11 Politiezaken werden in Voorst besproken in de Commissie Algemene Zaken. In deze commissie is vorig jaar bij wijze van proef de prioriteitenstelling bij opsporing en vervolging van strafbare feiten aan de orde gestexx. Ook heert de Hoofd-Officier van Justitie in deze commissie een toelichting gegeven op zijn beleid. x Geen der aangegeven methoden heeft bij mijn weten ooit enige moeilykheia veroorzaakt, ■/el ben ik de laatste tijd tot de conclusie gekomen, dat het overleg met deze com missie een te wat incidenteel karakter heeft gehad. Daardoor is het meedenken wat te veel aan incidenten opgehangen geweest en dientengevolge vat te fragmentarisch. Wil een Raad via een raadscommissie voldoende invloed hebben, dan moet het hele beleidsterrein kunnen worden overzien. Daarvoor is beleidsplanning nuttig en zelfs wellicht onmisbaar. Aan de hand van een beleidsplan kunnen met name prioriteiten in functies en taken op het gebied van de openbare orde worden besproken. Ik hoop dat een breder inzicht ook een evenwichtige beoordeling van incidenten door de raadscommissie zal bevorderen. In de Memorie van Toelichting op het concept-ontwerp Politiewet staat terecho: "Zeker voor onze tijd geldt, dat het optreden van overheidsorganenvooral wanneer dit geschiedt met machtsmiddelen waarover de politie beschikt, niet langer zonder meer wordt aanvaard, dat voortdurend de rechtmatigheid en doelmatigheid van het ontreden ter discussie pleegt, te worden gestela." Pit is zo, maar ik verwacht dat het de Raad met een groxer inzicht gemakkely er - of minder moeilijk - zal worden gemaakt om, vanzelfsprekend met behoud van de kritische zin, achter de politie te loumcn gaan staan. Juist in aeze tijd, waarin onzekerheid, en in sommige steden tot voor kort onvoorstelbare acties het beeld lijken te beheersen, is het goed dat de politieman of -vrouw zien in beginsel aoor het bestuur gesteund weet. Het citeren van deze passage uit het ontwerp Politiewet houdt niet m, dat ik ge lukkig ben met dat ontwerp. Het tegendeel is eerder waar. De discussie daarover is thans in volle gang en ik verwacht dat wij binnenkort daar meer over zullen horen. Ik ga daar nu niet verder op in. Het korps, de raadscommissies en ikzelf krijgen die kans aaarvoor nog wel. Dames en Heren. Bergen op Zoom staat niet op zichzelf. Het is een stad met een centrumfunctie voor een wijde regio en de gemeente maakt deel uit van het Streek- gewest westelijk Noord—Brabant In dat kader heb ik het bijzonder gewaardeerd dat collega Schneider het woord heeft willen voeren. Hij kent als geen ander de overstap van Gelderland naar Brabant en moet mij als geen ander daarover kunnen informeren. Ik heb hem op een haar na gemist, 6 jaar geleden, bij zijn vertrek naar hex Brabant se en ik hoop binnenkort in de gelegenheid te zijn, eens iets van hem te noren over de overstap maar ook over het intergemeentelijk samenwerken in het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant Over het te voeren beleid in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden hes.it he* rwovinciaal bestuur van Noord-Brabant in september 1931 een interessante nota hst licht doen zien. Ik weet niet of de raad of de raadscommissie over aeze nota inmiddels een oordeel heeft uitgesproken. Ik kijk in ieder geval met spanning uit naar die reactie. Ik hoop bij die gelegenheid ook te horen, welke posities er precies worden mge - men door Bergen op Zoom enerzijds en door Roosendaal anderzijds. De plaats in deze*raadzaal, zij het dan overigens nog aan het voeteneind, bekomt de burgemeester van Roosendaal blijkbaar toch wel goed. Dames en heren. Ik zou nu willen ingaan op de woorden die gesproken zijn door de vertegenwoordigers van de verschillende iracties. Mijnheer Gorrissen. Ik dank zeer voor Uw betoog. De tussenzang, als ik dat zo mag aanduiden, viel nog al mee en stemt inderdaad wel overeen net ae gevoelens aie ik oo dat moment had. Hoe ik over de rest van Uw toespraak denk heb ik al gezegd en ik hooo en verwacht dat de procedures die leiden tot een benoeming van een burgemeester en waarover het Genootschap van Burgemeesters dezer dagen nog met de minister heeft gesproken, ook zal voeren naar een oplossing van deze problemen. Eet probleem is natuurlijk, dat het noch voor dc Raad, noch voor een helangryk deel*uit een Raad, noch voor de candidaat zelf erg plezierig is, om te hore

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1982 | | pagina 65