64 De heer DEKKERS meent dat een aantal vragen ook wel door de heer Stuart beantwoord zouden kunnen worden. Allereerst zal het echter gaan om de kwestiewat wil men met de gemeentelijke mu ziek- en balletschool. Een aantal jaren geleden is een nieuw systeem ontworpen voor het vaststellen van de lesgelden. Dat systeem is nu in een eindfase gekomen en dat blijkt ook wel uit dit voorstel. Daarbij is gekozen voor de methodiek, dat door de cursisten, de minder jarige cursisten een bijdrage betaald zou moeten worden die is gebaseerd op 1/3 van de variabele kosten en daarvan afgeleid zijn dan de meerderjarigen of de volwassenen. Daarbij is tevens uitgangspunt geweest toch een principe van draagkracht van de ver schillende inwoners van deze gemeente en is uiteindelijk gekozen, om het aantal klassen schoolgeld wat te minimaliseren ten opzichte van de vroegere uitgangspun ten. Hij meent dat er toen 7 groepen waren en die zijn hier nu teruggebracht tot 5 groepen. Als nu gevraagd wordt of die zaak nog eens wat nadrukkelijker bekeken zou kunnen worden, dan denkt hij dat daartegen geen bezwaren bestaan. Hij kan op dit moment ook niet exact zeggen, hoe dat uit zal pakken. Het probleem wat de heer de Laet aan kaart, n.l. om deze zaak tegen 1984 nog eens opnieuw te bekijken, hoeft dus niet op bezwaren te stuiten. Veel meer bezwaren heeft hij echter tegen het voorstel van de heer Bakx, die er kennelijk naar streeft, om nu al ingrijpende wijzigingen door te voeren. Hij weet niet wat daarvan dan de resultaten zullen zijn. De heer Bakx wilde de maatstaven tot 1.300.- en van 1.300.- tot 3.000.- weer invoeren en daarvoor dan 175.- gaan rekenen en voor iedere 50.- meer er 2.- bij gaan tellen. Dat betekent dan wel, dat er nog al een lijst zal komen, hoe de muziekschoolgelden zijn vastgesteld.Hij weet niet of dat een goede methode is. Overigens kan hij op dit moment ook niet bekijken, of het kiezen voor die methode zal betekenen een wijziging aanbrengen in alle overige groepen, om aan dezelfde inkomsten te komen, kaar gaat het uiteindelijk n.l. om. De gemeentelijke muziek- en balletschool zal, gezien de uitspraken van de raad dat ook deze school moet zorgen een wezenlijke eigen inkomstenpost te hebben, toch een bepaald inkomstenpatroon moeten handhaven. Hij kan dan zo snel niet overzien, of dat realiseerbaar is. Samenvattend denkt hij dat het verstandig is om dit voorstel nu zo maar aan te nemen en met elkaar dan verder nog eens te bekijken, of er wellicht in de toekomst iets anders voor geproduceerd zou moeten of kunnen worden, al moet hij er wel bij zeggen, dat de studie om tot deze opstelling te komen ook al meer dan een jaar heeft ge duurd. Er zitten nog al een paar haken en ogen aan, wil men niet in een systeem verzeild geraken dat plotseling de inkomstenpost een stuk vermxndei't. Gezien de problematiek van de eigen gemeentelijke financiën denkt hij dat daar toch ook oog voor moet worden gehouden. De VOORZITTER zegt dat het voorstel van de wethouder in feite is, om dit voorstel nu zo maar aan te nemen en bij wijze van spreken in de eerstvolgende commissieverga dering dit ook nog eens te agenderen en te bekijken of een ander schaartje ontwik keld kan worden. Dat geldt dan echter natuurlijk wel voor 1984. Dat begrijpt de heer BAKX heel goed. Hy dankt de wethouder: dat deze in ieder geval de moeite wil nemen om dat nog eens te bespreken. Juist de heer Stalpers heeft deze schoolgelden voor 1982/1983 ontwikkeld, waarin juist die schoolgeldmaatstaf van mindei" dan 1.300,— en van 1.300.- tot y. 3.000.— is voorgesteld. Dat heeft het college dan gewoon maar weggeschrapt. Als men dan van draagkracht spreekt in het begin van het voorstel, dan krijgt men natuurlijk wel een vertekend beeld. Hij heeft de lijst voor zich, zoals die oorspronkelijk was. Dat is dan van 4 jaar geleden, meent de heer DEKKERS. Nee, zegt de heer BAKX. Voor 1982/1983. Hij kan zich niet voorstellen dat dat 4 jaar geleden is.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 136