51 Hij wil de leden van het stembureau danken voor hun werkzaamheden. 28. Voorstel tot het verlenen van kredieten ten behoeve van de gemeente-bedrijven. (Verzameling 1982 nr. Fin/72), Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 29. Voorstel tot instelling van de gemeentelijke nutsbedrijven en het vaststellen van de beneersverordening voor die bedrijven. (Verzameling 1982 nr. Fin/78). De heer VAN KEMENADE wil opmerken, dat in het oorspronkelijke concept aanvankelijk niets was opgenomen over een eerder genomen raadsbesluit, dat het CAI self—suppor ting zou moeten zijn. Zijn fractiegenoot Smits - helaas niet aanwezig vanavond we gens ziekte - heeft daar in de vergadering van het georganiseerd overleg van 21 december j.l. opmerkingen over gemaakt. De voorzitter voelde er echter niets voor, toen althans, om dit alsnog op te nemen. Nu kan worden geconstateerd in artikel 7 punt 3» dat aan de WD-opmerking van toen inderdaad aandacht is geschonken. Daarvoor zijn waardering. Dan nog een opmerking van een heel andere aard. Zijn fractie vindt, althans voor dit moment - men kan zich voorstellen dat dit in het verleden voldoende was datgene wat in artikel 26 staat ten aanzien van het af sluiten van gas, water en electra eigenlijk niet meer van deze tijd. Met name de laatste tijd is het afsluiten van dit soort zaken erg in discussie. Deze -week heeft men daar nog mededelingen en commentaren van de Consumentenbond over gehoord. Zijn fractie vraagt zich af, of zonder meer, zoals dat artikel eigen lijk aangeeft, een administrateur dat soort zaken op moet knappen. Of die verant woordelijkheid niet bij het college en bij de raad zou moeten liggen. Ket is met name op het ogenblik,zowel voor individuele mensen die, gedwongen dooi het feit dat zij minder besteedbaar inkomen hebben in veel gevallen, in een aanbal gevallen erg moeilijk om dit soort zaken te betalen. Hij denkt dat men dan erg kri tisch moet zijn en heel goed moet nadenken, voordat tot afsluiting wordt overgegaan. Dat geldt dan niet alleen voor individuele mensen maar kan ook gelden voor bedrij ven. Daar zijn in het verleden al voorbeelden van geweest, dacht hij. Zijn fractie geeft dan ook eigenlijk het college in overweging, of dat artikel niet wat kan worden aangepast, en dan zodanig, dat het college, gevolgd door de raad, indien afsluiting noodzakelijk is,na grondige overweging zo'n besluit zou kunnen nemen. De VOORZITTER denkt, dat dan ook de persoonlijke levenssfeer van degene die dat dan kan betreffen even daarbij betrokken zou dienen te worden. Als zoiets in een open bare raad moet komen lijkt hem dat niet zo dienstig. De heer VAN KEMENADE bedoelde ook niet in de openbare raad, maar men zou zich kun nen voorstellen, dat in de commissie economische zaken of financicin daarover ge sproken zou kunnen worden. De heer VAN KAAM mag constateren, dat de verordening, zoals die thans voorligt, geen bezwaren oproept bij de raad. De vraag van de heer van Kemenade is dan gesteld naar aanleiding van recente zaken, Hij vraagt zich dan af, of dat geregeld dient te worden in de verordening. Men moet deze verordening zien als een model—verordening die het college tracht straks ook geschikt te maken voor de dienst gemeentewerken, voor het gemeentelijk woningbedrijf en andere takken van dienst. Ket punt waar de heer van Kemenade dan op wijst, is naar de mening van liet college een zaak, die geregeld dient te worden in de instructie die door het college van B.& W. gegeven moet worden aan het hoofd van dienst. De gang van zaken op dit moment is zo dat kan hij wel zeggen dat de directeur bevoegd is om tot afslui ting over te gaan, wanneer de nodige nota's niet Dctaald zijn. De praktijk is even wel, dat, wanneer het ernstige zaken betreft, de directeur dan overleg pleegt met de wethouder en wanneer het zeer ernstige zaken betreft en als zodanig zou kun nen v/orden genoemd de zaak destijds met Asselbergs - dan is het een beslissing van B.& V.r. zelf. Het college wil dan ook zeggen, dat zaken waarop de heer van Keme nade doelt, met de uiterste omzichtigheid en voorzichtigheid worden betracht.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1982 | | pagina 240