i ^ag.:"Jga jèvXBsatJ ,$d. J&d 1&M- tbnést 22 14. Voorstel tot het aangaan met de ]\.Y.Nederlandse Spoorwegen van een tweede wijsigangsovoreeiTkoir.st betreffende de gemeentel''xe stamlijn. (Verzameling 1982 nr. 40/2 Se heer VAN SE WATER meent, dat er hier sprake is van een uitbreiding van de spoor lijn. Hij zou willen vragen, wat voor konsekwenties dit heeft voor de zogenaamde be lasting van het spirituslijntje. Se heer VAN SER VELDSi. kan zeggen, dat dit geen gevolgen heeft. Sit voorstel heeft alleen te maken met het zuiver stellen van de verantwoordelijkheden met betrekking tot de inhoud van de overeenkomst. Dat vindt de heer VAN SE WATER dan wel een beetje onduidelijk. Ket is n.l. zo, dat er een uitbreiding van de spoorlijn komt voor Conline, naar hij meent. Hij denkt dan, dat zij die spoorlijn toch ook wel willen gaan gebruiken voor vervoer. De heer VAN SER VELDEN moet zeggen, dat het alleen te maken heeft met een uitbreid ding in de lengte ten behoeve van het bedrijf Conline. Sat heelt dan geen invloed op de toename van transporten. Vindt er dan geen transport plaats naar en van dat bedrijf, wil de heer vAN SE WATER toch vragen. Sat natuurlijk wel, wil de heer VAN SER VELLEN antwoorden, maar het heeft geen grote toename van transporten tot gevolg. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 15» Voorstel om het verrichten van een onderzoek naar (een) geschimte lokatie(s) voor I7ën) gewestelijke stortplaatsfen) toe te vertrouwen aan het Stroekgewest. hes elik roord-:3rabant ^Verzameling 1982 nr. RÖ/21 Se heer SITTROP kan zeggen, dat zijn fractie akkoord is met het verrichten van een onderzoek, maar hij vil daarbij toch graag 2 zaken aan de orde stallen. Op de eerste plaats is dat de termijn van het onderzoek. Hij zou graag aan dat onderzoek zo'n termijn willen verbinden, dat het niet theoretisch en practised mogelijk is gevaar te lopen, dat de studie nog moet worden afgerond, ^er wijl Se Kragge al vol is. men tweede punt is, dat zijn fractie graag ae suggestie mee wil geven, dat andere mogelijkheden van vuilverwerking ook worden onderzocht. Men denkt daarbij b.v. aan het gescheiden vuil ophalen en dat soort zaken. Se heer VAN SER VELDEN kan zeggen, dat het college op dit moment het onderzoek ge woon kort wil houden. Op dit moment zijn er offertes binnen van diverse bureaux die interesse hebben om zo'n onderzoek te plegen. AO gauw er een definitieve keuze is gemaakt, kan het onderzoek een aanvang nemen en daar is een periode voor uitgetrokken van een half jaar tot maximaal een jaar. Het is duidelijkdat dan ook de zaken definitief rond zullen moeten komen met de definitieve lokatie-keuze. ■-.at de vraag betreft om ook andere elementen in het onderzoex te betrekxen, .can hij zeggen, dat naast de hoofd-taakstelling om inderdaad te komen tot een lokatie- keuze, ook de andere vormen van afvalverwerking onderdeel zullen uitmaken van dat onderzoek. Hoofd-taakstelling - en hij denkt dat dat heel begrijpelijk is - is, dat gekomen zal moeten worden tot een definitieve lokatie. Se heer SrtOOS wil nog even opmerken, dat zijn fractie er echt geen voorstander van is, dat Bergen op Zoom te zijner tijd aangewezen zal worden als regionale stortplaat Hij heeft hier en daar wat informatie ingewonnen en Bergen op Zoom staat hoog geno teerd om daarvoor in aanmerking te komen. Hij is ook wel zo realistisch, dat zo'n kleine fractie als de zijne dat wel niet te gen zal leunnen houden. Kocht dat echter t.z.t. dan toch in Bergen op .coom gaan gebeuren, dan wil hij nu alvast toch verzoeken, zowel het college als de raad, om daar aan zo groot mogelijk financiëel voordeel uit te gaan halen. Wat deze laatste opmerking betreft, wil de heer VAN BEU VELDEN zeggen, dat hij dat alleen maar kan onderschrijven.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1982 | | pagina 94