal men kunnen zien dat
daar inderdaad een aanvang mee is gemaakt»
Misschien dat de heer Stuart dat kleine product nog eens aan zijn tas zou kunnen
toevoegen.
Mevrouw NOORMAN had dezelfde opmerkingen naar aanleiding van de 3 gestelde vragen
en dan speciaal m.b.t. vraag 1 en het antwoord daarop. Zij kan zeggen dat haar
fractie daar erg blij mee is.
Het lijkt de heer STUART dan niet meer dan gewenst om de tevredenheid die nu van
avond is geuit eens over te brengen in de volgende vergadering van het college
van regenten van het ABG, als hij by de rondvraag daar daarvoor de gelegenheid
krijgt.
V/at de opmerking van de heer de Jongh betreft zou hij zich kunnen voorstellen, als
hij probeert zich dat zelf zo eens te realiseren, dat men, wanneer men een keurige
procedure uitdenkt zich niet meteen voor de geest haalt dat dat zal gaan mislukken.
Dat men dan nog een keer moet gaan adverteren.
Hij is overigens niet zo bang dat het tot een herhaling van die geschiedenis za..
leiden omdat in deze procedure uitdrukkelijk is voorzien, dat er een voordracht
van 2 personen zal moeten komen, hoe men dat dan ook regelt.
Wanneer dan na een eerste advertentie te weinig candidaten naar voren komen zal
men zelf wel op het idee komen om de advertentie nog eens te gaan herhalen, denkt
hij» Men zal toch iets moeten ondernemen om aan die dubbele voordracht te kunnen
komen» Het gaat hem wel een beetje ver om nu weer aan het ABG te gaan vragen om
in voorkomende gevallen een 2e advertentie te gaan plaatsen.
De heer DE JONGH wacht eventuele volgende voordrachten gewoon af.
Zonder hoofdelijke stemming worden de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen,
3. Voorgesteld wordt te berichten conform concept-brief^opj.
Schrijven van Samenwerkingsverband PSP/PPR/CPN te Bergen op Zoom dd. 25 januari
1983, inzake ontwikkelingen bestemmingsplan "Land-water Markiezaat8'.
De heer DE BRUIJN neemt aan, dat duidelijk zal zijn dat hy het met dit antwoord vol
strektoneens is. Het college zegt dat bevolkingsgegevens over één jaar - van 1982
en de afname daarin niet gehanteerd mogen worden om daarop zo voor de toekomst van
de stad van belang zijnde plannen af te stemmen. Dit haalt hij letterlyk uit dit ant
woord. Vervolgens wijst het college weer naar de berekeningen die opgenomen zyn in
het Streekplan West-Brabant. Bevolkingsgroei was echter steeds een^belangryk^uit
gangspunt in de plannen van het college. Een afname van die bevolkingsgroei is dus
blijkbaar nog geen reden om daar dan op terug te komen.
Het college ziet dat zelfs niet als een teken aan de wand.