41
ten worden vastgesteld, zonder dat dat op enigerlei andere wijze nader is bekeken.
Hij vindt, dat ook dat zwaar moet wegen.
De VOORZITTER meent, dat dat dan maar is vastgesteld. Hy vindt niet dat de .raad
naar een dergelijke lijn moet gaan. Hij gelooft er verstandig aan te doen, de raad
en het college in de gelegenheid te stellen in de besluitvorming te amenderen.
Dat zal even op schrift gesteld moeten worden en hij schorst de vergadering.
Na heropening van de vergadering door de VOORZITTER verzoekt deze de heer van der
Velden om het amendement, zoals dat door het college is opgesteld, voor te lezen.
De heer VAN DER VELDEN kan namens het college mededelen, dat het te nemen besluit
nader wordt aangevuld met: met uitzondering van de maatregelen die zijn voorgesteld
voor het gebied Fortuinstraat - Grote Markt - Bosstraat - Potterstraat en Hoog
straat de besluitvorming omtrent de verkeers—afwikkeling in genoemde straten zal
plaats vinden nadat terzake het nodige onderzoek is verricht. In dat onderzoek zal
met name gelet worden op de konsekwenties van de andere maatregelen i.v.m. de
samenhang van het verkeerscirculatieplan.
De VOORZITTER vraagt de raad, of die zich in deze tekst kan herkennen.
De heer STUART heeft tijdens de schorsing ook een tekst opgesteld en misschien geeft
die nog wat meer ruimte. Het is misschien toch wel goed dat het college daar ook
kennis van neemt. Hij wil de redactie als volgt voorstellen:
Het besluit luidt:
1vast te stellen het verkeerscirculatieplan voor de gemeente Bergen op Zoom zo
als weergegeven in de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlagen,
met uitzondering van het bepaalde inzake de afvoer van het verkeer vanuit de For—
tuinstraat via de Bosstraat en de Potterstraat.
2.nader vast te stellen de afvoer van het onder 1 genoemde verkeer aan de hand
van een door het college van B.& W. geformuleerd voorstel, waarbij rekening zal
worden gehouden met hetgeen in de raadsvergadering van 28 mei 1982 terzake is ge
steld.
De VOORZITTER heeft de indruk, dat de redacties elkaar niet veel ontlopen.
Er zit alleen dit grote verschil in, dat thans reeds als vaststaand wordt aan
genomen datgene wat in de raadsvergadering is opgemerkt, terwijl het college er
waarde aan hecht daaraan toe te voegen dat het gaat om een verkeers-circulatie
dat gekenmerkt wordt door een innerlijke consistentie.Er is een samenhang, en,
om een ander woord te gebruiken, een interdependentie, een wederzijds beinvloe-
dende samenhang. Dat heeft het college met name in die laatste zin tot uitdruk
king willen brengen.
Als de raad wil, dat in de plaats daarvan komt, al datgene dat door de raad is
gezegd, dan wil het college daar niet bij vóórbaat nee tegen zeggen, maar de
raad zal met name toch ook wel waarde willen toekennen aan de samenhang - en
als hij in deze geest dat woord dan gebruikt inplaats van consistentie en inter
dependentie, om zoveel mogelijk moeilijke woorden uit de weg te gaan - dan denkt
hij dat dat toch niet helemaal vervangen kan worden door datgene wat de raad van
avond opgemerkt heeft. Hij gelooft dat het goed is om dit op te merken.
Hij hecht er tevens aan om daar namens het college over te zeggen, en de wethou
der heeft dat ook al gezegd, dat het natuurlijk ernstig rekening zal houden met
al datgene wat de raad heeft opgemerkt. Dat, nogmaals gezegd, het college dat
zal onderzoeken en bestuderen om te bezien, of de ene maatregel toch niet zó
veel konsekwenties elders teweeg brengt dat dóór weer problemen zullen ontstaan.
Dat is het enige,maar niet onbelangrijke verschil in deze twee redacties.
De heer Y/ESTERHOF meent, dat men in de redactie van de raad tot uitdrukking wil
brengen, dat de voorkeur van de raad verre uitgaat naar een afvoer vanaf de Hoog
straat en dat in deze richting dan ook de oplossing wordt gezocht, tenzij het col
lege na onderzoek met zulke bezwaren komt die konsekwenties hebben dat het moet
worden afgewezen. Die zekere voorkeur wil men toch eigenlijk wel vastgelegd zien.
Althans een belangrijk deel van de raad. Dat wil hy er wel even bij zeggen.
En dat is het college ook niet ontgaan, kan de VOORZITTER opmerken.