7 De heer VAIJ DE WATER is een tegengestelde mening toegedaan. Hij denkt dat niet lan ger moet worden aangedrongen op een liftsluis maar dat moet worden getracht een grotere sluis in de Oesterdam te krijgen ten bate van de recreatie. Nu wordt achter zaken aangelopen die hoogstwaarschijnlijk niet meer te realiseren zijn en hij denkt dat men dat op een bepaald moment gewoon moet erkennen. Nu zou de tijd rijp zijn om bij het ministerie af te gaan dwingen dat er een grotere sluis voor de recreatie komt. In deze zou hij tevens de medewerking van de gemeente Tholen willen vragen, omdat men daar ook graag heeft dat er een grotere sluis komt in verband met de visserij vanuit die gemeente. Hij heeft in deze raad al diverse keren aan de heer van der Velden gevraagd en laatst heeft hij van die wethouder een brief gekregen waarin hij schrijft dat het moment nog niet daar was en dat er nog steeds hoop was in verband met de liftsluis. Spreker hoopt dan maar, dat de wethouder nu het moment wel herkent en erkent en dat hij aan zal willen gaan dringen op een grotere sluis voor de recreatie. De heer VAN DER VELDEN hoorde van de heer Kuiler, dat de problematiek van de lift sluis nu in een kritieke fase is gekomen. Dat klopt dan in zoverre, dat de rappor tage duidelijkheid heeft verschaft over het standpunt van de huidige minister van verkeer en waterstaat. Het wil nog niet zeggen, dat er al een besluit is genomen. Integendeel. De heer Muller vroeg: wat nu. Het college heeft hierover al van ge dachten gewisseld met de Kamer van Koophandel en heeft daar a.s. maandag wederom een aanvullend gesprek over met de gedeputeerde. Het is zo, dat de laatste maanden heel uitdrukkelijk samen met die 3 partijen opge trokken wordt in de gedachtenwisselingen en in het behartigen van de belangen van de liftsluis in Den Haag. Dat wil men ook nu blijven doen. De opmerking van de heer Kuiler, dat de landelijke partijen toch wel een en ander zullen moeten onderschrijven, ook hij deelt die mening van harte. Ook op dat front zal gewoon duidelijk gewerkt moeten worden. In dat verband moge duidelijk zijn, dat hij de stelling van de heer van de v/ater op dit moment absoluut nog niet deelt, om nu al te gaan pleiten voor een grotere sluis voor de recreatie. Dat is volstrekt nog niet aan de orde. Het v/oord is nu n.l. aan de Kamer. Die zal moeten beslissen, o± men akkoord kan gaan met de voorstellen van de minister van Verkeer en Waterstaat. Het is bekend, dat in september de voortgangsrapportage na het reces behanaeld zal worden. Hij kan zich voorstellen, dat er de Kamer heel wat aan gelegen is, om een zo correct mogelijke beslissing te nemen. Het ligt dan ook in het voornemen van het college, om de belangen van Bergen op Zoom nog eens zeer uitdrukkelijk uiteen te zetten bij de vertegenwoordigers van de diverse politieke partijen in Den Haag. Het moge dan ook heel duidelijk zyn, dax het college van mening is, dat men vast moet houden aan de liftsluis en dat men geen genoegen k£n nemen met een kleinere sluis. Hij gelooft dat het niet verstandig is, om daar op dit moment ook maar tén milimeter van af te wijken. Het woord is nu aan de Kamer. Daar zitten de vertegenwoordigers die de bergse be langen moeten behartigen en hij kan zich erg goed voorstellen, dat in september de Kamer toch wel eens tot een zeer verstandig besluit zou kunnen komen ten gunste van Bergen op Zoom. De heer VAN DE WATER heeft nog een opmerking in do richting van de wethouder. Diens landelijke partij streeft naar bezuinigingen. Spreker wil de heer van der Vel den nu maar eens'recht op de man af vragen: vindt U deze investering op dit moment economisch verantwoord. De heer VAN DER VELDEN kan antwoorden, dat zijn partij inderdaad naar bezuinigingen streeft. Het is bekend, dat vele partijen dat doen, althans landelijke partijen. De wijze waarop, daar kan men over van mening verschillen. Het is natuurlijk wel zo, dat al3 er bezuinigd wordt, dat wel zeer verantwoord moet gebeuren. Het we'-vallen van de liftsluis zal dan zeer vergaande economische gevolgen hebben voor de activiteiten van Bergen op Zoom. Hij vindt, dat ook dat moet worden a ge wogen bij de bezuinigingen. Als er bezuinigd moet worden, zal dat in een samenhan gend geheel dienen te worden geplaatst en mag het niet zo zyn, dat zonder mee gekozen wordt voor het schrappen van de liftsluis.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1982 | | pagina 325