15
Wat betreft de aanstelling van een concierge in USW—verband kan de fractie van de
WD daarmee akkoord gaan.
Wat de tariefstelling betreft: volgens de landelijke normen van 250.- acht haar
fractie dat toch v/el het minimale.
De voorkeur van haar fractie gaat voorts uit naar betaling in de vorm van belas
tingheffing met een mogelijkheid van termijn-betaling.
Een korting voor houders van een 65+-kaart vindt zij niet noodzakelijk.
Wil men uitzonderingen maken, dan zal naar draagkracht cursusgeld geheven moeten
worden. Te zijner tijd komt zij nog graag terug op de ontheffings-mogelijkheden, b.v.
bij ziekte en dergelijke.
Wat het beheer betreft gaat zij graag mee met het pre-advies van het college; dus
een bestuurlijk beheer onder verantwoording van college en raad en practisch uit
voerend werk door een dienst-onderdeel.
De heer BAKX moet zeggen, dat zijn fractie deze notitie een prima stuk werk vindt
en dit werk kan naar het oordeel van zijn fractie dan ook doorgang vinden.
In de begeleidende brief vraag het college aan de raad, om in de begroting van
1983 definitief te beslissen om al dan niet over te gaan tot de oprichting van
deze school.
Deze vraag kan zijn fractie op voorhand reeds bevestigend beantwoorden.
Men had alleen graag gezien, dat de school organisatorisch, bestuurlijk en financi
eel werd ondergebracht bij de gemeentelijke muziek— en balletschool.
De heer GORRISSEN kan zeggen, dat deze nota bij zijn fractie een 3-tal opmerkingen
heeft veroorzaakt.
1Een waarderende opmerking voor de samenstellers van deze no ca. Men vindt het
een prima stuk werk.
Er v/ordt een vraagteken geplaatst9 of de deelnemers deze toch wel vrij dure deel-
nemersgelden zullen kunnen en willen betalen.
3. Zal de gemeente wel in staat zijn, om de financiën op tafel te brengen, die hier
voor nodig zijn.
Hij wil niet verder gaan dan op te merken, dat zijn fractie aan de hand van de begro
ting 1983 het standpunt pas zal bepalen.
De heer VAN DER STOEL wil op de eerste plaats graag zyn dank uitspreken voor de
complimenten voor deze nota die duidelijk is en een goed inzicht blijkt te geven.
Mevrouw Noorman ondersteunde voornamelijk de grootste lijnen van de nota en daar be
hoeft hij dus niet verder op in te gaan, dacht hij.
Nu men ondertussen al in juni is aangeland, ligt het inderdaad in de bedoeling, om
de zaak per september 1983 "ts kunnen laten gaan draaien, als de raad daarvoor hec
groene licht heeft gegeven tijdens de begrotings-behandeling.
De directeur is ingeschaald, zoals men in de nota kan zien, als plan althan^
in schaal 40. Als uitzondering op de normale gang van zaken zal de directeur ook
8 uur les moeten geven, hetgeen, als men dat zo wil uitdrukken, een besparing van
19.000.- op jaarbasis op zal leveren. Dat betekent al, dat de directeur meer
moet doen dan die in een vergelijkbare positie elders zou moeten doen.
Hij denkt dat men dat in het achterhoofd moet houden op het moment dat tot een la
gere schaal over zou moeten worden gegaan, al kan hij zich ook voorstellen dat die
discussie dan ook maar later moet komen, hoe hoog die schaal dan precies moet zijn
Dan kunnen alle argumenten nog eens op een rijtje worden gezet, waarom het college
nu precies op die schaal 40 is uitgekomen.
V/at de administratie betreft stelt mevrouw Noorman voor, om die bij wijze van een
WVM maatregel te gaan uitvoeren. Dat is zeer wel denkbaar in het begin omdat er
in het begin erg veel werk vast zal zitten aan die administratie, maar op termijn
moet daar toch een continu iemand aanwezig zijn en of dat dan een full-time of een
part-time kracht moet worden, zal dan inderdaad nog moeten blyken.
De voorgestelde maatregel van mevrouw Noorman zou hij kunnen uitwerken, al wil hij
Hai>T* wel bij zeggen, dat het geen schijn-bezuiniging moet zijn omdat er op termijn
zeker continu iemand moet zijn die dit allemaal gaat doen.
Hij denkt dat het verleden, dat vanavond even aan de orde is geweest, intussen vol
doende heeft geleerd, dat het werk wat hier allemaal aan vast zit en wat het col
lege in de nota heeft proberen te schetsen, niet allemaal gevraagd kan woraen van
mensen die dat in hun vrije tijd moeten doen.