6 En om dat onderzoek heeft de CDA-fractie gevraagd, wil de heer WESTERHOF nog opmer ken. Niet de PvdA. De heer STUART wil nog even aantonen, hoe aardig zo'n zaak zich naar aanleiding van een artikel in de krant kan ontwikkelen. T)at blijkt n.l. uit een bericht over de brief van het FNV, want daar wordt a,l gesproken over een achterstand in het achterstallig onderhoud ten bedrage van 80 miljoen gulden. Het wordt dus alsmaar fraaier en hoger. Als dat inderdaad waar zou zijn, dan zou hij zeggen, dat het achterstallig onderhoud zo langzamerhand hoger is dan de boekwaarde en dan zullen nóg rigoreuzer maatregelen overwogen moeten gaan worden. Kij komt nu even terug op het 2e argument van zijn fractie om de zaak in deze ver gadering niet te laten rusten. Dat is dan de relatie die zijn fractie wenst te leggen tussen de inhoud van de woorden van de directeur van het gemeentelijk wo ningbedrijf en de brief die het college de raad heeft toegezonden van 5 januari j1 Hjj vindt dat n.l. een wat alarmerende brief. Er worden ook standpunten, zij het een weinig verhuld, in die brief ingenomen. Dat is dan voor zijn fractie een reden om zich nu maar eens openlijk af te vragen, wat er nu eigenlijk precies wordt onder zocht; langs welke wegen verloopt dat onderzoek; met welke vraagstelling is dat onderzoek aangevangen; met welke instelling wordt dat onderzoek gepleegd. Hij zou een toezegging van het college willen vragen, dat de raad in februari a.s» eens op de hoogte wordt gesteld van de aard, de inhoud, de gang van het onderzoek zodat er eens wat inzicht komt in die hele materie. Als de raad in februari door het college eens op de hoogte wordt gesteld, dan kan de raad zich daaromtrent ook eens nader beraden en eventueel een nader stand punt kunnen innemen. Mevrouw VAN DS PUTTE begrijpt dat er nu niemand meer voor haar a.an de beurt is. Zij wil beginnen met de heer Stuart aan te halen, die stelde dar hij het incident gesloten acht en hoopte dat dit niet meer voor zou komen. Als een-'vrouws-fractie en tevens vanwege het feit dat de college-vergaderingen besloten zijn, moet zij het juist vaak hebben van dit soort informatie. Dit even vooraf. In de Nota van Aanbieding bij de begroting 1931 en I9S2 wordt met geen woord ge rept over achterstallig onderhoud bij het woningbedrijf Zij is geen bouwdeskundige, maar zelfs haar is het bekend, dat houtrot niet binnen een termijn van 3 maanden ontstaat. Het is goed dat ambtenaren zich bewust wetende van hun verantwoordelijkheid en een verantwoord beleid soms en op de juiste momenten toch met informatie naar buiten komen Als zij die informatie van het college niet krijgt is zij blij dat er dan toch iemand die moeite neemt om haar te informeren. Dan de inhoud van de interpellatie zelf. Het is inderdaad niet juist, dat ambtenaren ambtelijke opvattingen over nog in de gemeenteraad te voeren discussies op deze manier naar buiten brengen. Dat kan dan als college worden voorkomen, door zelf tijdig met de juiste informa tie in alle openheid naar buiten te treden dacht zij. Ten aanzien van vraag 2 van de interpellatie acht zij het niet juist, dat van ambte lijke zijde kritiek wordt geleverd op een verondersteld slecht beleid van het colle ge in het verleden. Dit is toch voorbehouden aan de raadsleden, wil zij daarvan zeggen. Zij neemt als raadslid de verantwoording van de directeur van het woningbedrijf dan ook graag over. Voor de beantwoording van vraag 3 en 4 van de interpellatie verwijst zij naar haar antwoord op vraag 1 Antwoord op de vraag of de directeur onjuist gehandeld heeft moet door haar for meel met ja beantwoord worden maar zij wil daar gelijk bijzeggen: inhoudelijk kon hij niet anders. Voor de betrokken bewoners is zij blij dat iemand met zoveel verant woordelijkheidsbesef aldus gesproken heeft. Voor haar kan deze interpellatie dan verder voor kennisgeving worden aangenomen. De heer SITTROP is blij, dat de CDA-fractie en vooral hun voordvoerder de heer Stuart nu wat genuanceerd over deze zaak gaan praten. Hij hoopt nu maar dat ock

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1982 | | pagina 7