17
ook door de mensen zo gewaardeerd mag worden, dat zij er wat voor over hebben.
Dat "er voor over hebben" zal dan voor de een wat meer zijn dan voor de ander.
Feit blijft echter dat men blijft vinden, dat er wat voor betaald moet worden en
dat dat ook wel'haalbaar is.
Daarbij is er dan nog de schatting, dat er wat het aantal deelnemers betreft, aat
toch nog wel voldoende zal zijn om de school te kunnen laten draaien.
De VOORZITTER stelt voor de beraadslagingen over dit punt thans te beeindigen
en wellicht voort te zetten bij de behandeling van de begroting 1983.
Het college heeft vanzelfsprekend van de inhoud van de opmerkingen van de raad
kennis genomen alsmede de raad, naar hij mag aannemen, van het antwoord van de
zijde van het college.
De raad zal dan wel begrijpen, dat hier vanzelfsprekend nog een vervolg op zal ko-r
men.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de nota voor kennisgeving aangenomen.
10. Onderzoek geloofsbrieven van de nieuw benoemde leden van de gemeenteraad
Hieraan wordt vastgekoppeld aanvullingsagenda nr. 2, en wel:
1Voorgesteld wordt de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen:
a. Mededeling van de voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing
van de leden van de gemeenteraad te Bergen op Zoom, dat het nieuw benoemde
lid van de gemeenteraad, de heer R.B.Sittrop, heeft bericht dat hij zijn benoe
ming niet aanneemt,
b. Schrijven van de voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van
de leden van de gemeenteraad te Bergen op Zoom dd. 22 juni 1982 inzake toe
zending afschrift van zijn besluit dd. 22 juni 1982 waarbij A.J.C.M.de Jongh te
Bergen op Zoom is benoemd verklaard tot lid van de raad van de gemeenoe Ber
gen op Zoom in verband met het niet aannemen van zijn benoeming door R.B.Sit
trop te Bergen op Zoom.
c. Mededeling van de voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing
van de leden van de gemeenteraad te Bergen op Zoom, dat het nieuw benoemde
lid van de gemeenteraad, de heer A.J.C.M.de Jongh, heeft bericht dat hij zijn
benoeming aanneemt.
De VOORZITTER kan mededelen, dat, voorafgaand aan deze vergadering een commissie
ad hoe, bestaande uit de heren Gorrissen, Bakx en van Kemenade de geloofsbrieven
heeft onderzocht. Hij mag de voorzitter van die commissie, de heer Gorrissen, vragen
daarover aan de raad verslag uit te brengen.
De heer GORRISSEN leest de volgende verklaring voor:
"De commissie ad hoe tot onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuw benoemde lede:
van de gemeenteraad:
M.M.van de Putte—Vreedenburgh, W.C.M.Stuart, A.W.Th.Smits, P.G.M.de Bruijn, A.G.\an
der Stoel, G.A.A.J.Janssen, N.Dirker-Kanters, C.P.M.Bakx, F.Noorman-van Leeuwen,
A.R.B.de Laet, C.H.E.Krijger-Ooms, P.M.L.Franken, J.van de Water, G.Parel, A.J.Fran
ken, P.A.C.M.van der Velden, C.J.P.van Wijk, C.E.de Visser-van Dam, P.J.F.Dekkers,
P.A.Gorrissen, P.G.M.van Heijst, D.Westerhof, H.J.Muller, C.E.H.M.van Kemenade,
D.J.J.Nijpels, C.J.Baden, J.van Es, M.J.M.Franken en A.J.C.M.de Jongh}
overwegende dat zy de geloofsbrieven met bijbehorende stukken heefo onderzocht en in
orde bevonden;
dat zich geen wettelijke bepalingen verzetten tegen het zitting nemen van voormelde
leden;
adviseert tot toelating van bovengenoemde personen als lid van de gemeenteraad van
Bergen op Zoom.
Bergen op Zoom, 25 juni 1982. De Commissie: (getekend) Gorrissen, Bakx en van Keme
nade