10
De wethouder zei ook in zijn eerste termijn, dat de raad alsnog zou kunnen hesluiten
om een aanvulling op die brief te versturen.
Zijn voorstel is, dat het college alsnog de sportvereniging Dosko uitnodigt voor
een gesprek, om in goed overleg zaken op een rijtje te gaan zetten.
De heer VAK DE WATER wil nog even iets toevoegen. Eet is inderdaad zo, zoals de
heer van Kemenade heeft gezegd. Er zijn een aantal gesprekken geweest met de be
treffende directeur. Op een gegeven moment was daar eigenlijk niet meer mee te
praten. Hij denkt dat het dan een correcte zaak is, dat de vereniging daar aan het
college van B.& V7. van op de hoogte brengt.
I-len zou het ook op prijs hebben gesteld als er gevraagd zou zijn geworden: licht
een en ander eens nader toe.
In de tussentijd is dat gebeurd dus nu zal er waarschijnlijk wel een gesprek gaan
volgen tussen de vereniging en de betrokken wethouder.
Eet is echter echt niet zo, dat er om één voorvalletje cf zo zo'n brief wordt
gestuurd.
Nu moeten naar zijn mening de puntjes maar eens op de i worden gezet, zodat op
een gezonde manier verder gegaan kan worden.
Mevrouw VAN DE PUTTE heeft dit allemaal zo eens aangehoord, en zij denkt dan dat
deze moeilijkheden met de directeur van sportzaken niet de enigen in hun soort zijn.
Uiteindelijk heeft zij begrepen uit de vorige commissievergadering, dat er ook ont
zettend veel moeilijkheden zijn geweest naar aanleiding van de camping De Heide
en het uitzetten van mensen daar en ook de problemen by zwembad Gageldonk liegen
er niet om, denkt zij. Ook daar heeft zij zo haar vraagtekens bij.
Zij vraagt zich af, of het niet eens juist zou zijn om een onderzoek naar de dienst
SOE te laten plaatsvinden.
De heer DEKKERS heeft eigenlijk van de heer van de Water begrepen, dat er al een
brief van Dosko onderweg zou zijn naar het college voor een gesprek en daar heeft
hij absoluut geen enkele moeite mee.
Als dat inderdaad zc is, denkt hij dat het weinig zin zal hebben om vanuit de raad
nog een aanvallende brief naar deze vereniging over een gesprek uit te laten
gaan.
Als echter die brief nog niet binnen zou zijn, heeft hij er geen moeite mee als op
dit moment vanuit de raad aan Dosko bericht wordt gezonden, dat zij welkom zijn
voor een gesprek. Hy denkt verder dat ook het college daar geen bezwaar tegen zal
hebben en ook de raad niet.
In dat gesprek zullen een aantal zaken uitgesproken en doorgesproken kunnen worden
en hij kan mevrouw van de Putte verzekeren dat andere zaken die zy aanstipte,
de volle aandacht van het college hebben.
De heer SITTROP wil over punt k zeggen, dat hij op de eerste plaats het college
hartelijk wil danken voor het gulle gebaar, dat net college toestaat, dat één
persoon per fractie ambtenaar van de burgerlijke stand mag worden.
Na 2 maanden vindt hij dat wel een compliment waard.
Hij zou het college toch willen vragen, wat het met de volgende zin bedoelt:
- hij snapt dat n.l. niet, en, om met Wim van Vliet te praten, zijn het volgens
hem kryptische zinnen -. Er staat dat het college accoord is,: "mits als gevolg
hiervan het respect voor het instituut van de burgerlijke stand niet in het ge
drang komt."
Dat snapt spreker dan van geen kanten. Is dat dan al eens ooit in het gedrang
gekomen, dat respect. Of is er generlei respect voor de burgerlijke stand.
De VOORZITTER meent, dat het natuurlijk een hele dichterlijke zin is. Hij zal straks
uitleggen waarom.
De heer HIJPELS kan zeggen, dat ook zijn fractie buitengewoon verheugd is met dit
voorstel van het college. Het college kan namens zijn fractie de verzekering krij
gen, dat degene die bij zijn fractie dit hoge ambt zal gaan uitoefenen, het nodige
bij zal dragen aan de hoge waardigheid van dit ambt.
De heer VAN HEIJST is een hele andere mening toegedaan. Hij vindt het jammer dat
hier zo veel woorden aan worden besteed want hij vindt dat de zaak helemaal niet
waard.