49 Bij aankopen op dit gebied, gaat het er om, dat op een gegeven moment de naam van degene die iets aanbiedt, van de kunsthandel die het aanbiedt, van zeer groot be lang is. Als er zaken worden gedaan met zeer gerenommeerde kunsthandelaren dan kan men voetstoots aannemen, dat er kwaliteit wordt geleverd. Als er by dit soort penningen een certificaat van echtheid zou moeten komen, moet er eerst een onder-zoek plaats vinden in Den Haag bij het beroemde Kabinet daarvan. Dat kost behoorlijk vrat geld. Als men over de verkopers twyfels sou hebben dan kan hij zich indenken dat men op zo'n moment zegt: nu wil ik het toch eerst graag wel eens zeker weten. Als men dit echter elke keer verplicht wil gaan stellen, dat vrij kostbare onder zoek terwijl het een zeer gerenommeerde zaak betreft, dan denkt hy dat dat niet nodig is. Dat risico zal men dan toch wel gerust kunnen lopen. Bij die opmerking van dat schilderij moet hem aan van het hart, dat op een gegeven moment een schilderij, wat door kenners unaniem aan een bepaald iemand wordt toe geschreven, men daar dan ook rustig van uit kan gaan. Dat er dan in de loop van de geschiedenis, als men dat eens precies nagaat, blijkt dat er een lijst is verwis seld en dat men er stukjes van heeft afgesneden, is dat op zich - alleen vaak alleen maar jammer - een volstrekt normale zaak. Dat gebeurt n.l. nog al eens. Het gaat er om, of op het moment dat men iets aankooptmen dan zegt: waarom kopen wy dat nu aan. Is het b.v. een leuk gezicht op de stad Bergen op Zoom. Dan koopt men het b.v. daarom aan en maakt het niet uit wie de schilder is. als men zegt: de waarde wordt blijkbaar verhoogd omdat het een zeer gerenommeerde schilder is, zoals hex geval waarover de heer Bakx dan spreekt, de heer Hoiithorst, dan moet men zeker van zijn zaak zijn dat het inderdaad een Eonthorst is en dat men het ook nog eens van belang vindt om zoiets in het museum te hebben. Dat is in dat geval gebeurd. Het feit dan, dat er in het verleden s tuide en zijn afgesneden, is dan op dat moment niet meer relevant. Vindt men wat aangeboden wordt mooi, wil men dat in de collectie hebben en vindt men het de prijs waard. Dit moet volgens hem de doorslag geven. Cm cp datzelfde voorbeeld dan maar door te gaan, kan het natuurlijk niet zo zijn, dat als men een schilderij aankoopt, men eerst de hele geschiedenis uit allerlei musea, moet gaan halen om te constateren dat er ooit een stukje is afgehaald. Dat verandert dan toch niets aan het feit of men een schilderij vil hebben omdat het mooi is, dacht hij. De heer BAKX sou dan namens zijn fractie willen voorstellen, om deze hele problems^ tiek in de eerstvolgende commissie museum dan maar eens te behandelen, want behal ve de problemen waar de wethouder dan zo gemakkelijk over heen stapt, kan men zich b.v. ook afvragen, of b.v. dan dat schilderij nog wel die prijs waard is. Al staat er dan een kenner achter op een gegeven moment, als het sou verbranden of wat dan ook of zoek zou raken, dan is het niet alleen degene die het geleverd heeft die de doorslag geeft. Vooral zo'n certificaat van echtheid zal dan uiter mate nuttige diensten kunnen bewijzen, dacht hij. Hy hoopt maar dat de wethouder zijn verzoek om het in de eerstvolgende museum- commissie te behandelen, op' -wil volgen. Daar heeft de heer VAN DER STOEL geen problemen mee, onder inachtnemening van wat hij eerder heeft gezegd. In de discussie in die commissie zal dan viel blijken wat men hier verder van vindt. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. De VOOIcZITTER zou nu graag- even van de gelegenheid gebruik willen maken om iets tegen de heer Kuijtemans te zeggen. Als het college n.l. goed is geinformeerd, was dit de laatste raadsvergadering die de heer IJuijtemans in Bergen op Zoom meemaakte. Hij denkt dan dat het past, om namens het collego de heer Kuijtemans te bedanken voor zijn inzet, gedaan in zijn raadswerkperiode. Het college had de indruk, dat hij daar zeer goed mee omsprong; dat hij getuigde van zaken terdege en goed kennis te nemen en die goed te willen benaderen. Dat hij principieel was wanneer hij vond dat hij dat ook moest zijn, zelfs in uiter ste instantie.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1982 | | pagina 51