f r r i- f W >- De heer VAK DER VELDEK wil even constateren, dat een ambtenaar af en toe meer los maakt met opmerkingen aan een raadslid. Dat vindt hij toch wel een vermeldenswaar dig feit. Hij wil ook nog wel een aantal punten aanroeren. Hij heeft heel uitdrukkelijk gesteld, dat het college duidelijk aan de Getrokken ambtenaren heeft laten merken dat het deze zaak niet correct vond. Het college heeft direct na de betreffende publicatie een excuus—brief ontvangen, Hij wil nogmaals stellen dat daarmee voor het college deze zaak als afgedaan wordt beschouwd. Hij heeft gewoon verder geen zin om daar iedere keer weer opnieuw uit- outtend ot> terug te moeten komen. Hij vindt het gewoon ook wat kinderachtig, Kaar het om gaat, en dat komt vanavond ook heel uitdrukkelijk naar boven, is de problematiek van het woningbedrijf. Hij vindt dan, dat daarover van gedachten gewisseld kan en moet worden. Dat dan de discussie over de opmerkingen die een ambtenaar kan maker in relatie tot hen die de politieke bestuurlijke verantwoordelijkheid hebben als afgerond be schouwd moet kunnen worden. Een aantal spx'ekers hebben dan toch van de gelegenheid gebruik gemaal':t om van het eigenlijke karakter van de interpellatie even af te wijken en in te gaan op de wer kelijke problematiek van het woningbedrijf. Het is gewoon zo, dat het college op dit moment heel uitdrukkelijk Dezig is raefc een onderzoek; een onderzoek waarvan de vraagstelling, o.e probleemstelling reel duidelijk is geformuleerd; wat aan verder de instemming heeft van de hele raad. Heb college heeft alleen gevraagd: geef ons de tijd om dat onderzoek op een zorg vuldige wijze voor te bereiden zodat er tot goede resultaten kan women gekomen. 'Het zou van zeer onzorgvuldig bestuur getuigen, a.ls na het formuleren van de pro bleemstelling, naar hij meent in november, december van het vorig jaar, 2 maanden later al .net een oplossing uit de hoge hoed getoverd zou icunnen worden. Hij is wel eens bang, dat er dan behoorlijk achter het net gevist zou kunnen gaan vrorden als het gaat om een werkelijke oplossing te vinden voor het woningbedxijf Hij wil wol toezeggen op de vraag van de CDA—fractie dat zij inzage willen heb oen in de stand van zaken in dat onderzoek, zeker al in xebruari, dat dat mogelijk io in de vorm van een tussentijds rapport inzake het onderzoek en de wijze waarop het college dat onderzoek aan het verrichten is. Wat dat betreft heeft het college niets te verbergen. De oomerking van de D166—fractie die zegt dat er in de nota's van aanbieding Hele maal niets is geschreven over achterstallig onderhoud en dat het toch inderdaad wel plezierig is om middels opmerkingen van ambtenaren dan toch eens te vernemen hoe het er voor staat met het woningbedrijfvindt spreker niet juist. Eer. aantal plannen, in het verleden geproduceerd met betrekking tot de stand van zaken rond het woningbedrijf, is aar. eenieder bekend. Daarnaast is recenbelijk^ nog tijdens de algemene beschouwingen uitvoerig met de raad van gedachten gewisseld over de huidige stand van zaken. Ook de vertegenwoordigster van de D'6ó—fxacnie heeft dat dus uitgebreid kunnen volgen. Hij vindt dan ook de opmerking, dat men middels ambtenaren kennis moet nemen van de problematiek van het woningbedrijf wel erg ver gezocht. De opmerkingen van de CDA-fractie, waarbij werd gezegd: het gaat ons niet om het onderhoud zelf maar wel dat dat op een goede wijze gebeurt; wij willen niet wach ten op de uitslag van dat onderzoek maar eerder al onze verantwoordelijkheden niet uit de weg gaan - hij dacht dat hij dat toch wel zo mocht proeven - worden door het college even goed genoteerd. De realiteit is gewoon, dat een aantal complexen op dit moment het college duidelijk zorgen baren. Het college is - en dat is dan ook eigenlijk al een antwoord op het schrijven - op dit moment zeer druk in besprekingen om mogelijkheden te onderzoeken om toch in ieder geval voor de korte termijn-problematiek financiële middelen te vinden. Er is recentelijk al overleg gepleegd met vertegenwoox'digers van het ministex'ie en met andere instanties en hij kan zeggen, dat er enige lichtpuntjes aan het firmament zyn. Wanneer dat allemaal 'uitgekristalliseerd zal zijn, zal het college de raad daar zeer zeker van in kennis stellen en dan zal duidelijk worden, dat het college zich niet wil verschuilen achter het onderzoek. Nee. Het college gaat uit van de con crete verantwoordelijkheid.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1982 | | pagina 9