6 Zij wil nog aan de wethouder vragen, of er al gestart is met die discussie. Mevrouw ASSELBERGS hoorde de heer Sittrop zo definitief nee zeggen. Zij vraagt zich af, of, als de stichting De Engel haar producties in een andere lokaliteit brengt, de heer Sittrop dan ook nee blijft zeggen. Naar haar mening doelde de heer Sittrop op de lokaliteit De Hemel. De Engel huurt die lokaliteit. De heer SITTROP moet dan toch zeggen, dat op de eerste plaats mevrouw Asselbergs hem niet hoeft te vertellen hoe het met de stichting De Engel zit. Hij weet daar alles van. Dit even voor ingewijden. Ten tweede heeft hij gezegd, dat zyn fractie in principe niet wil subsidiëren iets wat geliëerd is aan een horecabedrijf of aan andere commerciële doeleinden. De heer VAN DER STOEL denkt, dat de heer Stuart het goed geformuleerd heeft. Deze heeft gevraagd naar de lijn die het college wilde volgen en eigenlijk heeft hij die lijn ook aangegeven. Het was ook de bedoeling van het college om die lijn te volgen. Spreker is het helemaal met de heer Stuart eens, dat, als men een in het verleden gestelde lijn gaat verlaten, men goed moet weten wat men doet. Dat zal eerst goed bediscussiëerd moeten worden, alvorens er wordt begonnen aan een practische uitwerking ervan. In dat geval is dan ook inderdaad een precedent-mogelijkheid aanwezig. Het v/as niet zijn bedoeling om dat zo te gaan doen en hij dacht ook niet dat dat te merken is geweest. Het college wil eerst proberen op papier te zetten wat zou kunnen; wat de konse- kwenties zijn; wat er allemaal mee samenhangt. Die discussie zal dan eerst dienen t« v/orden afgewacht, alvorens dan een in het verleden vastgestelde lijn wat doorbroken zou gaan worden of daarvan enigszins zou worden afgeweken. Eerst zal er een principiële uitspraak moeten komen. Hij begrijpt van mevrouw van de Putte dat zij het idee, waar men het nu over heeft, toejuicht en die mogelijkheden wel ziet zitten. De nota komt er dan ook aan. Hij durft geen uitspraak te doen over wanneer die precies klaar zal komen. Het is nog niet zó gemakkelijkom dat van alle kanten te bekijken. In de richting van de heer Sittrop wil hij zeggen, dat het standpunt wat deze na mens de PvdA-fractie nu naar voren gebracht heeft, een vrij duidelijk standpunt is, maar tevens ook een vrij hard standpunt. Spreker begreep uit het betoog van de heer Sittrop: daar valt met ons niet over te praten. Hy heeft dan toch de neiging om daar wat dieper op in te gaan en zich dan een paar dingen af te vragen, dan misschien wel vooruitlopend,op die komende discussie. Hij denkt n.l., dat in zo'n nota dan maar eens de rol van de overheid aan do orde moet komen; wat de overheid zou kunnen doen. Hij denkt dan dat een van de dingen zal zijn: het stimuleren van cultuur-uitingen; het stimuleren van de deelname aan die cultuur-uitingen; een zo breed mogelijk pakket; een zo breed mogelijke deelname door een zo groot mogelijk aantal inwoners. Hy denkt, dat, als met dat uitgangspunt aan de slag wordt gegaan, men dan wel eens ergens anders uit zou kunnen komen dan waar de heer Sittrop uitkomt, die op een gegeven moment zei: over déze grens mag men niet heengaan want dit is nu taboe. Uit dit betoog van spreker kan men dan wel opmaken, dat hij niet zo bang is voor die grens. Hij is zich heel goed bewust, dat er dan discussies kunnen komen, maar hy vindt niet dat men die uit de weg moet gaan door ze aan maar te gaan voorkomen. Hij denkt dat het ook een hele gezonde discussie kan zijn en dat er criteria aange legd zullen moeten worden, die dan toegepast zullen moeten worden. Ilij laat zich daar verder nog niet over uit, want hij heeft er nog helemaal niet zo lang over nagedacht, hoe die criteria precies zouden moeten luiden. Er zyn na^- tuurljjk allerlei varianten denkbaar. Daarover valt het nodige te bediscussiëren. Dan kunnen b.v. ook grenzen worden vastgesteld, waarvan men dan zegt: dé£r gaan wij niet overheen. Als men echter de uitgangspunten die hij net formuleerde in zijn hoofd heeft en het daarmee eens zou zyn dan denkt hij dat men in die richting wel een eind kan gaan en dat men dan misschien in staat zou zyn om een nog breder pakket aan te bieden voor hetzelfde geld, want daar draait het natuurlijk op een gegeven moment ook om. Er is een grens aan de mogelijkheden en waarom zou dan niet worden geprobeerd die

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1982 | | pagina 260