65 De heer DEKKERS denkt dat de heer Bakx dan voorbijgaat aan het feit, dat in 1979 of in 1980 daaromtrent gefaseerd, rekening houdend met de draagkracht van ae laagstbetaalden naar een inpassing is toegewerkt, die hier nu in een eindfase zit. Daar is hij ook mee begonnen. Dat dan uiteindelijk op dit moment die eindfase wordt benaderd en de neer Bakx dan zegt, dat men weer terug zou moeten om er weer iets onder te bouwen, daarvan zegt hij dan: dat willen we best nog wel eens bekijken, maar men zal dan toch ook de konsekventies in de gaten moeten houden. Dat is dan het totale financiële plaatje van de gemeente, denkt hij. De VOORZITTER wil dan maar voorstellen, om deze verordening ook nog maar eensin het historisch perspectief te plaatsen. Dit is de laatste van een serie besluiten. Als de raad daar in de komende periode ten principale van zou willen afwijken of als in meerdere fracties de behoefte bestaat om naar een andere structuur te gaan, dan denkt hij dat daar toch, gelet op de tijd die het heeft gekost om dit tot stand te brengen, behoorlijk voor-werk in de commissie voor zou moeten gaan plaatsvinden waarbij het, gelooft hij, ook goed is om eens over de doelstellingen te spreken die men met zo'n verordening wenst te bereiken. Hij wijst er op dat die van een gemeente altijd maar in beperkte mate aanwezig zijn. Immers deze belastingverordening heeft niet tot doel tot herverdeling van inkomens te geraken, wat wellicht een gewenst nevendoel zou zijn, maar dat is nu eenmaal aan de Staat der Beierlanden voorbehouden. Hij denkt dat dat het perspectief is wat hij de raad thans kan bieden. De heer DE BRUIJli denkt dat het interessant is om voor het volgend jaar, als de wethouder dan toch voorstelt om de zaak opnieuw te herzien, het nettoplaatje van de WD en het brutoplaatje van de PvdA eens naast elkaar te leggen. Dan ziet men n.l. hoe de zaak precies in elkaar zit. Dat zou dan misschien mogelijkheden te zien kunnen geven, hoe deze lasten naar draagkracht verdeeld zouden moeten worden. Die ideeën zijn in de commissie van harte welkom, zegt de VOORZITTER. Of het erg zinvol is om netto en bruto zsken dan naast elkaar te leggen, lijkt hem op het eerste gezicht niet, maar wie weet heeft hij het helemaal mis. De heer DE LAET denkt dat het toch wel belangrijk is, dat er een tarief wordt vast gesteld naar draagkracht. Hij denkt dat dan juist op dat principe in de tijd achter wordt gelopen. Hij kan zich voorstellen dat dat een aantal jaren geleden zo tot stand, is gekomen, zij het dat de WD-fractie daar überhaupt tegen is, maar als men dan al tot dat principe besluit, dan vindt hij dat dat draagkrachtprincipe inder daad vertaald moet worden zoals op dit moment nette besteedbare inkomens liggen. Hij heeft zo'n inkomensplaatje voor zich liggen en hij is van plan om dat in de commissie eens te laten zien, zodat de vaststelling van de tarieven voor 1984 aan de hand van de werkelijke draagkracht plaats zal kunnen vinden. De VOORZITTER wil nogmaals waarschuwen, dat een gemeentelijke belastingverordening altijd maar een beperkte reikwijdte kan hebben. Dat zal dan maar allemaal eens in de commissie te berde moeten worden gebracht. De heer BAKX moet er dan met bloedend hart wel In meegaan. Ook staat in het voor stel nog, dat de schoolgeldmaatstaf, en dat is dan het bedrag wat aan loon- en in komstenbelasting en aan vermogensbelasting wordt betaald, wordt gehanteerd. Hij denkt dat er dan maar alles bijgesleept zal moeten worden. Dat lijkt de VOORZITTER heel verstandig. Hij herhaalt nog maar eens, dat, gelet op het tot stand komen van deze verordening die ook enige tijd heeft gekost, men daar maar heel vlug aan moet beginnen. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 137