28 worden. De heer Gorrissen doet een suggestie die heel uitdrukkelijk op beleids-gebied is ge legen en zegt: eigenlijk is er toch nog al wat geld gemoeid met het plegen van groot onderhoud en daarnaast zijn er dan toch ook nog de nodige aantallen woningen die de gemeente zelf voor rekening zal moeten nemen. Hij gelooft dat de geaachtengang van de heer Gorrissen is, dat sommige woningen zó veel onderhoud vergen dat men zou moeten overwegen om op de gronden gewoon nieuwbouw te gaan plegen. Dat zou in ieder geval bespreekbaar moeten worden. Spreker denkt dat dan met name van de rijksoverheid de nodige bijstelling in het be leid moet worden verkregen. Het Xs een gegeven dat het renoveren en groot onderhoud plegen soms grote sommen geld kosten tnaar als de gebouwen gewoon gesloopt zouden gaan worden en dat daarop dan nieuwbouw zou worden gepleegd, zou naar zyn mening toch ook wel de nodige pro blemen met zich zou brengen. Hij denkt nogmaals, en dat geldt voor het hele renovatie- en groot onderhoudsgebeu- ren, dat met name het rijk veel duidelijker de eisen zal moeten formuleren en ook op een gegeven moment zal moeten aangeven, op welke wijze de gemeente het dan ook werke lijk waar kan maken. Niet dat men inderdaad jaren bezig is met onderhandelingen met het rijk én met bewoners. Daar zal wel niemand mee gediena zijn, denkt hij. Wat de 32 woningen betreft, daarover kan hij zeggen dat het college een voorstel in de maak heeft en met de raad zal bespreken, hoe dat opgelost zal moeten worden. Hij heeft deze week ook al gesteld, dat inzake die 32 woningen het normale juridische onderhoud gepleegd moet worden waartoe de gemeente als eigenaar verplicht is. Het rijk meent daarvan, dat dit geheel ten koste zal moeten komen van de gemeente. Daarover zal de raad zich dan moeten uitspreken. Hij wil tenslotte danken voor het compliment van de heer Gorrissen maar spreker denkt dat dit het gehele college betreft omdat meerdere wethouders heel uitdrukkelijk met deze problematiek bezig zijn geweest. De heer GORRISSEN hoorde de wethouder even ingaan op die 32 woningen die hierna aan de beurt zullen komen. Als hij daarbij dan zegt, heel duidelijk, dat de rijksoverheid in deze erg onduidelijk is, dan vindt spreker dat die juist heel duidelijk is. Die zegt: deze woningen, voor dit soort woningen geven wij geen cent want die kunnen via herstel nooit voldoen aan de huidige woonkwaliteit. Vandaar dat het voor spreker dan alleen de schroothoop kan worden. Als men de woningen van binnen bekykt, meent de heer "VAN DER VELDEN, moet men con cluderen, en dan moet men niet te snel stellen van: de bewoners willen niet dat een aantal er van binnen nog buitengewoon goed uitziet. Er zijn mensen die daar al zo'n 20 jaar in wonen en die hebben op een eigen wyze die woningen erg plezierig ingericht. Van buiten komen er dan nog al wat lekkages voor, het houtwerk is niet meer zo goed, het schilderwerk moet worden opgeknapt. Daarvan zegt het ryk dan dat dat voor rekening van de eigenaar komt. Daar vertelt hij toch echu niets nieuws„mee» Hij is er ook van overtuigd dat bij herstel-complexen die er in Bergen op Zoom ook zijn geweest, misschien eens overwogen zou moeten worden of er middels nieuwbouw misschien een veel betere woningbouw zou kunnen worden gepleegd. De resultaten zullen~echter wel vaak zo zijn, dat de stichtingskosten daarvan veel hoger zullen worden zodat dus veel hogere huurprijzen uit de bus zullen komen. Men zit nu al in een tijd dat zelfs sociale woningbouw voor veel mensen al niet meer zo aantrekkelijk is. Men ziet de leegstand in bepaalde complexen en dan niet in Ber gen op Zoom "laaT1 wel in diverse andere gemeenten in een lande. Daar zal men ook niet aan voorbij kunnen gaan. Hij vindt de gedachte van de heer Gorrissen zeker wel iets wat op Haags niveau eens serieus bekeken zou moeten worden. De heer VAN DE WATER zegt dat zijn fractie voor het voorstel is. Hij heeft nog even een vraag aan de wethouder. Naar zijn mening moet de gemeente volgens het voorstel eigenlijk zorgen, dat het plan niet kostendekkend wordt gehouden. Dan is er de mo gelijkheid voor een renteloze lening. Houdt dat dan in dat het gemeentelijk woning- bedrijf niet van middelen kan worden voorzien. Dan komt bij hem de vrees naar boven dat de rest van het onderhoud van de woningen in gevaar komt.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1982 | | pagina 357