47 Daar zijn dan geen kredieten voor goedgekeurd. Een 2e punt van zijn conclusie Is eigenlijk, dat de vraag open blyft, of de raad ooit besloten zou hebben om deze grotere capaciteit tegen deze prijs en daarbij die ver schuiving van de eerste winst van 1994 naar 1997» goed. te keuren. Dat houdt n.l. wel in, dat een beroep wordt gedaan op de toekomst - ook de heer Franken had het hier al over - en in dat kader sou hij het college terug in de tijd willen brengen naar 25 jaar geleden. Dan zit men in 1958. Dan even in herinne ring te brengen hoe men toen dacht over energie. Hoe toen werd geda,cht over deze materie. Nu wordt er een beroep gedaan op 25 jaar verder. Dan komen bij hem de kriebels op en vraagt hij zich af, of de raad ooit besloten zou hebben om die capaciteit, die aansluitvaarde zó veel te vergroten tegen zó veel meer aan geld. Een Je conclusie. Hij denkt dat dat de quintessens van de zaak is. Er heeft aardig wat geschort aan de rapportering vanuit de bedrijven naar de raad met alles wat daar tussen zit. Voer het overige staat men, dacht hij, voor een voldongen feit. Dan heeft hij nog een opmerking tot slot. In de commissie bedrijven heeft hy een wat schampere opmerking gemaakt over de rentabiliteit van die 1|- miljoen. Hij moet erkennen dat die was gebaseerd op foutieve gegevens en veronderstellingen. Hij zou die opmerking graag terug vallen nemen. De heer TM DE WATER moet zeggen dat zijn fractie het stadsverwarmingsproject zeer kritisch heeft gevolg. Soms heeft men zich kritisch uitgelaten en soms ook lovend. Hij vindt dat dit project recht van bestaan had om tot ontwikkeling gebracht te^ v/orden. Wat nu speelt is een kredietaanvrage van 1-Jr miljoen. Iedereen vraagt zich dan af: waar komt dat vandaan en hoe maken wij dat weer goed. Hij denkt dat dat geld al geïnvesteerd is. Dat men wel stil moet blijven staan bij de manier waarop dit is gebeurd. Hij denkt dat men gewoon verder moet. Niet verder met de uitbreiding van de stads verwarming. Nu wel zeggen: het was een proefproject; laten we dit dan maar af sluiten. Laten we de ontwikkelingen 2 jaar aanzien. Daarna een rapportage maken of het rendabel is om verder te gaan of niet. Mocht het rendabel zijn, dan denkt hij dat de raad dan ook wel zal zeggen: inderdaad; het is gewoon zo; wij gaan verder. Of dat men zegt: nee; we stoppen er mee. Als men een proef start, zal men dat ook werkelijk als proef moeten laten functio neren, denkt" hij. De resultaten daarvan zullen dan op papier gezet moeten worden. Dat kan men dan naar zijn mening over 2 jaar. Hij zou dus voor willen stellen om voor het warmt eb e drijf de eerste 2 jaar geen kredieten meer goed te keuren. De resultaten af te wachten en daarna beslissen om wel of niet door te gaan. Hij wil verder aan de voorzitter vragen, of deze ten opzichte van de dienst gemeente bedrijven - hij zegt dan wel dat er maatregelen zijn genomen en daar- is spreker ook wel van overtuigd - ook nog bijzondere maatregelen heeft genomen. De heer VM KSMSNADS zal zijn best doen om alle opmerkingen en vragen te beantwoorden. Mochten er in de veelheid zaken onbeantwoord blijven, dan hoort hij dat wel in 2e termijn. De heer Franken zegt: eigenlijk was het de bedoeling, dat met het warmtebedryf een proef opgestart zou worden en dat dan ver-volgens de resultaten afgewacht zouden worden. Zoals het nu gegaan is, zegt de heer Franken verder, is het in de raad nooit behandeld. Hij denkt dat hij het met deze laatste opmerking eens kan zijn. Het opstarten van de proef, daar is hij het niet mee eens want de raad heeft besloten, een principe-be sluit genomen, om de afvalwarmte van de Zuid Nederlandse Spiritusfabriek te gaan gebruiken, te gaan benutten voor het leveren van warmte. Dan kan men, dunkt hem, niet meer van een proef spreken. Dan gaat men dus echt een warmtebedrijf opzetten. Dat besluit heeft men dan in principe wel genomen. De heer Franken heeft wel gelijk, dat er gezegd is in het verleden; van de eerste fase gaan we dan de resultaten bekijken alvorens we verder gaan. Hier komt hij straks nog wel op terug, mede naar aanleiding van andere vragen. De heer Franken zegt verder: en dan gaat men voorspellen - hij noemt het waarzeg gen en toekomst voorspellen wat dan een financiële accrobatiek zou zijn

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1983 | | pagina 119