I
Mevrouw Noorman kondigde ook aan, dat de WD-fractie tegen de korting voor 65—plus
sers zal zijn. Hy denkt dat zij in principe wel gelijk heeft als zij stelt: men zal óf
een vrij algemene maatregel moeten treffen voor bepaalde klasse^i, óf men doet dat
niet. Er zit een zekere discriminatie in, omdat er natuurlijk wel meer mensen zijn
die daar wel zouden willen komen maar die misschien hetzelfde of nog minder verdie
nen dan de 65-plusser. Hij vindt echter, dat die discussie dan ook maar gevoerd
moet worden op het moment dat de zaak concreet wordt ingevuld.
De heer Bakx zei namens zijn fractie, dat zo'n creatief centrum er wel moet komen.
Daar zou spreker dan graag een dikke streep onder willen zetten.
In de nota heeft het college geprobeerd om aan te tonen, wat de functie is van
een school voor expressie en dat is dan wat meer dan alleen maar bezig zijn met ex
pressie. Hy vindt het onnodig om al die zaken te gaan herhalen, maar denkt wel
dat in een cultuurbeleid de uitstraling van zo'n centrum van groot belang kan
zijn. De kunstenaars die daar werk aan hebben, ook al is het dan geen plaatselijk
werkgelegenheidsplan zijn toch een element waar rekening mee gehouden moet worden.
Op zo'n manier houdt men de mensen ook in de stad die op velerlei manieren hun
activiteiten kunnen tonen.
Hij denkt ook aan alle andere functies die in de nota staan opgesomd en die daarbij
van belang "zijn.
De koppeling aan de muziek- en balletschool is een al oud ideaal van de PvdA.
In de nota wordt ook daar uitvoerig op ingegaan en hij vindt het wat onnodig om dat
nu weer te gaan herhalen. Hij wil er 2 punten uithalen. Om practische redenen ziet
het college zo'n koppeling niet omdat hier al een van de grootste muziekscholen
van het land aanwezig is en de directeur daarvan zijn handen al meer dan vol heeft.
Inhoudelijk ziet het college die combinatie ook niet zo zitten. Dat er een relatie
zou bestaan tussen een muzikale vorming en deze vorming is in de praktijk meer ab
stract dan reëel en als men dat al zou uitvoeren en zou verklaren dat de directeur
van de muziek- en balletschool ook maar directeur van deze school voor expressie
zou moeten zijn, dat weet ieder wel, die de nota goed gelezen heeft, en dat dan
tenminste ook wil geloven dat er dan toch weer iemand aangesteld zal moeten
worden die het werk op het creatief centrum of op de school voor expressie - hoe
men dat dan ook wil noemen - zal moeten gaan doen. Dat lijkt hem dan niet zo prac-
tisch om dat dan op die manier te gaan omzeilen, omdat er, nogmaals gezegd, prac-
tisch en inhoudelijk weinig relaties zijn, al wordt in de nota wel gezegd, dat er
samenwerkingsprojecten kunnen zijn. Daarvoor is dan echter niet nodig, dat er één
directeur is voor beide instellingen. Dan zal die directeur, wie dat dan ook is,
óf aan de ene, óf aan de andere instelling gewoon te weinig tijd kunnen besteden.
Dan komt men misschien wel weer in een debacle terecht waar men nu net vandaan wil
blijven.
De heer Gorrissen vroeg of de deelnemersgelden niet te duur zijn. Hij denkt, dat,
als de gemeente er een bedrag in stopt en ook de minister van CRM - ook dat moet
men niet vergeten; de rijksbijdrage blijft er op rusten als die nieuwe school zou
worden opgericht - zal het toch best zo mogen zijn, dat mensen daar ook wat voor
gaan betalen. Hij wil er bovendien op wijzen, dat de bedragen die genoemd staan,
helemaal overeenkomen met de bedragen die men vroeger bij De Kraal betaalde.
Als men het bedrag wat in De Kraal werd gevraagd omrekent in het aantal uren wat
er nu gegeven wordt, dan betaalt men exact hetzelfde bedrag. Hij denkt dat het heel
redelijk is dat mensen een gulden of 3, 4 per uur voor zoiets over hebben. Het is
heel belangrijk wat er gegeven wordt en de opzet die er aan gegeven wordt kan ook
zeer waardevol zijn voor mensen. Hij denkt ook wel, dat mensen dit moeten kunnen op
brengen al zal het bij elke voorziening zo zijn dat er voor sommigen grenzen zullen
zijn; dat zij iets niet zullen kunnen betalen. Het is echter per cursus zo'n 200.-
en hij denkt dat dat toch wel op te brengen moet kunnen zijn. Hij wil daarin toch wel
voorzichtig blijven. Mensen zullen dan best wel eens moeten kiezen.
Als de heer Gorrissen het echter goedkoper zou willen hebben dan is er eigenlijk
maar óón oplossing, n.l. dat de gemeente meer moet gaan betalen.
Hij de ;kt, dat, gezien het bedrag wat de gemeente er al in stopt en alle moeite die
er al aan wordt besteed, dat dat echt niet zo nodig is.
Als men alles wil openstellen voor iedereen en ook nog allemaal gratis, dan heeft
dat naar zijn mening vérstrekkende gevolgen op het hele terrein van instellingen
die v/orden gesubsidiëerd, waarbij practisch alle instellingen een eigen bijdrage
verlangen. V/aar hier zo'n duidelijk vormend aspect aanwezig is, denkt hij dat dat