37
Dat het college allerminst enthousiast was over het verzoek, wat Bergen op Zoom
uit Roosendaal bereikte, mag de raad toch ook wel bekend zijn. In eerste instantie
heeft het college nee gezegd. Dat werd ook tegen 2 gedeputeerden gezegd die Bergen
op Zoom daarover aanspraken en zeiden: doet u dat nu toch maar.
Het college heeft toen echter volgehouden en bleef zeggen: nee; wij weten niet vol
doende wat er aan de hand is en wij blijven nee zeggen, tenzij wij wat meer aan de
v/eet komen.
Uit de eerste analyse bij het eerste verzoek wist het college nog te weinig.
Er werd toen geeist, dat er heel nadrukkelijk voor de gemeente Bergen op Zoom een
analyse op tafel zou komen van alle stoffen die in het afval zaten.
Koxtweg gezegd: het resultaat van die duchtige analyse en van dat onderzoek is ge
weest, dat er geen chemisch afval wordt aangeboden.
De heer Uesterhof heeft op zich gelijk als hij zegt: als er dan chemisch afval wordt
aangeboden moet men gewoon zorgen dat daar wat meer spullen worden bijgestopt en
dan valt het percentage lager uit en dan is het geen chemisch afval meer.
Daarin heeft de heer V/esterhof volstrekt gelijk. Dat is ook de kritiek op de wet
van die mensen die vinden dat die niet ver genoeg gaat.
In tegenstelling dan tot al die anderen die menen dat het al erg ver gaat.
De gemeente kan dus nee zeggen, maar na al deze onderzoeken heeft het college ge
zegd: nou; wij willen dit voer één jaar toestaan. Hij heeft er geen enkel probleem
mee om de heer van Kemenade en de raad toe te zeggen, dat het woordje voorlopig
uit het voorstel wordt geschrapt en de raad vanavond dus uit zou spreken,dat het
maar voor één jaar wordt goedgevonden. Punt. Uit.
V/at er dan later gebeurt merkt men dan tegen die tijd wel.
De heer Broos heeft gezegd: had dat nu niet anders geleund. Zelfs als niet—techni
cus weet spreker, dat alles anders kan. Als Philips, het betrokken bedrijf, zou
'willen, dan zou het natuurlijk altijd op hetzelfde moment iets uit kunnen vinden,
waardoor die kop van die lamp er uit gehaald zou kunnen worden.
Dat is op dit moment, bij de huidige productie-methode, met de huidige kennis, erg
duur en dat is dan voor het bearijf dan aanleiding om te kijken of het ook anders
kan.
Omdat Bergen op Zoem heeft gezegd: wij willen dat niet laten storten, is toen me»,
het bedrijf de afspraak gemaakt en dat hebben zij dan op een jaar geschat dab
zij zouden gaan studeren zodat het niet meer noodzakelijk zou zijn, dat die kleine
hoeveelheid kwik in het afval gestort moet worden.
Op een gegeven moment werd er gezegd: Roosendaal zal zijn eigen vuil zeli op moeten
ruimen. Hij wil de raad dan wel herinneren aan de afspraak die ook de raad heeft
gemaakt in gewestelijk verband, maar ook hier in de raad, dat gezamenlijk in dit ge
bied geprobeerd moet worden om het afval te verwerken, een taak die is opgelegd.
Dat betekent, dat er een vuilverbrandingsinstallatie is in noosendaal en dat er
in Bergen op Zoom b.v. hij noemt dan maar 2 plaatsen op gestort kan worden.
Dat laat onverlet wat hij in het begin heeft gezegd, n.l. dat Bergen op Zoom natuur
lijk afval kan weigeren. Datzelfde geldt dan ook voor Roosendaal.
Echter, zeggen tegen Roosendaal: stort die afval zelf maar, is een te gemakkelijke
ontsnapping aan een probleempje waar Bergen op Zoom dan mee zit, want dat kan ge
woon niet tegen Roosendaal worden gezegd, meent hij.
De heer Uuytemans zei namens zijn fractie dat die nee zal zeggen, inclusief hun wet
houder. Hy permitteert zich dan de opmerking, dat, als de raad vanavond ja zou
zeggen tegen dit voorstel, zijn collega-wethouder, die De Kragge beheert, dan toch
zal moeten toelaten dat dat afval wordt gestort.
Bat is dan democratie, meent de heer ITUIJTEMHS.
Inderdaad, kan de heer VAR DER STOEL daarop zeggen en zo kan iedereen gelukkig
ook met iedereen werken. _/ken
Hij heeft al eerder gespro/över de wet en de afspraken die er met Roosendaal zijn,
en hij denkt daar voldoende van te hebben gezegd.
De heer van de Water zei: ik ben gewoon tegen. Daar neemt spreker dan maar nota
van. Hy gaf daar een kleine motivatie bij en spreker heeft dan gc-probeerd enige
opmerkingen te maken die wat dieper gaan.
De heer Arnoys klaagde over het dossier, wat niet compleet zou zijn. Hij heeft net
het dossier even nagekeken. De oudste brief die hij daarin dan aantrof was er een
van 18 januari 1981. Hij durft nu uit zijn hoofd niet te zeggen, of er in die tussen-