26 Gedeputeerde Staten vindt het echter wel erg belangrijk, als op dit moment de raad ja zegt tegen deze wijziging. Zij vragen dat n.l. om straks een verklaring van geen bezwaar af te kunnen geven en dat vindt hij toch wel een beetje griezelig. Zr wordt nu maar zo licht overheen gelopen en daar heeft hij bezwaar tegen. De VOORZITTER denkt dat wel zal blijken uit de discussie, of men hier licht over heen loopt. De heer VAN DER VELDEN wil zeggen, dat het plan om daar een gezinsvervangend te huis te creëren, naar zijn mening de instemming heeft gehad van de raad.. Eet college vindt het verder gewoon een uitstekende zaak. De bewoners maken gebruik van hun recht. Het advies wat de AROB-commissie heeft uitgebracht is zeer duidelijk gebaseerd op juridische motieven. Hij za,l niet degene zijn, om daaraan te gaan t-wijf el en of te gaan zeggen, dat het wel of niet juist is gesteld. Hij denkt dat het correct is, dat er nog andere mogelijkheden komen waarop men bezwaar kan maken. Hij denkt voorts, dat de raad bij het nemen van enige tijd geleden van dat besluit, in wezen een principe-uitspraak heeft gedaan, dat het creëren van een gezinsver vangend tehuis in een normale woonwijk een goedeen plezierige zaak is, zeker passend in deze tijd. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 7. a. Schrijven van de P.5.P., afdeling Bergen op Zoom dd. 4 december 1981 en van de Practie Partij van de Arbeid Bergen on Zoom dd. 5 december 1981 inzake oolitie-ostreden tegen actievoerders; b. Aangehouden motie van de raadsleden Hijpels c.s. inzake idem. De heer SITTROP wil over het politieoptreden van 28 november 1981 en zijn reacties daaröp zeggen, dat dit alles nog al wat politieke stof heeft doen opwaaien. Enkele raadsleden van WD en CDA schroomden er zelfs niet voor, om voordat de vragen van zijn fractie aan zowel het college als de commissar? s als de officier van justitie waren beantwoord, met een ongebruikelijke motie te komen, waarin naast ondersteuning voor het politieoptreden ook afkeuring werd gevraagd voor de reacties van de PvdA en de PSP. Zó ongenuanceerd zelfs, dat men zou gaan geloven, dat de PvdA en de PSP een gezamenlijke reactie hadden geformuleerd. Verre van dat, wil hij nu toch zeggen. Hij wil best erkennen - en ook dat moet in de politiek mogelijk zijn dacht hij - dat zijn reacties over het politieoptreden van 28 november 1931 op zijn zachtst uitgedrukt voorbarig en niet juist waren. De vragen die zijn fractie heeft gesteld aan het college en de officier van justi tie getuigden veel meer van een juist politiek handelen. Acnteraf gezien was het ook beter geweest, dat hij gewacht had met zijn reacties tot de antwoorden van het college en de officier van justitie binnen waren. Toch moet het hem van het hart, dat de manier waarop de ondertekenaars van de motie menen plaatselijke politiek te moeten bedrijven, niet die van zijn fractie is. Ook zij zijn voorbarig om niet eerst de antwoorden af te wachten op de vragen van zijn fractie aan college en officier van justitie. Ook zij waren geen ooggetuigen geweest en ook zij hebben langs eenzijdige informatie een mening geventileerd. Zij het dan wel: een uitspraak waar men, politiek gezien, geen buil aan kan vallen. Om deze zaak terug te brengen tot de juiste proporties, wil hjj nogmaals benadruk ken, dat hij zijn uitspraken betreurt. Aan de thans ook aan de orde zijnde ingedien de motie heeft zijn fractie echter geen enkele behoefte. Het aannemen van een dergelijke motie kan naar zijn mening alleen maar de contac ten en de afspraken tussen zijn fractie en andere fracties schaden en daar is nie mand mee gebaat. De heer 1ÏIJPHLS moet zeggen, dat de heer Sittrop voor deze raadsvergadering al had aangekondigddat hij namens zijn fractie excuses over deze zaak aan zou bieden. Aangezien hij heeft gezegd, dat het ook in de politiek mogelijk moet zijn om iets te vergeten, zijn zijn fractie en de CDA—fractie bereid om de opmerkingen t.a.v. de PvdA die in de motie voor komen, er uit te laten. Dat neemt niet weg, dat het toch naar zijn mening wel goed zou zijn om vanavond in het openbaar goedkeuring

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1982 | | pagina 27