40 dat gebouw, welk prijskaartje men er aan moet gaan hangen. Zijn fractie gaat er van uit, dat ooit - het is al heel lang geleden - een bedrag van 8 miljoen werd geblokkeerd, waar binnen die ruimte men het zalenprobleem ge bracht wil zien en of dat dan precies 4 miljoen moet zijn waar nu over wordt ge sproken, of 5 miljoen, of misschien zelfs 3 miljoen, hij denkt dat dat volkomen afhankelijk is van wat men na een verwerving van het gebouw en de kosten daarvan verder wil gaan doen. V/at het krediet betreft, waar over wordt gesproken in het college-voorstel, van 100.000.-, is zijn fractie daar niet tegen, in die zin, dat men dan vindt dat er niet weer eens een heel nieuw plan moet worden ontwikkeld. Dat zijn fractie vindt, dat er niet weer eens een nieuwe architect gevraagd moet worden om ook weer eens zyn licht te laten schijnen. Een architect met weer andere ideeën en die de situatie anders bekijkt. Dat men vindt, dat de Rijks schouwburg- commissie, met alle respect, die erbij wordt gehaald maar dan wel hoge eisen stelt maar daar niet de centen bij legt, wat zijn fractie betreft niet meer ingeschakeld hoeft te v/orden. Zijn voorstel is, en dat van zijn fractie, om het laatste plan wat is ingediend n.l. plan de Kolc/van deaBergh, een plan waarvan in de voorbesprekingen, voordat het gebouw door een andere eigenaar werd overgenomen, bij degenen die daaraan hebben deelgenomen duidelijk is gewerden, dat dat flexibel was, met andere woorden dat men dat plan duurder kon maken door bepaalde luxe toe te voegen of uitbrei dingen te plegen, maar ook aanzienlijk goedkoper kon maken, hij denkt dat als op basis van dat plan een onderzoek v/ordt gepleegd naar de Luxor in de staat waarin het nu verkeert en dat dan vertaalt in de wensen en eisen van deze raad, dat er tot een snelle afwikkeling van zaken kan worden gekomen. Een punt is hy dan volledig eens met de heer van Heijst, n.l. dat dat wat hem be treft best binnen 66 dagen gebeurd zal kunnen zijn. Mevrouw YAH DE PUTTE moet constateren, dat er weer een nieuwe stand van zaken ter discussie ligt. Dat is dan de idem zoveelste. Daarbij ook maar weer eens een ver zoek om voor 100.000.- een onderzoek te gaan plegen naar de haalbaarheid van de plannen die nu voorliggen. Daar gaat zij niet mee akkoord. Zij gaat wel akkoord met het besteden van dit bedrag voor een onderzoek naar het plan wat de heer van Heijst net heeft gelanceerd. Zij gelooft dat dat een prima idee is. Zy denkt ook zeker, dat dat de moeite van zo'n onderzoek waard za.l zijn. De heer van Heyst kan klaarblijkelijk alles by D'66 kwijt, meent de heer SITTR0P, Mevrouw VAN DE PUTTE had vergeten te vermelden, dat de heer van Heijst het met haar eens was bij de onroerend-goedbelasting en deze keer is zij het dan met de heer va.n Heijst eens» Helaas heeft de heer van Heijst dit de vorige keer niet in zijn stemgedrag laten merken. Dat is dan weer een andere zaak. De visie van D'66 -- zij kan nu kort zijn - is, dat men blijft 3treven naar klein schaligheid. Een kleinschalige aanpak. Dat kan dan best gerealiseerd worden op Plein XIII. Men wil ook beslist niet meer dan 3^0 stoelen. Dan heeft zij toch ten aanzien ven de stand van zaken over de haar van particuliere zijde verstrekte bescheiden een vraag. De brief van de heer Huybregts. De afwijzing van de plannen van deze heer is des tijds gebaseerd op een mogelijk geachte ruil met de heer Hoppenbrouwers om niet in het laatste Luxorplan. Zij dacht dat de heer Hoppenbrouwers nu inderdaad geen par tij meer was in het geheel en hoe staat dat nu met die afwijzingsgrond. Is gebouw T nu wel of niet beschikbaar voor particulier initiatief. Dit waren in 1e termijn haar vragen en opmerkingen. De heer SITTR0P wil opmerken, dat de conclusie van hot hele betoog van de heer van Heijst kortweg samengevat zou kunnen v/orden met de zin: van Heijst heeft de Luxor losgelaten. Spreker dacht dat wel geconstateerd mocht worden, dat de heer van Heijst dat vele jaren geleden al had gedaan. Ja, kan de heer VAM HEIJST zeggen. Hij is daarin erg konsekv/ent geweest. De heer SITTR0P moet zeggen, dat zyn fractie van mening blijft, dat binnen de basisvoorzieningen van Bergen op Zoom een sobere, goed geoutilleerde toneelzaal

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1982 | | pagina 229