8 In het antwoord van het college staat n.l. vermeld, dat Bergen op Zoom niet zal gaan pleiten voor een nieuwe jachthaven buiten de Oesterdam. Hij zou dan willen vragen, of er een mogelijkheid aanwezig is, dat de gemeente Bergen op Zoom in dit schrijven ook tot uitdrukking wil brengen, dat een recrea tieve sluis van 30 "bij 4 e meter voor de gemeente Bergen op Zoom onaanvaardbaar is en of de mogelijkheid aanwezig is, als de grote sluis niet door zou gaan, om dan een recreatieve sluis te gaan maken van 40 bij 9 meter. Bat is dan een sluis die in zijn algemeenheid aan de eisen van de watersport vol doet. Be heer VAM DER VELBEK hoort eigenlijk de heer van de Water ervoor pleiten, dat, wanneer de grote sluis waar Bergen op Zoom om heeft gevraagd niet door zou gaan, er dan eventueel gepleit zou moeten worden voor een recreatieve sluis van 40 bij 9 meter, die daarvoor dan wel geschikt zou zijn, terwijl de nu geplande sluis van 30 bij 4-h meter dat niet zou zijn. Hij kan dan nu niet gelijl: een twee drie zeggen, of dat juist is. Hij wil toezeggen, dit eerst eens even uit te zoeken. Als dan inderdaad juist zou zijn, dat de door de beer van de Water genoemde afme tingen vele malen beter sou zijn, dan kan dat inderdaad worden meegenomen. Baarmee kan de heer VAK BE WATER accoord gaan. Be VOORZITTER wil hieraan toevoegen, dat hiermede na. tuur lijk niet de indruk mag worden gewekt, dat er enig besluit genomen zou zijn over de sluis in de Oesterdam. Bat wil hij er voor alle duidelijkheid wel even bijzeggen. Bie discussie loopt n.l. nog. Bij punt m wil de heer VAM BE WATER opmerken, dat hij hier toch wel erg verbaasd over is. Be sportvereniging Bosko heeft n.l. een brief gestuurd aan het college en aan de raad, om over een aantal punten opheldering te vragen. Inmiddels is er dan een antwoord van het college uitgegaan naar Bosko. Hij zou zich kunnen voorstellen, dat zich het geval zou kunnen voordoen, dat de raad zégt: wij zijn het met dit schrijven niet eens. Hoe wordt er dan verder gehandeld is zijn vraag. Hij vindt het eigenlijk niet anders dan normaal, dat, als er een brief wordt ge stuurd aan het college en aan de raad waarop dan een antwoord wordt verwacht, ook van de raad, dat de brief pas wordt verstuurd, als die in de raad behandeld is. Be heer VAR KEKSHADE wil onderschrijven wat de heer van de Water ten aanzien van de bric-f heeft opgemerkt. Baar komt dan nog bij, dat zijn fractie het met dat ant woord niet eens is. Het antwoord wat het college nu heeft gegeven is een uiterst formeel antwoord. Hij kan zich zo voorstellen, als een sportvereniging Bosko een brief schrijft aan het college, waarin zy meent opmerkingen te moeten doen, zelfs negatieve opmer kingen ten aanzien van een ambtenaar, dat zij dan niet onmiddellijk een hele was lijst van argumenten gaan hanteren maar dat wat voorzichtig aan doen. Hij had het dan ook wel wat eleganter gevonden, als het college in eerste .instan tie gereageerd had naar die sportvereniging toe van: als jullie problemen hebben komt dat dan via de telefoon maar liever nog in een direct gesprek maar eens nader toelichten. V/at zijn dan die problemen met die ambtenaar. Bat zou dan zo nodig later eventueel schriftelijk bevestigd hebben kunnen worden. Be uiterst formele wijze waarop deze zaak met deze brief wordt afgedaan vindt hij weinig elegant. Be heer BROOS wil hier nog iets aan toevoegen. Gelet op het feit, dat de leiding van de SOR in Bergen cp Zoom in de wandelgangen vaak een veel besproken onderwerp is, wil hij vanaf zijn plaats in het openbaar de vereniging Bosko een compliment maken, dat zij de moed hebben gehad om daar over de pen ter hand te nemen. Hij betreurt het in hoge mate, dat na de vergade ring van de commissie SOR diverse leden van die commissie tegen Bosko zeiden: v/at vinden wij dit knap maar wat durven jullie toch allemaal; als jullie daar nu dadelijk te biecht moeten komen, zouden jullie daar wel eens spijt van kunnen heb ben. Zo ligt deze situatie exact.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1982 | | pagina 80