7
mogelijkheden zoveel mogelijk uit te buiten, als andere, particuliere organisaties
daaraan mee willen doen en als er dan ook nog iemand geld aan verdient, dan denkt
hij niet dat dat een slechte zaak is als de uitgangspunten in het oog worden ge
houden. Hij ziet dan die problemen allemaal nog niet zo erg zitten.
De heer VAN KEKENADE had bij de eerste termijn ook al zijn vinger opgestoken en hij
had toen eigenlijk het idee van de heer Stuart willen steunen.
De wethouder is er nu ook al vrij duidelijk op ingegaan.
Hij zou daar nog een aanvulling op willen geven.
De heer Stuart liet ook het woord sport vallen.
Een paar jaar geleden is in deze gemeente, naar hij meent naar aanleiding van het
plaatsen van borden bij sportterreinen, al eens een voorzichtige start - om het
zo Tnaa-r te zeggen - van een soortgelijke discussie geweest die echter niet helemaal
werd afgerond. Als men daar dan nu bij betrekt, dat men er van uit kan gaan» dat
de komende jaren de gemeenschapsgelden schaarser zullen worden voor subsidies
zowel op cultureel als op sportgebied, dan denkt hij dat de suggestie van de heer
Stuart, om op niet te lange termijn gewoon een grondige discussie - en daarbij zou
den de grenzen waarover de wethouder het had kunnen worden vastgesteld door de
raad - te starten. Dat zou inderdaad een hele zinvolle zaak kunnen zijn.
De heer VAN DER STOEL zegt, dat, als de heer van Kemenade zegt: betrek de sport
daar dan gelijk bij, deze daarin zeker wel gelijk heeft, omdat het dan gaat over
terreinen waarin de overheid subsidiëert en waarbij particulieren, op welke manier
dan ook, een rol kunnen spelen. Hij denkt dan ook dat zo'n nota zich zou moeten
uitstrekken zowel over het culturele als over het sportterrein.
De heer STUAHT zou nog graag opmerken, dat, als zo'n nota wordt geproduceerd van
uit de invalshoek zoals de wethouder die nu op tafel legde, de raad dan een zeer
interessant stuk tegemoet kan zien, waar zijn fractie althans met veel pleziei op
zal gaan studeren. Hij vindt het jammer, dat de PvdA-fractie nu al een standpunt
meent te moeten innemen, temeer daar hij toch de inoruk heeft dat elders in den
lande de PvdA-aanhangers daar toch wel wat genuanceerder over denken.
De heer SITTROP wil dan toch zeggen, dat het toch wel fijn is, dat mensen in de
PvdA wat genuanceerd kunnen denken; zelfs anders kunnen denken.
Dus is er nog hoop, meent de heer VAN DER STOEL.
Maar bij het CDA komen ze dan niet meer terug, merkt de heer SITTROP toch even op.
Mevrouw VAN DE POTTE hoorde de wethouder een nota over deze materie toezeggen.
Zy neemt aan, dat/afhankelijk van die nota, toch die discussie gaat starten tussen
die beide stichtingen, /on
De heer VAN DER STOEL heeft toegezegd, dat hy met de stichtingen in overleg zal
gaan. Op zich wil hij daar dan niet teveel op vooruit lopen, wat hy daarbij precies
aan de orde zal gaan stellen. Die discussie komt er in ieder geval en de uitslag
daarvan zal hij de raad mededelen. In de situatie dan zal bekeken moeten wor en
hoe in een noodsituatie - want daar begint het toch wel op te lijken - dan gehan
deld zal moeten worden of kunnen worden.
Hij houdt daarbij de waarschuwing van de heer Stuart wel in zijn achterhoofd.
Bij punt bb. zegt de heer STUART, dat nu blijkt, dat ook de gemeente Bergen op Zoom
geconfronteerd is met toch nog al verschrikkelijke verliezen. Er zit er een by met
meer dan een ton. Het is haast ongelooflijk.
In een eerder stadium is al eens gesproken over mogelijkheden om dat verlies te be
perken. Toen is de suggestie gedaan door zijn fractie: zou het niet mogelijk zijn
om net als de banken - waar overigens de banken erg blij om zouden zijn omdat^die
nu eigenlijk een beetje geisoleerd moeten opereren op die markt - als gemeende ook
ot> de veilingen in actie te komen om zodoende de verliezen te kunnen beperken.
Dat bleek om allerhande en voornamelijk formele redenen niet mogelijk te zijn.
Discussie gesloten toen.
Tot zijn verbazing stond dan een dag of 10 geleden in een landelijke krant een
groot artikel van een wethouder, naar hy meent in de gemeente Almelo, die ver
klaarde dat daar al maandenlang zo te doen; ambtenaren naar veilingen te sturen